Net als ik op het punt sta naar huis te gaan, komt een van de dames van de organisatie naar me toe en vraagt of ik weer een verslag schrijf over hun marathon. ‘Ik zal het proberen en doe er mijn best voor’, zeg ik. ‘U doet er ons clubblad veel plezier mee’, reageert ze ietwat smekend lachend. ‘Dat wordt dan mijn vierde verslag over jullie marathon, wat kan ik nog toevoegen?’, zeg ik plagend. En er is dit jaar ook werkelijk wat toe te voegen. Wat niet is toegevoegd is een verhoging van de inschrijfgelden (of hooguit 1 euro). Er kan nog steeds tegen bodemprijzen worden ingeschreven, terwijl er bovendien in 6 categorieën 3 bekers en geldprijzen te winnen zijn.
Het is de 25e editie en dat is te merken ook. Bij binnenkomst op de atletiekbaan lopen de vele (dit jaar extra veel) vrijwillige medewerkers in een opvallend rood T-shirt, natuurlijk bedrukt met hun 25e evenement. Bij de start wordt ‘lang zal hij leven’ gezongen. Of wij lopers dit nu voor de Beekse organisatie zingen of voor Henk Magnus de organisator, die ze alle 25 gelopen heeft, is me ontschoten. Ik ben dan ook zo druk aan het praten met de vele ultralopers die hier altijd op af komen. Hans, Jos, Jan-Willem, Rob Froonhof, Jack, Dick, Wim, Dion, Bert, Theo Cloosterman, Jannet, Micha, Pier en Ineke.
Behalve de marathon worden er meer wedstrijden gehouden: 30 km, halve marathon en 10 km. Ik hoor de microfonist zeggen dat er deze keer meer deelnemers zijn dan ooit. Ik zag in de uitslag 54 sporters op de marathon en 263 op de andere afstanden. Velen roemen het mooie loopweer. Was het vorig jaar 30º, dit jaar geeft een redelijk windje en 18º meer loopplezier. En daar gaat het toch om: loopplezier. Vanwege de inspanningen van vorige week, manen ultralopers me aan, rustig te lopen, om te vermijden dat ik straks stukken aan mijn lichaam zal krijgen. Gelukkig loop ik in het algemeen met veel plezier en daarom ben ik ook naar Hilvarenbeek gegaan, om ontspannen, gezellig en zonder kwetsuren op te lopen, de marathon te volbrengen. In het kleedlokaal sta ik naast een man, die wat pocht met zijn loperkwaliteiten. ‘Ga jij een hele marathon lopen?’ vraagt hij me. ‘Heb jij er al ooit meer gelopen en kun je dat wel?’ voegt hij er ietwat kleinerend achteraan. ‘Och ja, dat zullen we wel zien’, antwoord ik, terwijl Dick die er ook bijstaat, een lachbui krijgt. ‘Weet je dat die man vorige week enz…..’, zegt Dick. Ik weet niet hoe snel ik naar buiten ben gelopen. Dat zijn wonderbaarlijke zaken, praatjesmakers tref je overal.
Alle deelnemers starten tegelijkertijd. Ik heb me voorgenomen er 4½ uur over te doen. In een groepje loopt het altijd prettiger, je kletst wat en wordt uit de wind gehouden als je tenminste geen koploper bent. Ineke en ik lopen in een groepje van een man (ook vrouw) of 10. Aan de outfit te zien zijn het leden van Achil, de Beekse vereniging. Dikwijls zie je dat lopers onderweg alleen maar met hun eigen prestatie bezig zijn. Dat groepje niet. Als iemand wat moeite heeft met het tempo, laat een persoon zich wat terugzakken en loopt dan samen met hem of haar verder. Zij lopen nog waar lopen voor bedoeld is. Niet altijd die competitiegedachte van zo snel mogelijk van A naar B, maar de sociale functie van: we maken er samen een mooie marathon van. Je ziet, je komt ze inderdaad nog tegen in echte vriendenclubs. Vanwege deze indrukken en het gezellige praten onderweg loop ik lekker ontspannen mijn eerste ronde van iets meer dan 10½ km. In de tweede ronde loop ik alleen. Het gaat lekker en ik versnel. Ik passeer diverse groepjes van 2 á 3 mensen. De 3 verzorgingsposten zijn gelukkig weer met jeugdige vrijwilligers bemand. We moeten er zuinig op zijn, ze zorgen er toch maar voor dat wij onze hobby kunnen uitoefenen. Wie weet kiezen ze ook voor onze mooie sport.
De doorkomst op de atletiekbaan geeft altijd weer een prettig gevoel voor je volgende ronde. Ondanks dat ze met de prijsuitreiking van andere wedstrijden bezig zijn, geeft de microfonist aan het publiek de nodige uitleg over de marathon lopers die passeren. Nee, niet alleen de toppers, iedereen wordt genoemd. In de derde ronde zie ik dat Jos, de man van Jannet, haar kuiten masseert om niet in een kramp te komen. Sommige mensen zoals ook ik, hebben er regelmatig last van (chocolade, tonic en magnesium capsules helpen). Ik voel dat het zooltje in mijn linkerschoen naar voren schuift. Het gevolg is een fikse blaar en niet zo’n kleintje ook, dat blijkt thuis wel. Nu even doorbijten. Bij de 30 km zie ik 2.51 op de klok staan. Sneller dan ik me heb voorgenomen, maar buiten de blaar heb ik nergens last van, dus handhaaf ik het tempo. Met nog 7 km te gaan begin ik de spieren en pezen in mijn bovenbenen lichtjes te voelen. Heel rustig loop ik verder en finish in 4.02.42. Een derde plaats in de M60 categorie, achter Jurriaan de Bruin en Dick. Ondanks de inspanningen van vorige week heeft deze marathon me weinig moeite gekost. Wel heb ik genoten van de omgeving, medelopers en de goede organisatie. Tijdens de prijsuitreiking komt het duo Henk Magnus en Kees van de Broek binnen. Het publiek onthaald ze heel enthousiast en overlaadt Henk met felicitaties vanwege zijn 25e Beekse Marathon. Op naar het volgende lustrum.
Vincent Schoenmakers