Adrie van Dijk bericht …

Verslag van de Friese Elfsteden Ultraloop

{b}Friese Elfsteden Ultraloop
3 en 4 juni 2005{eb}

{i}Een pluche papegaai! Die had ik nu altijd al willen hebben! En dat is nog maar één van de vele trofeeën die ik krijg uitgereikt aan het einde van mijn trainingsloopje langs de Friese Elf Steden. Een bos bloemen, een setje kaarten met alle elf steden uit 1997 (door Heleen gekocht op de kermis in Lekkum), het kan niet op.{ei}

Wie had dat een halfjaar geleden durven denken, toen ik na veel wikken en wegen besloot om me hierop te gaan voorbereiden. Mijn afstandsrecord stond toen op 115km (Den Haag 2004), mijn weekgemiddelde was 80km en ik was nog herstellende van een achillespeesblessure. Maar goed, gewoon een plan gemaakt en vervolgens uitgevoerd, zo doen we dat.

{b}Verloop “race”{eb}

’s Morgens rond 11:30 ontmoeten Carl Wilhem Wilke, Theo Cloosterman, ik en onze begeleiders elkaar op de parkeerplaats aan de Harlingertrekweg, naast de Kamer van Koophandel. Omdat er regen wordt verwacht, plakt Carl Wilhelm zijn schoenen dicht met pedaalemmerzakken. Meer om hem een lot te doen, volg ik dat na, maar veel vertrouwen heb ik er niet in.
Om ongeveer 12:05 uur gaan we dan van start. Carl Wilhelm en ik lopen ongeveer hetzelfde tempo, Theo doet het nog iets rustiger en laat ons meteen al gaan. Hij heeft al gezegd dat hij zal stoppen als hij na 36 uur nog niet bij de finish is.
Als ik na ongeveer een uur aan mijn eerste wandelpauze toe ben, gaat Carl Wilhelm door, hij kan niet wandelen zegt hij. Hij pauzeert wel, maar dan stilstaand, zodat we elkaar toch regelmatig weer terugzien. Na Workum lijk ik echt een achterstand te hebben, maar dan stopt er een politiewagen vlak voor ons, waaruit doodgemoedereerd Carl Wilhelm tevoorschijn komt. Hij probeerde via de autoweg in Bolsward te komen, maar is halverweg door de politie opgepikt en teruggebracht naar Workum.
In Sint Annaparochie haal ik hem voor het laatst in. Korte tijd later zit ik in een hele diepe dip, waardoor ik anderhalfuur moet wandelen, maar ik zie hem niet meer terug. Theo heeft dan al telefonisch laten weten, dat hij is gestopt bij Bolsward wegens een oude blessure en dat hij inmiddels weer thuis is.
Volgens Jan Kooistra, die heeft gehoord van mijn inzinking, moet ik in Dokkum maar meteen rechtsaf om zo een stukje af te snijden, maar Dokkum heeft een hele leuke binnenstad en ik ben hier nu toch, dus waarom zal ik dat overslaan? Even buiten Dokkum hebben we al zicht op de megalomane kantoortorens waarmee Leeuwarden tegenwoordig wordt volgezet, maar er volgt dan nog een lang taai stuk naar Birdaard, met veel verkeer en harde wind tegen. In Lekkum staat Heleen al zo enthousiast te juichen, dat het lijkt alsof ik er al ben, maar er volgen dan nog een paar laatste zware loodjes.
Eenmaal in Leeuwarden probeert Jan me nog de verkeerde kant op te sturen, wat niet lukt, want ik ben hier toevallig geboren en aan de straten is in dit deel van de stad nog niet veel veranderd. In de Valeriusstraat nog even wandelen, want ik wil wel hardlopend finishen. Dan de aankomst, een emotioneel moment. We hebben het toch maar klaargespeeld met z’n drieën, want zo zie ik het. Carl Wilhelm moet dan nog zo’n 12km en is ongeveer anderhalfuur later bij de finish.

{b}Omstandigheden{eb}

“De regen komt in sloten naar beneden.” Hoezo, de uitdrukking is toch: “met bakken” ? Jawel, maar we zijn in Sloten en het regent, gelukkig slechts een beetje, maar het zal wel aanhouden totdat we in Stavoren zijn. In het begin was het nog zonnig en erg warm, maar tussen IJlst en Spannenburg begint het gedonder en gebliksem, voorafgegaan door zeer snel opkomende zwarte wolkenpartijen, prachtig om te zien. Het geflits verontrust me enigszins, maar met in mijn gedachten het verhaal van Ron Teunisse in “42” en de tekst op een reclamebord van een verzekeraar bij IJlst (“Er bestaat een kans van 100% dat u komt te overlijden.” ), besluit ik toch maar rustig door te blijven lopen.
In Gaasterland miezert het alleen nog maar en is het volledig windstil, eigenlijk helemaal geen slecht loopweer, alleen maak ik me wat zorgen over mijn natte voeten. Vorig jaar heb ik tijdens de Dodentocht 50km lang in de regen gewandeld en door de gigantische blaren die dat opleverde, kon ik drie dagen niet normaal lopen. En dat was dus ‘maar’ 100km! Langs het IJsselmeer zien we lange tijd een streep licht aan de horizon, die maar niet dichterbij wil komen. In Stavoren stopt de regen dan toch definitief, eindelijk droge schoenen en kleren aan. Het kost even tijd, maar je voelt je weer een stuk beter.
In het donker lopen Carl Wilhelm en ik lange stukken samen. Hij heeft een geweldige schijnwerper op zijn hoofd (met maar één led!), die mijn Petzltje met zijn drie ledjes hopeloos ouderwets maakt. Hoewel we van de regen zijn verlost, begint het nu wel steeds harder te waaien.
De volgende dag wordt het prachtig weer. Het uitzicht bestaat nu uit groene weiden en blauwe luchten, waarin witte wolkjes drijven met van die platte onderkanten. Dit is voor mij Friesland op z’n mooist, een genot om hier te lopen, ook al gaat het nu steeds zwaarder. We hebben nog wel steeds een hele harde turbulente wind in de rug. Enerzijds een voordeel, anderszijds wordt ik wel steeds uit mijn evenwicht gebracht, waardoor mijn linkerschoen regelmatig tegen steeds precies hetzelfde plekje op mijn rechterenkel aan komt.
Vanaf Dokkum is de harde wind dan pal tegen, wat herinneringen oproept aan het noordzeestrand tijdens de JKM van vorig jaar. Dichter bij Leeuwarden buigt de weg naar het zuiden, waardoor de wind dan niet meer recht van voren komt. Al met al toch heel wat beter loopweer dan ons was voorspeld.

{b}Ondersteuning{eb}

Om maar eens een oud cliché uit de kast te halen: zonder mijn begeleiders, mijn clubgenoten Heleen Oterdoom en Jan Ubels, had ik dit niet kunnen doen. Ze zijn beiden gediplomeerd trainer, ervaren Elfsteden Ultra begeleider (van Ria Buiten) en Elfsteden estafettelopers, dus een beter team had ik mij niet kunnen wensen. Hun verzorging is perfect, ook al ben ik vaak erg lastig met mijn plotseling opkomende behoeftes van eten, drinken, kleding aanpakken of aannemen. Daarbij moeten ze ook nog mijn gezeur doorstaan, als de route even niet duidelijk is. En dan die geweldige ontvangst bij de finish, waar ik ook nog letterlijk in de watten wordt gelegd. Heel erg bedankt, dit kunnen we nog wel eens doen.
Ook dank aan alle anderen die hun belangstelling hebben getoond voor onze onderneming, met name Jan Kooistra, die ons ook de routebeschrijving bezorgde, en Prisca Vis, die ook mee had willen doen, maar verhinderd was door een blessure. Beterschap bij het herstel, Prisca.

{b}Resultaat{eb}

Adrie van Dijk: bij de finish na 26:36 uur.
Carl Wilhelm Wilke: bij de finish na 28:15 uur, wel ongeveer 6 km langer gelopen.
Theo Cloosterman: na ongeveer 18 uur gestopt vlak voor Bolsward (101 km) wegens een al bestaande blessure.

{b}Foto’s{eb}

Binnenkort te zien op http://www.xs4all.nl/~ator0144/Elfsteden/Ultraloop.htm .

adrie_1 apestaartje xs4all.nl