Patrick Kloek in de ING Brussels Marathon

Na 15 jaar eindelijk finishen op de Grote Markt.

{b}Brussel marathon.{eb}

Eindelijk kan ik na maanden inactiviteit nog eens een wedstrijdje meenemen. Het begon lang te duren, dat stilzitten want ik heb nog nooit zoveel miserie gekend dan dit jaar. Het lijkt wel of alle leed van de voorgaande jaren zich opstapelde in dit ene seizoen. Het was begonnen met een scheenbeenblessure welke nog enkele malen dit jaar zou terugkomen, over een gekneusde rib en een weerspannige enkel en knie tot een voedselvergiftiging toe. Nu heb ik nog enkel last van te weinig rode bloedlichaampjes maar dat heb ik al jaren en dus zit ik daar niet erg mee. Wel doet het deugd om nog eens even aan de startlijn te staan van een grote wedstrijd. Enkele weken voordien had ik al wel de Dodentocht in Bornem, een evenement over 100 km gelopen maar ik bezie die niet als wedstrijd te meer omdat je daar (voor mij) te traag moet starten. Ook hier heb ik de nodige problemen gekend in de vorm van die scheenbeenkwetsuur en moest ik daar het gezellige groepje lopers met ondermeer Ghislain Dops, Prisca Vis, mijn broer Gerald en Wilson Dammekens laten gaan. Jammer maar helaas. Ik ben overigens wel aan de eindmeet gekomen ondanks de pijn. Of dat allemaal wel goed was dat zouden we later wel zien natuurlijk. Nu staat dus Brussel op het programma. De vorige editie was volledig vlak en wou ik de kans niet laten glippen om deze te laten lopen. Nu ondertussen hadden ze het oude parcours weer opgepikt welke weer wat golvend tot lastig was. Eindelijk ook want ik loop in mijn 15 jarige loopbaan van marathonlopen voor de eerste keer deze wedstrijd. Hoewel het parcours me niet ligt, te veel klimmen en vals plat, hoop ik ambitieus te starten en ga dus voor een goede tijd. Wel heb ik een reserve ingebouwd en hoop tussen de 2,50 u en 3,0 u uit te komen.

De start wordt gegeven om negen uur en dat betekend weer ontzettend vroeg uit de veren om op tijd aan de inschrijftafel te staan. Met een van de eerste treinen kom ik in onze hoofdstad aan en wandel de 3 km naar het jubelpark. Het is amper een rechte straat maar die gaat dan meteen op en neer. Oei, dat belooft dus weer. In het verleden heb ik tot mijn schade al moeten ondervinden dat ik absoluut niet kan klimmen en dan dit parcours. Nu met mijn bloedarmoede en het gebrek aan ijzer in mijn bloed laat ik de ambities maar wat zakken. Onder 3,10 moet mooi zijn. Bij het Jubelpark gekomen het nog opvallend rustig en ik moet nog een kilometertje omlopen om mijn nummer te halen. Hier kom ik weer de bekende gezichten tegen. Een van de eersten die ik tegenkom is Cedric Proot.Een praatje onderling laat ik merken dat het niet echt goed met me gaat. Met hem ook niet blijkbaar. Dan ga ik naar de startplaats. Het is er gezellig druk, maar geen overrompeling, kan ook niet met 2000 deelnemers op een immens plein. We schuiven vijf voor negen in het startvak en meteen krijgen we al een flesje water toegereikt. Prachtig gewoon. Het aftellen begint en we kunnen van start. Eerst gaat het omlaag door de Wetstraat maar dan beginnen we aan het kleine rondje Brussel. De eerste hindernissen zijn enkele tunnels en die worden snel genomen zonder noemenswaardige problemen. Het is wel koud als we die enorme blazers passeren die de benzinedampen in die enorme pijpen moeten wegblazen. Nu is er geen benzinedamp, enkel wat zweetdruppels. In tegenstelling tot de voorbije dagen stijgt de temperatuur tot 25°C. Best aangenaam, misschien zelfs ietsje te warm. Maar omdat we vroeg gestart zijn zullen we de hitte voorblijven. Ik heb nu nog het goede gevoel te pakken en in No time loop ik in het spoor van Lucien Taelman. Te snel dus. Maar een sanitaire stop later doet me beslissen om rustiger verder te gaan. Ik kom op enkele seconden na net door op de vijftien kilometer op het uur. Maar dan begint het pas. Een lange rechte weg richting Tervuren. Het gaat golvend omhoog en tergend langzaam. Op deze stroken moet ik tijd prijs geven. Dat was wel verwacht en hou ik de moed erin. We moeten immers de andere kant van de weg weer passeren en dan moet het wel omlaag gaan. Ik ben het 20 km punt allang voorbij als de eersten aan de overkant passeren. Ik heb geen idee hoever die al zijn maar de klok leert me dat ze net 1,36 uur gelopen hebben. Dat betekend dus iets van over de dertig kilometer voor hen. Dus moeten we nog meer dan 10 km over deze eentonige weg denderen. Dat gaat lang duren. Net zijn die gedachten koud of we draaien Tervuren bos in. Prachtig lopen in de schaduw van de bomen. Heel het parcours is overigens prachtig. Veel parken en groen langs de weg. Als we het centrum van deze gemeente indraaien staat het volk rijen dik ons aan te moedigen. Je krijgt er de kriebels, van zo mooi. Iedereen heeft wel een goed woordje voor je. Dan mogen we door het park en omheen de vijver van het Afrika museum mogen we aan de terugweg beginnen. Het gaat moeizamer en ik heb de aanmoedigingen hard nodig. De mensen laten zich niet kennen en geven alles wat er in hun longen zit. Heel het parcours lang hoor je de fluitjes klinken. De terugweg is niet zoals ik gehoopt had omlaag maar op een of andere manier loopt die ook omhoog. Weer klimwerk dus en een teleurstelling rijker. Op dit punt is dat dodelijk. Nu heb ik het volk en de aanmoedigingen meer dan nodig. Ook de vrijwilligers van de organisatie laat zich al heel de race van zijn beste kant zien. Om de drie kilometer is er drank voorzien wat met deze warmte broodnodig is. Ik verlies meer en meer tijd maar aan de overkant zie ik de andere deelnemers die nog op hun heenweg zijn en ik wil niet laten merken dat het me moeilijk afgaat. Ik hou wel in het oog wie er van bekend volk passeert. Het groepje rond Micha Havreluk zie ik passeren en er word heen en weer geroepen. Dat doet wel deugd. Nog enkele bekenden zie ik passeren voor ik de andere richting op moet draaien.Niet voor ik de allerlaatste deelnemer heb zien passeren. De klok achter hem wees 2,30 uur en hij moest het 20 km punt nog langskomen. Veel moed hebben die gasten. De hele tijd met een bezemwagen in je rug en dan blijven doorlopen ondanks de pijn en last. Ik mag weldra aan de laatste vijf kilometer beginnen en weet dat rond de 40e kilometer we weer doorkomen door het Jubelpark om de laatste meters af te leggen naar de Grote Markt waar de finish is gelegen . Nog voor de 40e kilometer lopen we al onder de boog door en beginnen we aan de afdaling. Ik kijk reikhalzend uit naar het bordje van de 40. Hiervoor hield ik de klok niet zo in de gaten (voor mezelf dan toch niet) maar dit punt geeft me een goed idee van welke eindtijd ik kan verwachten. Eindelijk is hij er en ik duw het horloge in en merk dat ik nu 2,53 uur gelopen heb. Te kort voor onder de drie uur te duiken en met nog een klim te gaan geef ik die moed op. Alles wat er nu bijkomt kan niet ver van de 3 uur verwijderd liggen is mijn gedachte. Het volk lijkt in die laatste kilometers toegenomen te zijn en vooral vanaf het centraal station tot de Grote Markt is het op een koppen lopen. De laatste 200 meter mogen we op matten lopen die de kasseien onder onze voeten verbergen. Eindelijk mag ik de meet oversteken en finish in een respectabele tijd van 3,03.14 uur. Met enkel wat lichte pijn in achillespezen heb ik eindelijk weer eens een wedstrijd mogen smaken. En eindelijk ook staat Brussel op mijn palmares. Daar moet je dan vijftien jaar op wachtten. In waggeltempo zoek ik de douches op en merk dat ik dichter bij het Zuidstation ben dan bij die van het centraal. Na de douche loop ik richting Station en kom over de Exotische markt welke voor het station gehouden wordt. Gelukkig hoef ik (en kan ik) nu niet te snel te gaan en kan ik wat van die sfeer proeven. Genieten dus tot de volgende afspraak.

{i} Patrick Kooek{ei}