Maandag 13 april. De Zestig van Texel en de marathon van Utrecht. Ik had me al ingeschreven voor de Zestig, maar het gebrek aan kracht om duinen en strand te bedwingen deden me uitwijken naar de marathon van Utrecht. Ik had liever op Texel gelopen, al was het maar vanwege de temperatuur. Deze liep in Utrecht op tot boven de 20 graden.
Bij de start was het nauwelijks 12 graden, maar zo gauw de zon er goed doorkwam ging het kwik omhoog. Met zeer weinig wind was er nauwelijks afkoeling. Zelfs de toppers hadden er last van, ondanks dat die allang binnen waren toen het echt warm werd.
Ik was erg benieuwd hoe het zou gaan, een week na Rotterdam. Het was weer voor het eerst dat ik in twee achtereenvolgende weekeinden een marathon zou lopen.
Uitlopen was het plan, 4:30 een heimelijk gedachte. Dat zou een nieuw postoperatief p.r. betekenen.
Na de start de eerste km veel te snel, maar daarna heel mooi op schema. De brug over het AR-kanaal, bij km 13, was een hele klim. Het tempo zakte flink. Daar besefte ik hoe verstandig het was om de Zestig van Texel te laten schieten! Na de brug kon ik mijn tempo weer handhaven. De zon scheen al lekker en de temperatuur liep op, dus er moest flink gedronken worden. En dat is niet mijn sterkste kant. Bij de 25 werd duidelijk dat ik voldoende gedronken had. Meteen na de waterpost vloog er bijna een liter uit. Hè, dat lucht op. Even later even gevraagd of ik naar het toilet mocht en dat bracht letterlijke en figuurlijk verlichting.
Het tempo was nog goed, maar de benen werden zwaarder. Bij de 30 km zakte het tempo tot 6:40/km. 4:30 kon ik wel vergeten. Bij de dertig begon ook het meest demotiverende deel van het parcours. Hier moet hetzelfde deel van het parcours drie keer afgelegd worden. Als je aankomt zie je de lopers die met de tweede keer bezig zijn in het gezicht. Aan de overkant van het water zie je de lopers die al voor de derde keer die dikke twee km afleggen. Halverwege staat de 32, maar aan de overkant van het water de 37 km. Lekker leuk, dat duurt nog 5 km. Dat de organisatie hier niet iets beter op wist te verzinnen.
Daar kreeg ik de eerste serieuze knauw. Een stuk wandelen deed me goed. Maar 6:40 was duidelijk te snel. Na 37 km werd het alleen nog doorbijten. Leuk was het niet meer, al een tijdje niet meer. Het was vechten van kilometer naar kilometer en veel wandelen. Een oppepper was steeds de verschijning van schoonzoon Peter op de fiets. Daar krijg je, om in fietstermen te blijven, wel moraal van. De brug over het AR-kanaal wandelend omhoog. Daarna nog drie km. Langzaam, tergend langzaam kwam de finish in zicht Hardlopen ging niet langer dan een paar honderd meter achtereen. Nog twee bochten en de finish. Duidelijk geen nieuw Pr. Tot 27 kilometer lekker gelopen, maar daarna speelde Rotterdam op. Ik was duidelijk nog niet hersteld.
Nog 5 marathons en dan heb ik er 100. In Roelofarendsveen liep ik mijn laatste marathon voor mijn hartoperaties. Ik liep er de eerste na twee jaar herstel. En ik denk dat het een mooie plaats is om op 12 september de 100ste en wellicht laatste te lopen. Lijkt me een goed plan. Nog vijf te gaan!
Theo de Jong
