Beste vrienden,
Bij deze een verslagje over de piste marathon te Schaarbeek op 23/10/04
Zoals je al weet ben ik na Winschoten (WK 100km 11/9/04) een beetje aan ’t recupereren.
Ook mede door mijn nieuwe functie in het onderwijs en de recup na het WK heb ik noch de zin, noch de tijd om me te focussen op trainingen en wedstrijden.
Dus deze periode is er één van trainen wanneer ik zin heb en wedstrijden lopen met diezelfde ingesteldheid.
Bewijs daarvan is mijn opgave in de Zeeuwse kustmarathon begin deze maand, het tempowerk in de marathon van Eindhoven (2h40’) in de helft van deze maand en dan de pistemarathon gisteren.
Dit alles doe ik op een basis van 100km/week waar af en toe een tempoloop in zit.
De wedstrijd van gisteren:
Begin van de week mail ik met de organisatie of ik nog kan deelnemen.
Geen probleem.
Voor de rest lig ik er niet wakker van.
Ik doe er niets of train er niet speciaal voor.
Zaterdag in Schaarbeek. Ik haal mijn nummer en mijn chip af. Bij mij is het in orde, bij anderen blijkbaar niet. Er mag 100 man aan deelnemen. De Belgische topultra’s zijn er. Miel Dierckx, Hostens en Marc Vanderlinden, die hier zijn laatste 100km komt voorbereiden (binnen 14 dagen in Perpignan) Ook Nederlandse ultralopers aan de start.
Ik warm 25’ op met Idrissi, de winnaar van vorig jaar (2h32).
Gemoedelijke sfeer aan de start, ik ben blijkbaar door iedereen gekend. Handen schudden, praatje maken, plezant. Ik verschijn aan de start zonder enige ambitie of schema.
Het enigste referentie punt is het vlotte tempowerk in Eindhoven in 2h40’. Ik vermoed dat ik met wat inspanning 2h35’ moet kunnen, maar ik heb absoluut niet uitgerekend hoeveel dat per ronde is, laat staan per km. (alhoewel ik dat voor een ervaren loper los van buiten moet kennen).
Soit, ze schieten met een kwartier vertraging de wedstrijd op gang. Wijlen weg. 105 en ½ ronde. Leuk.
De eerste ronde gaat rustig, iedereen wacht op iedereen. Allen samen de chipmat over, wat een gepiep. 2’09” Kahan liep in zijn beste jaren 1’44” op 800m.
Dan schiet het los, één atleet gaat weg. Idrissi blijft bij mij, we gaan naar 1’24”.
Na enkele ronden is de voorsprong van de eerste al 300m. Idrissi blijft nog bij mij.
Dan vertrekt hij. Hij maakt het gat met de eerste in een mum van tijd dicht. Ik blijf lekker mijn tempo lopen. Om de 5km gebruik ik 300ml squeezy. Toevallig staat de leverancier en mijn sponsor-vriend Peter Lamberts met een squeezy stand daar ook. Hij houdt de wedstrijd in het oog en verklaart later dat ik de enigste ben die zich consequent aan het juiste drinkpatroon hou. Dit zal mij later ook helpen. (zie het vervolg)
Idrissi dubbelt mij en lapt er nog eens 300m bij. Ik hang nog steeds 3e, maar blijf consequent tussen de 1’22” en 1’25” per ronde lopen.
Halfweg haal ik de 2e in. Die hangt eraan voor de moeite. Te snel vertrokken en te weinig gedronken. Mijn sponsor meldt dat Idrissi het moeilijk krijgt. Iets later hangen we samen, hij weliswaar op één ronde voor mij. Hij zet zich achter mij, ik maan hem aan om voldoende te drinken. Geef hem soms mijn flesje, maar het lukt hem niet. Hij begint constant tegen mijn hielen te tikken. Ik weet dat het afgelopen is voor hem. Rond de 30e km moet hij lossen. Hij heeft nog steeds 1 ronde voor. Peter meldt nu dat ik bij elke ronde 30m inloop. Aan de 33e km zie ik hem voor mij lopen, plots is hij weg. Ik passeer hem : hij staat schoenen te wisselen. Blijkt dat z’n voeten open liggen. Later hoor ik dat hij met nieuwe schoenen zonder sokken is vertrokken. Hij blijkt terug te vertrekken, maar ligt nu al 300m achter mij. Hij blijkt weer te stoppen en terug te vertrekken. Nu wordt hij door mij gedubbeld. Iets later is het met hem finaal gedaan. Ik hang aan de 34e km op de eerste plaats. Diegene die als gek was vertrokken heb ik ondertussen al wel 3 of 4 keer gedubbeld. Marc Vanderlinden hangt nu 2e op een ronde achter mij. Guy de Blander is derde op enkele ronden daarachter.
Ik krijg het moeilijker en moeilijker. Ik weet niet aan welk tempo ik loop of hoeveel ronden ik nog moet. Vanaf de 85e ronde gaat het tempo naar 1’27 a 1’33” per ronde (lees ik later op printuitslag). Ik denk alleen nog maar aan aankomen en winnen, tijd kan me geen barst schelen. Heel het stadion staat te roepen. Mijn sponsor roept, “komaan voor onder de 2h30’”. Iedereen blijkt daar belang aan te hechten, ik niet. Nog 2400m te gaan en 9’45” over. Ik vraag aan één van mijn gedubbelde ultravrienden of hij me de laatste ronden wil helpen. Geen probleem. Marc Vanderlinden haast me voorbij, we hangen in dezelfde ronden. Hij schudt me de hand en feliciteert me, maar sprint dan verder. Zijn doel is me te pakken, want hij weet dat ik het moeilijk heb. Vorig jaar heeft hij me in Zolder hetzelfde gelapt. Ik heb mijn les geleerd en dankzij mijn vriend trekken we het tempo weer op. Ik win in 2h30’15”. Marc strandt op 200m achter mij.
Iedereen dolgelukkig. Ik weet niet waarom. Peter komt naar mij gelopen en roept: “ge hebt het” Ik vraag wat ik heb. Het wedstrijdrecord (stond blijkbaar op 2h30’32”) en 1000 euro
( 500 voor de overwinning en 500 voor het record). Ik begrijp er niets van, ik wist zelfs niet wat het record was en had er geen idee van dat hier prijzen waren.
Even later geef ik een interview en de journalist schrikt van mijn verbazing i.v.m. het prijzengeld en wedstrijdrecord. Hij bevestigt het, het stond blijkbaar in de krant de vorige dagen.
Dit geeft me een dubbele les. Weet je nog de Zeeuwse Kustmarathon waar ik vertrokken ben om 500euro te verdienen?
Uit een later gesprek met Peter van squeezy besluiten we inderdaad dat ik de marathon heb gewonnen op mijn drinkpatroon.
Dikwijls worden de beste prestaties gelopen op de momenten dat je het niet echt verwacht.
Heeft waarschijnlijk te maken met de mentale ontspanning.
Het was een goede zaak voor mij, mijn sponsor squeezy en……voor mijn vrouw!
Marc
