Iedere organisatie die een marathon organiseert zou deze webnaam wel willen claimen. Dat ze trots zijn op deze naam en de loper er centraal staat bewijst hun website, waar men alle moeite doet er een heel dynamische van te maken, waar alle informatie op simpele wijze verkregen kan worden. Je kunt er dan ook voor de doelgroep alles op vinden. Omdat de wedstrijd meedoet in het Marathon & Ultracircuit ben ik ook aanwezig.
In de prachtige Pieterskerk kan men inschrijven en omkleden. Dat laatste is een evenwichtskunst, want er staan slechts enkele stoelen. Een krappe kerkbank biedt voor mij uitkomst, want het werkt niet motiverend mijn stramme lijf al voor de marathon te veel te plagen.
De 500 meter naar de start lopen is best gezellig. Je hoort nog eens wat. Jos Akkermans, gisteren in de 6 uur van Den Haag ruim 60 km gelopen, staat een dag later weer vrolijk aan de start van een marathon. ‘ik moet toch behoorlijk wat trainingskilometers maken. Over 3 weken doe ik in Duitsland de 24 uur’, vertelt hij nuchter. Theo Cloosterman was er gisteren op de 6 uur ook bij. Vandaag kan er nog wel een marathon bij. ‘Dat moet eigenlijk wel, want in juli staan er twee 24 uur wedstrijden op mijn programma, ook in Duitsland’. Een Engelsman zegt dat hij vrijdagnacht de 100 km in Torhout gelopen heeft. ‘It’s beautiful. I’m not tired. I wondered what my wife would say’.
Aan de start is het een chaos. De hele straat vol met duizenden lopers die vol spanning op het startschot wachten. Jos en ik hebben een sticker voor het wedstrijdvak. Hoe kom ik hier doorheen? – ze hebben een andere kleur startnummers – verrek, nou snap ik het, kijk maar op de achterkant van het startbewijs – 12 u 5 km, 12.05 u 10 km – 12.10 21 en 42 km – de microfonist zweept lopers en publiek op, maar licht de startprocedure niet toe – zoek tevergeefs naar mensen van de organisatie die me duidelijkheid kunnen geven – de stoet zet zich in beweging – Jos en ik proberen in het wedstrijdvak te komen – een schot, we zijn weg, is dit voor de 5 km, 10 km of voor ons? – we sluiten aan. Later in de kleedkamer heb ik er veel klachten over gehoord. Dit is een misser in de verder perfect georganiseerde en heel gezellige marathon.
Een stadsmarathon met ook de halve afstand erbij brengt aardig wat lopers op dezelfde weg waar jij ook overheen moet. Ik vind het altijd een fascinerend gezicht. Sommigen blazen al na 1 km of versnellen plotseling met grimmig gezicht en zenuwtrekjes. Een enkeling is geconcentreerd aan het neuspeuteren, alsof bij de gedachte aan 21 of 42 km hardlopen de verveling toeslaat. Een ander wringt met hautaine blik zijn ellebogen voor de jouwe. Ik zit in een groepje jongens en meiden. Ze zijn moppen aan het tappen. Ik heb er een onthouden: ‘op het ministerie van Buitenlandse Zaken vraagt een journalist aan minister Bot ‘hoeveel ambtenaren werken hier eigenlijk?’ Zegt Bot: ‘Iets meer dan de helft’. Zo kun je nog lachen op een warme dag, waar in temperaturen van 27/28° prestaties geleverd willen worden, maar gelukkig ook op een ontspannen manier. Dikwijls hoor ik dat hardlopen en hitte synoniem zijn met sportief lijden. Vandaag schijnt de meerderheid er anders over te denken.
De verzorgingsposten zijn buitengewoon goed bevoorraad met water, sportdrank en banaan. Om de 2½ km zijn er natte sponzen en water. Het publiek leeft mee. Vele bewoners hebben sproeiinstallaties voor hun huis geplaatst en emmers water om sponzen te soppen. In de mooiste marathonstraat van Leiden zoals ze zichzelf terecht noemen, is de gehele weg versierd. Er is een wasstraat ingericht waar je gedoucht, afgekoeld en weer super fit aan de laatste kilometers kunt beginnen.
Mijn laatste wedstrijd was op 6 mei, een bergloop van 50 km in Maastricht. Dat was een echte slijtageslag. Nog steeds ondervind ik er de gevolgen van. Door het sterke afdalen zijn de spieren in mijn bovenbenen overbelast geraakt. Afgelopen week zat ik wel in spanning. Zou mijn spieren een marathonafstand zonder problemen aankunnen? Na 1.22 minuut kom ik over de startstreep. Bewust drink ik bij iedere verzorgingspost een bekertje sportdrank en twee bekertjes water, hoewel ik onlangs ergens las dat bij teveel water het zoutgehalte in het lichaam zo is gedaald dat watervergiftiging kan optreden. Pas na de halve afstand neem ik natte sponzen, anders blijft het lijf om verkoeling vragen. De 5jes gaan in 26, 29, 28, 28, 28, 28, 29 en de laatste ruim 7 km in krap 40 minuten. Bij de halve afstand kom ik door in 1.59. Hierna krijg ik enkele pijnscheuten in het rechter bovenbeen. Gelukkig blijft het hierbij. De 30 gaan in 2.50. Omdat ik in een sportieve uitdaging nog altijd goed wil presteren, doe ik mijn best nog onder de 4 uur te finishen. Dankzij de 1.22 minuut verlies aan de start kom ik binnen op 4.00.29. Bij thuiskomst tref ik een mailtje van de Leiden Marathon, dat mijn officieuze eindtijd 3.59.07 is. Toch nog onder de 4 uur? Het is de nettotijd, maar die tellen nu eenmaal niet in de atletiekwereld.
Leiden heeft een enthousiast publiek en een prima organisatie met vele vrijwilligers. Ze hebben ons lopers een prachtig evenement bezorgd, ondanks de hectische start.
Vincent Schoenmakers