CCC 98 km, een reis door de bergen

Martine Hofstede loopt de CCC, de kleine broer van de UTMB. Zij heeft er energie voor 1000 en een hoofd vol mooie herinneringen aan overgehouden.

CCC 98 km, een reis door de bergen

Courmayeur was omgetoverd tot een lopers dorp toen we er vrijdagochtend aan kwamen om half 9. Erg sfeervol waar de muziek en ambiance ons al kippenvel bezorgden.
De spanning was bij ons alle 4 te zien. Misschien wel bij alle lopers, 1800 afgetrainden mensen klaar voor een loop van 98 km en 5600 hoogtemeters en evenveel zoveel dalende meters. Een heel klein deel zou voor de nacht al finishen, een groot deel pas na 24 uur en een andere groot deel zal de finish niet halen.
Met het nummer Conquest of Paradise begon het aftellen en gingen we daadwerkelijk op pad. Met een brok in mijn keel maakten we een rondje Courmayeur waar de locals massaal lawaai stonden te maken met koeienbellen.
De eerste 6 km loop je via asfalt richting de eerste top, Tete de la Tronche. Dat was gelijk zowat het enigste asfalt van de 98 km. Het gaat gelijk omhoog maar je kunt nog wel blijven rennen. Een ongelooflijk lang lint van lopers zie je voor en achter je.
Dan verdwijnen we de trails op en begint de klim echt. De jongens ben ik al lang kwijt want ieder zou zijn eigen race lopen. Ik ben er ook helemaal niet met tijd bezig. De enigste tijden die in mijn hoofd zitten zijn de deadlines van Arnuva en Champex. Als ik daar maar op tijd ben dan komt alles goed.
Al snel zie ik alle lopers met de stokken lopen en besluit de mijne ook te pakken met het klimmen. Alle krachten die ik kan sparen moet ik sparen. Uiteindelijk loop ik gewoon 90 km met de stokken. Met klimmen een extra steun en met dalen bij de steile stukken ook erg handig. Bij andere afdalingen hou ik ze gewoon in mijn handen. Het resultaat is wel dat ik spierpijn in mijn armen heb.
De klim gaat gestaag omhoog en soms stagneert het wat door het smalle pad en de vele lopers. Opvallend is de stilte van de lopers. Omdat je gelijk zo aan het zwoegen ben spaar je je energie en heb je alle lucht nodig met het klimmen. Met het dalen ben je zo geconcentreerd dat je alleen met jezelf bezig bent. Dat geldt voor de hele race, ik heb nog nooit zoveel lopers gezien die zo weinig met elkaar praten. Maar wel met veel respect en begrip voor elkaar.Want zodra er iemand in de problemen is, is er hulp.
De weg naar boven levert waanzinnige vergezichten op. De Mont Blanc en de Grand Jorasses maken je sprakeloos. Als je achter je kijkt is het zo gaaf om te zien, er lijkt geen einde aan de lopers te komen. Ik stap stevig door en zweet mij rot, het is erg warm. Steeds zie ik beneden Courmayeur liggen. Ik kijk bewust om mij heen en sla de beelden op.
Na 12 km ben ik bij de eerste post. Sommige mensen gaan uitgebreid zitten, ik niet. Ik vul mijn waterflessen en drink een glas cola en ga verder. Ik heb er 2 uur over gedaan.
Op 16 km ben ik boven (2584m) en geniet even van het uitzicht. Ik maak een paar foto`s en zet de afdaling naar Arnuva in.

Daar zijn Ingrid en Tanja en dat is een leuk vooruitzicht. Ik haal veel mensen in met afdalen. Thuis zie ik dat ik 100 plaatsen ben opgeschoven in het klassement tijdens die afdaling. Onderweg kom ik nog een drinkpost tegen maar ook hier vul ik bij en ga verder. Het laatste deel van de afdaling is erg zwaar. Beneden hoor je de mensen al roepen en de bellen al rinkelen maar de weg er naar toe is pittig. Het is erg steil en geconcentreerd daal ik af.
Als ik in Arnuva ben is het een klein feestje. Veel mensen, aanmoedigingen en ook Ingrid ziet me al van ver aankomen. We kletsen even, ik eet wat en drink een beker soep. Ik ben 4.51 uur onderweg en heb al 1669 hoogtemeters achter mijn kiezen. Ingrid praat mij bij. Roel en Wim gaan erg hard, zij zijn al 45 minuten voor mij. Nico had het zwaar en zit 15 minuten voor mij. Het belangrijkste is dat ze allemaal goed gaan en hoever ze voor mij zitten boeit me niet echt. Het feit dat ik 40ste dame ben vond ik dan wel weer stoer klinken. Maar ook niet meer dan dat, ik wil finishen en de rest zal mij een zorg zijn.
In Arnuva voel ik mij nog erg sterk en ik weet dat het goed komt. Ik ga redelijk hard maar voel dat ik mij niet forceer. Ik ben ontzettend gefocust en geconcentreerd. In de post wordt ik bijna omhelst door de hoteleigenaar, hij is er vrijwilliger en roept, Martina, you doing so good!
Lachend ga ik weer verder, op naar de Col de Ferret (2537m), weer bijna 800 meter klimmen.
Ik zit in een lekker ritme, heb mijn mp3 speler aangezet en klim gestaag. Het zweet gutst met liters van mijn lijf en ik let erop dat ik goed drink. onderweg kom je soms een waterput tegen en neem er steeds een beker water. Met mij vele anderen want het is heerlijk koud berg water. Ondertussen kijk ik om mij heen en zuig de omgeving in mij op. Dit is waar ik hoor, dit is waarom ik hardloop. Ik prijs mijzelf gelukkig dat ik dit kan doen. Ik probeer ieder moment van goed voelen te koesteren want ik weet dat het ergens om kan draaien en het pijn gaat doen.
Na 6 uur en 23 minuten ben ik op de Col de Ferret. Wederom prachtige uitzichten, god wat het is hier toch mooi. Mijn gevoel voor tijd is volledig weg en het enigste wat ik weet is dat ik voor 20.15 in La Fouly moet zijn. Ik daal af en ben er om 17.40 uur. Ik heb 40 km gelopen.
Er is een grote post en ik heb trek. Als ik binnen stap loop ik haast tegen Nico aan. Hij zit er doorheen en heeft erg pijn aan zijn knieën. Ik pep hem op en zeg hem dat we hier zijn om te finishen, de tijd zal je een worst zijn. We gaan voor de eindstreep niet meer en niet minder!
Ik geef hem een pijnstiller, samen eten we een bordje soep en ik prop nog het een en ander naar binnen. Dan gaan we samen verder. Mijn energie is vreemd genoeg niet te stuiten. Ik daal in een hoog tempo af met Nico achter mij aan. Hij heeft zich hervonden, moet lachen om mijn tempo en vraagt zich af wat het voor superpilletjes zijn. We halen veel lopers in. We lopen langs een rivier en door een bosgebied. We zijn ondertussen in Zwitserland. Dan volgt de klim naar Champex- Lac.
Het is 420 meter klimmen in 4 km en ik voel na 3 km een hongerklop op komen. Ik prop een reep in mijn mond en spoel het weg. De klim lijkt plots eindeloos, ik wil eten. Maar als ik begin te mopperen zijn we er bijna en om 20 uur stappen we Champex binnen, we zitten op 54 km. Ingrid en Tanja zijn blij verrast dat we er al zijn en blij dat we elkaar gevonden hebben want zij wisten dat Nico het moeilijk had. Ik prop heel snel 2 bekers yoghurt naar binnen en voel dat ik bij kom en de hongerklop weg is.
Met behulp van Ingrid kleed ik mijzelf om voor de nacht, organiseer mijn rugzak, eet een bord pasta en Ingrid schud de benen van ons allebei los. Wat een kanjer is het toch! Na een half uur gaan we weer op weg. We hebben sinds de laatste post weer 100 lopers ingehaald en lopen op de 611ste plaats. Ik kan het haast niet geloven. Bovenal voel ik mij nog steeds heel sterk. Roel en Wim lopen nog altijd erg hard en liggen ver voor ons. We gaan de nacht in en de hoofdlampen zijn aan. De voorspelling is een koude nacht, maar ik weet dat ik goed gekleed ben en dus deert het me niet echt.

Het is een rare gewaarwording als je gaat klimmen en alleen een meter voor je iets ziet. Door de lampjes voor je kun je enigszins inschatten hoe hoog het is maar soms zie je die ook niet omdat het parcours een stuk rustiger is. We klimmen naar Bovine en die klim is heel zwaar.
Het zijn vooral grote rotsblokken waar ik stappen moet nemen die mijn benen haast niet kunnen maken. Onderweg komen we ook soms lopers tegen die uitgeput op een rots zitten.
Wij stappen door en bezweet komen we boven na 2 uur en 10 minuten. Dan volgt er een koude en technische afdaling. Het waait en het is rond het vriespunt. Geconcentreerd dalen we af. Het is vooral zaak om heel te blijven. Als je valt en je verstuikt wat is het over. We dalen af naar Trient op 1300 meter en daar is het 70 km punt. Ik realiseer mij dat ik de verste afstand tot dan gelopen heb. (60 km op Texel) Net als steeds als we naar een dorp afdalen is het een feest om aan te komen maar een ontzettend zwaar laatste stuk met afdalen. De dorpen zijn massaal op de been en de posten zijn steeds weer ontzettend goed. Er is alles te krijgen en zodra je iets vraagt krijg je het.
In Trient staan Ingrid en Tanja weer en ik moet ze roepen als we aankomen. onze gezichten zijn slecht te zien met de hoofdlampen op ons voorhoofd. Het is 00.12 en we zijn meer dan 14 uur onderweg.
Ondertussen zijn Ingrid en Tanja al even bezig om uit te zoeken waar Wim toch is. Hij zou er aangekomen zijn maar daarna zien ze niets meer. De Sms werkt niet daar. Nico en ik eten weer wat, brood en soep en gaan verder.
We vrezen dat Wim de man met de hamer is tegen gekomen. De klim naar Catogne is minder zwaar als de klim ervoor maar het blijft een opgave zo in de nacht na zoveel km. Het is mistig en het zicht is zeer beperkt. We hebben met de meiden afgesproken dat we ze weer in Vallorcine zullen zien, op 80 km. Hopelijk weten ze dan meer over Wim. Roel is ondertussen al aan de laatste klim bezig en gaat als een speer.
Als we in Vallorcine komen weten ze dat Wim weer onderweg is. Hij bleek op de ehbo post te hebben gelegen met uitdroging en een lage bloedsuiker. Hij had last van zijn maag en daardoor te weinig intake gehad. Als we willen vertrekken komt plots Wim binnen en we zijn allemaal opgelucht dat hij er is. We besluiten te wachten en gaan met z`n drieen verder voor de laatste 20 km. We zijn meer dan 17 uur onderweg en lopen op plaats 571.
Dan volgt de laatste klim. Wederom een hele zware, het begint te regenen en alles is glad. We zien in verte een lint lichtjes, heel hoog en ver weg. Nico zegt, kijk`lichtjes van de kabelbaan. Ik vertel hem het slechte nieuws, het zijn lichtjes van lopers en daar moeten wij heen. Er komt geen eind aan de klim, erg steil en wederom grote rotsblokken. Steeds als je denkt dat je er bijna bent komt er weer een bocht en zie je boven weer lichtjes. Bijna 800 meter in 7km , wat een toetje als laatste klim.
Soms stoppen we even om een stuk reep of een gelletje te nemen maar stappen snel weer verder. Soms realiseer ik mij dat ik op weg ben om een 98 km wedstrijd te finishen maar ben vooral bezig om veilig boven te komen. De afdaling is niet veel beter. Erg glad en soms moet je op handen en voeten jezelf verplaatsen. Dan volgt er nog een klein klimmetje naar La Flegere op 90 km. Daar is nog 1 drinkpost en we staan allemaal te springen om water. We drinken nog een beker soep en gaan dalen voor onze laatste 8 km.
De afdaling wordt beter en het is licht geworden. Daardoor kunnen we weer wat vaart maken en ik ben niet meer te houden. Waar ik de energie vandaag haal is mij een raadsel maar ik ren nog in een redelijk tempo naar beneden.
Soms wacht ik even tot Wim en Nico weer bij zijn en ga weer verder. Ik zie dat we het nog kunnen halen om voor 8 uur te finishen en zeg dat tegen de jongens. Het zou toch mooi zijn als we onder de 22 uur kunnen finishen. Dan komt Chamonix echt in beeld en we wachten op elkaar om gedrieën het plaatsje in te rennen. Ik zeg met een brok in mijn keel `tsjonge tsjonge, we hebben gewoon 98 km gelopen, ongelooflijk.
We zien Ingrid en Tanja al staan en ook Roel staan gedoucht op ons te wachten. Er zijn niet heel veel mensen om 7.55 uur maar het kan ons niet boeien. We halen het gewoon, we finishen in deze loeizware bergwedstrijd. Om 7.55 uur gaan we over de streep en is de ontlading daar. Ingrid en Tanja hebben voor champagne gezorgd en we proosten op deze mooie afloop. We hebben het toch maar mooi gedaan, 98 km door de bergen, onvoorstelbaar.
Roel liep 18 uur en 52 minuten en finishte op een prachtige plaats; 202!! Nico, Wim en ik deden het in 21 uur en 55 minuten en het bracht ons op plaats nummer 543. Er zijn 1866 lopers gestart.
Ik was daarnaast 33ste vrouw van de 235. Bovendien 14 in mijn categorie. Iets waar ik toch ook wel trots op ben als laaglander. Er zijn 1266 lopers gefinished van de 1866 starters. Van de 4 Nederlanders ben ik de enigste die gefinisht is.
De race zelf is echt perfect georganiseerd. Een diepe buiging voor de organisatie. The North Face Ultratrail is er een om in te lijsten. Waanzinnige eet en drinkposten, een goed aangegeven parcours wat toch een opgave is over zo`n lange tijd en op zo`n afstand. Maar de lintjes hingen er altijd. En zeer enthousiaste vrijwilligers die alles voor je willen doen. Klasse!

Voor mij persoonlijk was dit een ongelooflijke race. Ik heb mij nog nooit zo sterk gevoelt als hier. Dit was de race waar ik naartoe geleefd heb, waarvoor ik veel vooral zware km`s heb gemaakt. Waarvoor ik dingen uit heb geprobeerd, lessen heb geleerd. Het was alsof de puzzel compleet in elkaar pasten. Ik heb heel stabiel gelopen, tijdens de race steeds meer mensen ingehaald. Heb werkelijk geen dipmoment gekend. Ik was steeds overtuigd dat het ging lukken. Nog nooit ben ik zo geconcentreerd en gefocust geweest. Ik ben in die 98 km niet 1 keer gevallen!
Uiteraard was het zwaar en moet je afzien maar dat is iets anders dan helemaal kapot zijn en het niet meer zien zitten. Ik heb genoten en afgezien. Het was een ongelooflijke reis. Ik geloof niet dat je je vooraf kunt realiseren hoe zwaar dit is. Misschien maar goed ook. Anders zou je er misschien niet eens aan beginnen.
De schade? Spierpijn uiteraard . Als ik loop valt het mee maar als ik een tijdje heb gezeten dan is het starten niet makkelijk. Verder zijn mijn voeten opgezet en dat is het.
De winst? Energie voor 1000 en een hoofd vol mooie herinneringen. Dat alles mogelijk is als je er voor traint en je focust. Sommigen verklaarden me misschien voor gek om van 60 km vlak naar 98km in de bergen te gaan. Waarom niet eerst een 100 km op de weg. Maar mijn liefde ligt daar, in de bergen en op de trails. Dus daar moet ik zijn.
En het ergste is, ik zou het zo weer doen!

NB; alle foto`s zal ik nog in een filmpje zetten en volgt.

Martine Hofstede