Het nieuwe jaar is amper twee weken bezig en de ultra en marathonlopers hebben al twee wedstrijden er op zitten. Beiden in Limburg. Vorige week ging het richting Nederlands Limburg namelijk Valkenburg waar de inmiddels befaamde Grottenmarathon plaats vond. Dit jaar grote namen aan de start. Jannis Bogar, Filip verdonck – waarmee we mee mochten rijden – en natuurlijk Mark Papanikitas, die zowat mijn zwarte beest aan het worden is. Mijn broer Gerald was er voor het eerst bij. Na de nodige –briefing mochten we onderaan de grot plaatsnemen. Omdat het nog te vroeg was om te starten gingen Mark, Filip, Gino Lauwe en ik nog even de Cauberg op. Gino hield het na een kwart voor bekeken en met drie trokken we verder naar de top. Wie had ooit kunnen denken dat we later op de dag de podiumplaatsen onderling zouden verdelen. Ongeveer halfweg keerden we om om net op tijd te zijn voor de start. Ik had het al een keer meegemaakt en heb dit jaar minder rond gekeken. Het startschot ging en we doken de donkerte in. Het was toch weer wat aanpassen in het begin. De donkerte, de warmte en vooral het mindere aan zuurstof. De eerste twee ronden bleef ik nog bij Gino waar liet hem dan gaan. Het tempo lag te hoog. We stoven echt door de donkere gangen. Het was vooral veel draaien en keren met 53 bochten op het 1690 meterlange parcours.Het duurde dan ook niet lang vooreer we de eerste deelnemers al dubbelden waardoor het tempo nog wat lager ging liggen. Op zijn beurt dubbelde Mark me ook nog eens. Het was een constante van afremmen en terug versnellen. Ik telde mijn ronden mee op mijn horloge, wat eigenlijk niet nodig was want er werd met een chip gelopen. Toch deed ik de dubbele controle ook omdat ik de gelopen tijden later op de computer opsla. Na enige ronden was het tijd om wat grappen te maken, zoals als een aap de grot uitkomen of achteruit lopen. Tot ik besefte dat ik op de derde stek liep. Ik had Gino inmiddels weer bijgehaald. Nu werd het menens. Nog tien ronden te gaan. Even navragen bij de wagen en jawel hoor het klopte. Er was plots geen tijd meer voor grappen en grollen. Er moest gelopen worden. De benen en knieen deden dan ook zo’n pijn van het veelvuldige keren en draaien. Acht ronden later lag ik nog steeds derde en had me er al bij neergelegd. Mark en Filip waren niet te verslaan vandaag (Hoewel ik later hoorde dat ik op enkele meters van Filip genaderd was). Ik zag hem niet en er reste me dus die mooie derde stek, waar ik toch al ontzettend blij mee ben. Ik liep de resterende twee ronden en finnishte in een tijd van 2,56.50 uur. Mooi dus. Tevreden stak ik drie vingers op en melde dat ik blij was met mijn derde stek. “Je bent wel tweede geworden” vertelden ze me. Verbaasd zag ik een minuut later Filip over de meet komen. Ik had hem nergens gezien. Ik vroeg hem om uitleg. “Ja, ik had ontzettend last van diaree zodat ik het toillet opgezocht heb. Bogar lag toch te ver achter me en er was niemand te zien dus…. Zo mocht ik als 2e een trapje lager dan Mark op het podium.
Exact een week later is er de volgende marathon maar dan in het Belgisch Limburgse Genk. Een plek waar ik al vier jaar graag kom. Het is er berekoud, amper –5°C. Dat wordt stevig doorlopen. Ook Gino is van de partij. Om 10 uur vertrekken we en Mark loopt al snel van de anderen weg. Ik besluit hem een ronde te volgen om op temperatuur te komen. Dat lukt aardig. De eerste 5 km komen we binnen de 19 minuten rond,(Ik begin hem als een persoonlijke haas te zien). Dan laat ik het tempo zakken De ronde is net 6 km zodat we 7 ronden af te leggen hebben. Toch blijft het tempo hoog genoeg om de anderen achter me te houden. Er werd een lusje van 600 meter bijgebouwd zodat we de achterblijvers wat kunnen taxeren. Gino loopt met Gino Deplae achter me op nauwelijks 300 meter. In de volgende ronde is de achterstand van het duo al opgelopen naar 800 meter. De derde ronde heb ik hen niet meer gezien. Maar dan begin ik de overige deelnemers bij te halen. Er worden weer de gebruikelijke aanmoedigingen over en weer geroepen. Vooral veel Britten zijn er dit jaar bij. Zeven ronden telt toch mooier af dan 25 ronden vond ik. Alhoewel, in de vijfde ronde na 26 km begonnen de benen weer pijn te doen, de combinatie van de belasting van vorige week en de koude deden de spieren verstijven. Ik liet het tempo wat zakken maar nu begon de rug weer pijn te doen van de kou. Gelukkig kreeg ik hulp van een ADD halve marathonlopen die in de voorlaatste ronde voor me liep. Ik haalde hem bij en mocht in zijn spoor blijven lopen tot aan de lus van de laatste 600 meter. Dan versnelde hij. Michel, als je dit leest Hartelijk bedankt voor de steun.. Zo was het tempo weer opgetrokken en de laatste ronde hield ik dit ook vol. Ik eindigde weer Tweede na een onvermoeibare Mark die finnishte in 2,34.50 u. Mijn eindtijd betrof 2,46.20 uur, mijn tweede besttijd ooit na de 2,45 uur in de Kustmarathon vorig jaar. Dus best een snel parcours en natuurlijk heeft de koude daar een aandeel in. Je moet doorlopen om op te warmen. De derde stek was voor Gino Deplae in een tijd van 2,52.23 u terwijl Gino Lauwe vierde word met dezelfde tijd.
Na de wedstrijd zit ik te genieten van een heerlijke kop soep als Vincent Schoenmakers naar me komt.
Vincent: “Wat heb je gedaan?
-ik ben tweede geworden.
-“Weeral tweede, nou je wordt de Adrie Van Der Poel van het ultralopen nog wel
.Het begint er toch sterk op te lijken, vind ik ook wel.
Volgende week staan de zes uren van Steenbergen op het programma, waar ik wil testen wat ik waard ben op die afstand. Ik weet één ding: Mark start daar niet dus…
Nog even dit voor Mark zelf: Het is fantastisch dat je voor ons allemaal wil hazen maar een haas dient uit te stappen halfweg de wedstrijd en niet op het eind van de race. Als je daar even aan wil denken in het vervolg…
Kloek Patrick