64km “Sneeuwpret ?” in de Ardennen

Jo Schoonbroodt in Olne-Spa-Olne.

Ultraloop Trail Olne-Spa-Olne stond al langer op mijn verlanglijst. De uitdaging: 64km onverhard spoorzoeken door de Ardennen natuur met 1750 hoogtemeters, en dus ook 1750 m dalen, door een winterlandschap. Bij het inpakken van de sporttas voor deze extreme wedstrijd is de vraag wat allemaal mee moet want er is 20cm sneeuw voorspeld. De Icebug schoenen gaan zeker mee voor de betere grip en ik wil lopen met 3 lagen kleding gezien de temperatuur. Bevoorradingen zijn bij 15, 30, 40, 52km, dus eigen drinkgordel is een must. Rob Brouwers uit Delft arriveert de dag ervoor bij me en we bekijken als warming-up nog een video van de Cross du Mont Blanc die we samen gelopen hebben. Om 5:30 gaat de wekker onverbiddelijk af en gaan we aan het ontbijt. Hoe korter we bij Olne komen hoe witter het landschap wordt. Het eerste winterweekend zorgt voor gladde wegen maar ook mooie kerstplaatjes. In het donker zoeken we achter de kerk van Olne naar Chalet du Levant Olnois waar het inschrijflokaal en de start om 8uur is. Het parcours begint met een lange afdaling over witte veldwegen en ik loop zoveel mogelijk in het smalle sneeuwspoor van de auto die voorop rijd. Op de plaatsen te veel water/modder is probeer ik door een omweg de boel nog even droog te houden. Veel nut heeft het niet want je wordt meer nat van de lopers naast je die de natte sneeuw en modder doen opspatten. Het gevolg is dat na 10 minuten mijn sokken in de schoenen al nat zijn ondanks de waterdichte schoenen en dat met nog ca. 6uur te gaan. Op de eerste echte serieuze afdaling, door een greppel met veel losse stenen, loop ik blijkbaar zo verkramt naar beneden dat ik een stevige spierpijn voel op het vlakkere gedeelte van het parcours (5km in 24:19). Het gaat vanaf nu veel op/af en daar knijp ik hem behoorlijk mede omdat mijn ogen in dit half donker te laat de obstakels zie. Ik moet een kopgroep van ca 10 man laten gaan met o.a. Raf Brabants, Battice winnaar Wouter Hamelinck en Nederlands bekende ultraloper Veron Lust waar ik kennis mee heb gemaakt. Nu moet ik zelf de route zoeken die is gemarkeerd met een wit lint in de bomen als er een zijweg moet worden genomen. Ik verloop me een paar keer omdat ik geconcentreerd moet kijken waar ik loop en een wit lint, boven mijn blikveld, in een wit winterslandschap niet echt opvalt (10km in 53:51). Buiten sneeuw, regen, ijs, modder, stenen, bladeren, afgevallen takken is er ook nog de macabere ontdekking van een aangevreten reen lijk waar ik overheen moet springen. Als we op een verharde weg richting verzorgpost (15km in 1:23:32) gaan krijg ik lopers voor me in beeld en heb ik weer een mikpunt. Het gas gaat erop en tot mijn verbazing kan ik aansluiten bij een van de volgende klimmen in het besneeuwde bos. Ik praat met Veron Lust over de prestatiecurve van de ouder wordende loper en dol wat met Wouter Hamelinck wat me op voltreffer met een sneeuwbal komt te staan (20km in 2:04:27). Het parcours dat blijft stijgen en dalen is wonder mooi met zijn vele beekjes en vergezichten, alleen is er niet veel tijd om te kijken. Ik mis de favoriet en winnaar van vorig jaar Olivier Perron in de kopgroep die langzaam slinkt (25km in 2:33:08). Ongeveer 3 km voor het keerpunt in Spa komt er een langere klim waar Veron Lust afstand neemt en Wouter Hamelinck volgt op 10 meter. Ik moet passen bij dit geweld en ga in mijn eigen tempo naar boven. Blijkbaar heeft Wouter zijn dag niet want langzaam loop ik naar hem toe en gezamenlijk lopen we op plaats 2 en 3 naar de drankpost in Spa. Terwijl enkele achtervolgers voorbij lopen vul ik mijn drinkbelt. De organisatie heeft ons voor de afwisseling nu een glad stenen trappenpad getrakteerd maar met de stalen pinnen onder mijn schoen heb ik nauwelijks grip wat me op een valpartij komt te staan. Wouter zie ik beneden achter me lopen en ik moedig hem tevergeefs aan (35km 3:23:34). Vanaf plaats 5 begin ik in de lichte afdaling aan een opmars wat me de 3e stek oplevert als ik bij de drankpost arriveer (40km in 3:46:49). De warme thee smaakt me goed en als no. 4 aankomt vervolg ik mijn weg. De beklimming bij Theux gaat me nog goed af maar nu zit ik over het marathonpunt en kom in het ultragebied waar ik nog niet veel ervaring heb (45km 4:09). Bij een bruggetje parallel aan het spoor verloop ik me en loop nu langs de spoorbaan aan de verkeerde kant van het hoge hek, na wat zoeken vind ik een gat in de afrastering. Van een omstander verneem ik dat ik 200meter achterstand heb op de no.2. In de volgende slingerende klim zie ik hem voor me lopen en even later is hij het haasje. De langdurige inspanning maakt me minder alert, de reacties worden trager waardoor ik enkele keren bijna onderuit ga en een bloedneus oploop door een klap van een boomtak. Inmiddels zijn twee lopers bij me gekomen, die niet aan de wedstrijd deelnemen, en me haarfijn kunnen vertellen wat me nog te wachten staat. In de afdalingen zijn de klappen in de bovenbenen niet leuk meer en ik moet noodgedwongen ook langzamer gaan dalen. Op een lange klim krijg ik het lood in de benen gevoel en moet nog kleinere passen maken. Dit kost me de 2e plaats al een fris ogende Belg me passeert, nu ben ik het haasje. De volgende steile helling is gemarkeerd met een grote 58 (58km in 5:01:01), hier moet ik voor de eerste en laatste keer wandelen. De fut is er helemaal uit en het is de 3e plaats die me boven weer motiveert om tempo te maken (60km in 5:14:42). Het wordt steeds moeilijker om het evenwicht te houden op de glibber paden. Olne komt in zicht en ik hoor de speaker, maar de laatste 1,5 km tot de finish is een steile klim waar ik met veel moeite kan blijven lopen. Het laatste stuk loop ik door diepe plassen en het water komt tot aan de enkels. Als ik in de laatste bocht naar de streep me omdraai zie ik mijn achtervolgers naderbij komen maar ik red het. Een 3e plaats met een eindtijd van 5:38:48 onder deze erbarmelijk zware omstandigheden zijn een feit en ik realiseer me dat ultralopen van deze categorie wat meer voorbereiding vragen dan een marathon. Als ik wat wil drinken vliegt de EHBO over me heen want de bloedneus heeft blijkbaar mijn hele mond, kin en hals rood gekleurd. Ik moet op de brancard ondanks dat ik probeer uit te leggen waar al dat bloed vandaan komt. Net op het moment als het hospitaal gebeld dreigt te worden valt bij hun de Franc. Hiermee heb ik de organisatie bij de neus genomen en de vele pessimisten welke me dit mooie avontuur hadden ontraden.