{i}Apeldoornse Courant, woensdag 24 mei{ei}
{b}Rotweek pijnigt tobbende Frans van Melsen{eb}
{i}door PIET ARENDS{ei}
{b}24 MEI 2006 – APELDOORN – Frans van Melsen wordt ‘heen en weer geslingerd’ tussen een familiedrama en de tijd- en energievretende organisatie van de 24 Uurloop. De tragische dood van zeezeiler Hans Horrevoets hakt er bij de 64-jarige sportidolaat stevig in. Horrevoets laat een kind en zijn zwangere partner Petra achter, de dochter van Van Melsens stiefbroer Hans.
Zaterdag is hij niet bij de finish van het etmaalspektakel in het Mheenpark, Van Melsen is heel begrijpelijk bij de begrafenis van Horrevoets. {eb}
De altijd goedlachse Van Melsen heeft het vreselijk moeilijk. Bovenop de dood van Horrevoets, het onmetelijke verdriet van Petra, het leed van zijn even oude stiefbroer Hans – ‘we zijn heel close, wat de één denkt, zegt de ander’ -, komt nog eens de pijn van zijn zwaar aangeslagen 88-jarige moeder. ‘Ze heeft in de oorlog mijn vader verloren. Slachtoffer van de razzia in Putten. Ik was twee, mijn broertje Henk drie maanden. Nu haar kleindochter achterblijft met twee kleintjes, ziet ze alles uit de oorlog terug.’
Zul je altijd zien, in zo’n rotweek word je ook nog eens bikkelhard geconfronteerd met de dreiging van een laatste 24 Uurloop. Van Melsen liep stad en land af, amechtig op zoek naar een scheutige hoofdsponsor voor zijn kindje: de 24 uurloop. Overal ving hij bot. ‘Laat ik het netjes zeggen, ze zeiden stuk voor stuk dat het ze niet uitkwam.’
Het vreet aan hem. De vijfentwintigste editie in het Mheenpark zou wel eens de laatste kunnen zijn. Eénentwintig keer liep hij als trouw organisator de benen uit z’n lijf, drie keer liep hij hem als estafetteloper uit, nu dreigt de uithoudingsproef van de ultraloopkaart te verdwijnen. Door geldgebrek. Vijftien jaar stopte Croon Van Melsen en de zijnen als hoofdsponsor jaarlijks tienduizend euro toe. ‘Die centjes komen we op een begroting van een kleine dertigduizend euro tekort. Voordat we failliet gaan, moeten we zo wijs zijn om de stekker ertuit te halen.’
De Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie toonde ook al geen mededogen voor de Apeldoornse ultraloop. In het Limburgse Stein schreven ze een maandje terug eenmalig een 24 uurloop uit. De KNAU wees het Steinse tussendoortje het Nederlands kampioenschap toe. ‘Wij krijgen het volgend jaar weer, maar wat koop je daarvoor als je het juist nu zo moeilijk hebt.’
Denk je alles gehad te hebben, zit het weer ook nog eens tegen. De weerprofeten van het KNMI voorspellen weinig goeds. Kou en veel regen. Van Melsen nuchter: ‘Nee, het weer is geen concurrent. Dat heb je niet in de hand. Slecht weer is alleen vervelend. Voor lopers en publiek.’
Valt er dan niets positiefs te melden? Natuurlijk wel. Stijn kon pronken met het Nederlands kampioenschap, Apeldoorn met de deelname van één van ‘s werelds beste ultralopers de Belg Alfons Vekemans. Geloof het of niet, de winnaar liep vorig jaar in een etmaal een kleine 250 kilometer, uitgeschreven tweehonderdenvijftig kilometer! Van Apeldoorn tot zo’n vijftig kilometer achter Antwerpen. Bijna niet te geloven.
De donkere-wolken-editie van dit jaar kent ook een primeur: de Stentor-loop. Een zes-uur-estafettestrijd voor teams van maximaal vijf lopers. Van de deelname, slechts vijf ploegen, had Van Melsen zich heel eerlijk iets meer voorgesteld, maar zoiets moet groeien. ‘Het duurt even voordat je een zes-uur-estaffete-loop landelijk op de ultrakaart hebt staan. Maar als er alsnog een hoofdsponsor komt, of meerdere bedrijven samen tienduizend euro schokken, verwacht ik volgend jaar minimaal tien teams aan de start’.
Ze gaan zaterdagochtend om acht uur van start, gelijk met 35 solo-zes-uur-lopers. Voor 45 moedigen die achttien uur daarvoor (vrijdagmiddag 14.00 uur) zijn gaan lopen, zit de 24 uurloop er dan al bijna op. Evenals voor de 24 uur-estafette-teams.
© de Stentor
