Het weekend van 26 en 27 augustus kondigde zich erg rustig aan, althans een maand eerder leek het er toch op. Niets gepland tot ik te horen kreeg dat er een 24 uur doorging in Sinaai. Lekker rustig lopen voor het goede doel. Dat leek me wel wat. Gerald was er natuurlijk ook voor te vinden en we schreven ons meteen in. Rondjes van acht kilometer leek ons best te doen. Echter het weer wilde maar niet beteren, regen, regen en nog eens regen. Met bakken uit de lucht en daarom zagen we het eigenlijk minder goed zitten om daar een hele nacht door te ploeteren. Hoe dichter de datum kwam hoe minder zin ik had. En toen kwam de verlossing zomaar uit de lucht vallen. Amper een week voor de start zou gegeven worden kreeg ik te horen dat men nog een haas zocht voor de Brussels Marathon en of ik niet in wilde vallen. Meteen hapte ik toe want een volwaardige marathon is natuurlijk niet te versmaden. En die sponsorloop kon ik ook nog per ronde afhaspelen. Het gaf niet of je voor de volle 24 uur inschreef of per ronde. Als het maar genoeg geld opbracht. Dus besloot ik beide maar te combineren. Zaterdag dus naar Sinaai, een klein dorpje in Oost Vlaanderen en zondag de hoofdstad aandoen.
Gerald vertrok echter voor de volle 24 uur en was reeds vrijdag in beweging. Ik zou zaterdagochtend zijn calvarietocht vervoegen. Omstreeks negen uur arriveerde ik in het dorp en vond na een kwartiertje op het parcours Gerald reeds terug. Hij had nu reeds een kleine 90 km afgehaspeld en we bleven de volgende 10 uur samen rustig de rondjes afhaspelen. Meteen kreeg ik te horen dat er nog maar drie deelnemers overgebleven waren. Beide andere waren wandelaars, incluis de organisator, maar die kan of mag eigenlijk niet uitstappen. Gerald had echter een voorsprong van ruim dertig kilometer en besloot het de laatste vier uur ook wat rustiger aan te doen. Op een kaart diende stempels verzameld te worden, een op de startplaats en een op een controlepost. En nu al was zijn kaart haast vol. Dan maar de achterkant gebruiken. Men had maar voor 16 stempels vakjes gedrukt en was in overtuiging dat er toch niemand verder dan 130 km zou komen. Buiten Gerald gerekend dus. Hoewel hij het laatste uur het wat moeilijker kreeg volhardde hij toch en men had reeds besloten dat de laatste ronde gezamenlijk afgelegd zou worden. Dus diende men te wachten tot iedereen op de controlepost was gekomen en zo de laatste drie kilometer af te leggen achter een muziekband. De laatste meters waren echter (ook voor mij) een teleurstelling. Men had alleen aandacht voor de organisator die zelfs het minst aantal kilometers gewandeld had. 120 kilometer bij elkaar gestapt in 24 uur. De tweede plek was goed voor 128 km terwijl Gerald er zo’n 152 km bij elkaar gesprokkeld had. Men duwde zelfs beide deelnemers opzij om foto’s te kunnen maken van hun dorpsgenoot, en dit ook door de plaatselijke pers. Veelvuldig werd hij gehuldigd en met prijzen overladen, en beide andere? Die stonden er voor spek en bonen bij. Jammer eigenlijk want het was tot dan een perfecte organisatie geweest. Dan snel huiswaarts om de slaap te vatten.
De volgende ochtend echter moest ik vroeg uit de veren. Ik kon natuurlijk ook gebruik maken van de hotelaccommodatie die men mij aanbood maar binnen het uur was ik met de trein in Brussel. Eerst wel een half uurtje warm lopen tot aan het station natuurlijk. Op de trein naar de hoofdstad nam ik de tijd om het schema van de doorkomsten grondig uit het hoofd te rekenen. Ik werd verzocht om 3u45’ te lopen en dat had ik nog nooit gedaan. Wel is het zo met het haaswerk dat als je je goed voelt dan mag je niet sneller gaan en andersom ook als het halverwege te moeilijk wordt je dan ook niet terug kan vallen. Je bent als het ware verplicht om eenzelfde tempo aan te houden. Wat een stressgevoel teweeg bracht, en wat als ik veel te snel zou zijn? In Brussel gekomen vervoegde ik al snel de andere “hazen”. Ballonnen opgespeld en tot mijn vreugde wilde men wel met mij wisselen en kon ik toch nog voor 3,30 u gaan. Een tempo dat me meer lag. Snel de tas wegdoen en me ervan te vergewissen dat ik echter geen Championchip gekregen had. Dan stond ik maar niet in de uitslag. Getuigen genoeg die me zien lopen hebben. Op naar de start en meteen was ik al goed herkenbaar. Natuurlijk ben ik in het Marathongebeuren een bekend gezicht maar nu met een ballon erbij viel ik nog meer op. Glunderen dus en door de bekendere atleten grapjes in ontvangst nemen natuurlijk. “Als er maar niet teveel helium in de ballon zit want dan ga je te hoog en te snel” bijvoorbeeld. Dan het startschot en de bende schuifelde de triomfboog onderdoor.
Vorig jaar had ik reeds deze omloop gelopen en had danig op mijn tanden moeten bijten dus wist ik wat er komen zou. Ons eerste richtpunt was de 5 km. Net 10 seconden te vroeg maar dat was nog te doen. Verderop bleef het echter in dalende lijn gaan en vijf kilometer verder was de voorsprong al opgelopen tot 2 minuten. Ik probeerde het tempo omlaag te halen door regelmatig flesjes water rond te delen aan de atleten achter me. Telkens haalde ik die per drie stuks van de tafel en deelde die snel rond. Het was warm die dag en drinken was dus de boodschap. Halfweg de wedstrijd daalden we richting Tervuren en ik wist dat dit een lang en moeilijke strook was. Maar we hadden de wind in de rug en het ging meestal omlaag en daarom kwamen we 2,40 minuten te snel door. Een iemand maakte me hierop attent. Ik antwoordde hem dat we nog enkele moeilijke passages zouden krijgen en we best een minuut op die stroken zouden verliezen. En is het niet beter om te eindigen in 3,29u dan in 3,31u? Hij gaf me gelijk en bleef het tempo volgen. Het groepje was bij de doorkomst van de halve marathon nog vrij groot. In 1,44.10 uur passeerden we de mat. Perfect op schema dus. Dan kwam de doortocht in Tervuren en mochten we langs het museum van Afrika lopen. De enorme vijvers werden gepasseerd, weinig toeschouwers aanwezig daar, trouwens over heel het parcours was er niet echt veel volk te bespeuren.
Nu kwam het moeilijkere gedeelte de lastige klim op de terugweg richting Brussel. Aan de overkant zagen we de laatste lopers ons passeren wanneer we het 34 km punt passeerden. Zij moesten de lus van 12 km rondom Tervuren nog maken. Hier begon de marathon echt. En jawel, het groepje slonk zienderogen. Eerst enkelen maar telkens meer en meer. Was ik dan toch te snel gegaan? Twijfel slaat snel toe. Misschien wel maar er bleven er nog een vijftigtal mijn ballon volgen. Enkele kilometers verder kwamen we in gezelschap van de halve marathonlopers. En jongens wat een mooie meisjes lopen daarin mee. Nu viel het me echt op want normaal heb ik daar jammer genoeg geen tijd en aandacht voor. Het was nu echt moeilijk om uit te maken wie nog de marathon liep en wie niet. Enkelen herkende ik nog wel maar vijftig atleten van gezicht onthouden was iets teveel. We naderden weer de triomfboog en maakten ons op voor de laatste 3 kilometer. Volgens de omroeper onder de boog bleven er nog genoeg in mijn spoor hangen. Hij sprak van een enorme groep achter de haas van de 3,30 uur en wat een prachtig initiatief dit wel niet was. Veel lof dus en gelijk had hij.
Even verderop begon het plots hevig te regenen. Een geknetter als een ratel volgde mijn spoor. Ik keek om of ik kon zien wie dat geluid maakte maar moest toegeven dat ikzelf dat lawaai maakte. Het was niet minder dan het getokkel van de regen op de ballon. Bij de 40e kilometer haakte een van mijn dapperste volgers af. Op die laatste nijdige helling moest hij de rol lossen. “Ga maar” riep hij me toe. Ik probeerde hem er nog bij te houden door iets trager te lopen maar het vat was duidelijk af. Ik liep verder de inmiddels dalende helling af met amper drie personen waaronder een man uit het Engelse Oxford die hier zijn debuut maakte. Hij wilde absoluut bij mij blijven. Dan de laatste meters over een oranje tapijt en de verlossende finish. We eindigden in 3,28.20 uur. Perfect vlak gelopen blijkt want de tweede halve marathon ging exact even snel als de eerste. Dan snel op weg richting kleedkamer en meerdere malen mocht ik de bedankjes in ontvangst nemen van de personen die in mijn groepje gelopen hadden.Ik herkende ze niet allemaal maar ze kenden mij dan toch wel. Wel, dat doet echt deugd. En plots komt mijn dappere medeloper op me af die op de 40 moest lossen. Zelfs hij is nog in 3,29 uur geëindigd. “Dat komt door de iets te snelle doorkomsten. Dan bouw je een voorsprong op” bevestigde hij me. Nog meer genot van mijn kant dus.
Als alles vlot verloopt hou je er toch wel een goed gevoel aan over. En de ballon? Die ging meteen na de douche naar het eerste het beste kind die dat kleinood maar graag in ontvangst nam. Dan snel naar het hotel van de hazen gewandeld om de verhalen van mijn lotgenoten te aanhoren. En blijkbaar was iedereen tussen de een en drie minuten te snel doorgekomen. Het was dan ook een moeilijk parcours om perfect op schema te lopen. Teveel klimmen en dalen dus. Maar toch waren we allen tevreden dat we onze taak tot een goed einde gebracht hadden. Er werd met een goed gevoel afscheid genomen en kon ik samen met Jack Hendriks de trein naar Antwerpen weer opzoeken.
Kloek Patrick
