Verslag van Ernst Daniël van de Spartathlon 2008

Als inspiratie voor de deelnemers aan de Spartathlon van dit jaar een verslag van Ernst Daniel die vorig jaar de Spartathlon ruim binnen de limiet liep (32.16.20).

Verslag van Ernst Daniël van de Spartathlon 2008

De spartathlon is één van de zwaardere ultralopen ter wereld, het is er één van 246 km, en loopt van Athene naar Sparta. Deze ultraloop heeft een geschiedenis, die leidt naar de Griekse koerier Pheidippides, ongeveer 490 voor Christus. Toen de Persen het Griekse rijk binnenvielen, moest er hulp gevraagd worden. Er was een boodschappenjongen genaamd Pheidippides, hij kon wel aardig hardlopen (er was haast bij) en bezat lokale kennis (eten en drinken). Volgens de geschiedschrijving van de Griek Herodotus, ging hij ‘s morgens bij het eerste zonlicht lopen en kwam de volgende avond met de laatste zonnestralen aan (36 uur limiet). Maar zoals het gezegde luid “hardlopers zijn doodlopers”. Bij aankomst deed hij toen dus zijn zegje, en viel vervolgens dood neer aan de voeten van koning Leonidas. De lering van dit verhaal is dat je een rustig tempo moet lopen. Degene die mij kennen, weten dat dit niet mijn stijl is. Ik heb het 30km geprobeerd, ik liep toen vrijwel achteraan, maar snel kwam het duivelse stemmetje in mijn hoofd tot leven dat zei: je kunt sneller, toe ga dan. En bij 40 km was ik er al veel aan het inhalen. Heel leuk, maar bij 55 km dacht ik wat sportdrank te nemen, en voor de eerste keer kwam alles eruit. Geloof het of niet, maar dit was op het juiste moment. Dit was de waarschuwing die een bevriende loper mij al gegeven had. Normaal drinken en bijna niets eten op de warme dag, dat kun je ‘s nachts wel inhalen. Dus voor mij was het op de verzorgingsposten alleen een stukje brood, kaakjes, fruit en chips. Ongelooflijk dat je daar zo’n eind zonder problemen op kunt lopen. Maar in de nacht, bij 150 km bij een dorpje, rook ik plots de geur van heerlijke groentesoep van de plaatselijke MAMA. Op de soep lag een heerlijk vettig laagje. Het smaakte geweldig. Hierna ging de tocht steil omhoog, maar na 1km kwam alles eruit. Dus eerst maar een uur steil omhoog gewandeld, vechtend tegen het stemmetje dat het wel sneller kan.

Aangekomen bij CP van de Sangaspas, dit is het basekamp (lijkt de Mount Everest wel). Goed, dit stuk is steil zonder een echt pad, maar het is maar is een klim van 400 naar 1200 meter. Ik heb al wat ruw terrein in de bergen gelopen, dus al gauw heb ik door dat omhoog en omlaag hollen het beste gaat. Wel gevaarlijk maar minder kans op zwikken. Ik kan me wel voorstellen dat de energie die dit kost later tot capitulatie kan leiden. Verder de hele nacht heerlijk gehold, zonder echte problemen. Ik betrap me tijdens het lopen erop dat ik het zelfs leuk gaat vinden. Ik durf dit ook alleen aan andere ultralopers te vertellen, omdat dit op ongeveer 180km niet normaal overkomt. Het gaat goed, zelfs de bergen erna, totdat de zon opkomt (ik kan nog steeds niet tegen de warmte), ondanks de hittetraining in een viscontainer die tot 50C opgewarmd werd. Bij CP 60 na 195 km begint voor mij het ongemak. Ik besluit te gaan wandelen i.v.m. de warmte. Je rekent even en je weet dat je het eenvoudig gaat redden. De laatste 40 à 50 km koste me dan ook 7 uur. Maar goed, de finish is in zicht en dan mag je de voet van koning Leonidas kussen (getver) en krijg je wat water uit de Evrotas rivier te drinken. Ik wilde dit laatste liever even overslaan, want ik durfde mijn voeten er niet eens in te wassen. Maar ik ben gefinisht, en drink het water met een glimlach.

NA AFLOOP, WAT DAN!

Degene die net binnen 36 uur geëindigd zijn en dus om 19:00 uur aankomen, kunnen om 20:00 uur aanschuiven voor de ceremonie op het dorpsplein. D.w.z. 2 uur op een stoeltje zitten. Later in Athene is er een grote ceremonie met de beide burgemeesters van Athene en Sparta en de minister van sport, en bijna ieder land heeft een ambassadeur aanwezig tijdens het galadiner. Nederland niet, hieruit blijkt dat het ultralopen, en de Spartathlon in het bijzonder, als een “freak show” wordt gezien en Nederland beschikt niet eens over een nationaal shirt.

Tot slot hoop ik dat meer atleten zich laten inspireren tot deelname aan de grote wedstrijden op de wereld, waarbij wij meer trots mogen uitstralen over ons eigen land, het is uiteindelijk topsport!

Ernst Daniel.

Verder nog een wens. Deze i.v.m. dat ik het tegen weinig mensen vertel dat ik ultraloper ben omdat ze je dan aankijken, zo van wat gebruik je ervoor, en in een gunstig geval vragen ze ernaar.

Ik ben dan ook voorstander van controle, gezien de publieke mening die er over sporters aan het ontwikkelen is, en dan bedoel ik niet een kop koffie te veel, je krijgt bijna een schuldgevoel dat je aan een sport doet die mensen niet begrijpen en voor mogelijk houden.