Categorieën
Niet gecategoriseerd

Het risico van de najaarsmarathon (Etten-Leur 2009)

Hans Jurriaans: ‘Overdag hoestende en niezende collega’s in mijn buurt en thuis met de kinderen niet veel anders. Zelf een klein beetje verkouden maar wel opvallend stijve bovenbenen en onderrug de laatste dagen dus knaagde enige twijfel’

Na mijn marathonbelevenissen van de eerste helft van dit jaar had ik behoefte om echt goed te herstellen. Zodoende deed ik het deze zomer lekker rustig aan, een enkel korter wedstrijdje en ook in september nog geen marathon. In het najaar wilde ik nog eens proberen om een snelle tijd neer te zetten.

De training voor Etten-Leur, want daar moest het gaan gebeuren, verliep naar wens. Eind september sloot ik een aantal pittige trainingsweken af met een halve marathon. Deze verliep nogal moeizaam, maar ach wat wil je als je nog geen gas terug genomen hebt. Een week later nog een 10 kilometer en die verliep boven alle verwachting. Mijn snelste tijd van de afgelopen drie jaar en mensen, die normaal bij mij in de buurt eindigen op meer dan een minuut achter me. Dit drie weken voor de marathon met alleen nog de tapering off te gaan. Zou ik dan eindelijk eens in topvorm aan de start van een marathon staan?

Toen begon ik echter overdag hoestende en niezende collega’s in mijn buurt waar te nemen en als ik die dan ontvlucht was dan was het thuis niet veel anders. Mijn kinderen deden ongeveer hetzelfde en klaagden ook nog over keel- en oorpijn danwel diarree. Als je echter veel minder traint dan je gewend bent en ook nog meer rust neemt, wat kan je dan gebeuren? Die virussen zullen toch wel door mijn afweersysteem buiten gehouden worden. Je wilt op zo’n moment natuurlijk ook positief blijven denken. Ik was maar een klein beetje verkouden en okee ik had een beetje last van mijn buik. Alleen die opvallend stijve bovenbenen en onderrug de laatste dagen voor de marathon? Ja, er knaagde toch wel enige twijfel aan het positivisme.

De 25ste oktober beloofde een vrij warme herfstdag te worden, een graad of 16 en iets te veel wind, kracht vier. Het zag er allemaal mooi uit, overwegend zonnig en dat met die mooie herfstkleuren, dat moest toch weer genieten worden. Aangekomen in Etten-Leur, had ik mijn auto geparkeerd in een woonwijk op een meter of 500 van theater- en congrescentrum de Nobelaer, waar omgekleed kon worden. Nadat ik mij middels het aanbrengen van wat vaseline, zo hier en daar, klaar gemaakt had voor de wedstrijd en mijn autosleutels en –papieren afgegeven had bij de kluisjes, besloot ik nog een stukje warm te lopen naar mijn auto en terug. Toch nog even checken of het daar echt geen betaald parkeren was i.v.m. de koopzondag. Bij mijn auto aangekomen schrok ik enigszins, hij stond namelijk niet op slot! Dus dat werd nog een extra retourtje Nobelaer en aangezien het inmiddels behoorlijk druk was bij de kluisjes was het ook een mooie stressbestendigheidtest. Vier minuten voor de start betrad ik uiteindelijk het startvak en ik had nog nooit zoveel warmgelopen voor een marathon. Mijn Garmin melde ruim 2,7 km, een goed begin!

Vervolgens dan de start en het echte begin van weer een marathon. Na twee kilometer door Etten-Leur gingen wij het buitengebied in. Door het bosgebied de Pannenhoef en langs het Lokkerven, kortom het mooie Brabantse land. Wat meteen opviel was dat windkracht vier toch wel hard aanvoelde, daar kon in ieder geval bij vlagen (letterlijk) wel eens kracht vijf bij zijn. Tegenwind werd tot vervelens toe afgewisseld met zijwind. Krijgen we ook nog wind mee? Na een kilometer of 15 was dit inderdaad het geval en het voelde af en toe echt als een flinke duw in de rug. Had ik mij tot die tijd nog goed aan het gewenste tempo weten te houden, door de wind ging het nu toch weer iets te snel. Bovendien viel het mij ineens op dat we zo’n drie kilometer over klinkers liepen en dat ik dat niet echt prettig vond. Vreemd want ook in de eerste twee kilometer lagen deze er al en toen lagen ze me echt niet in de weg. Het tempo lag tussen 20 en 25 kilometer wel weer keurig op het gewenste niveau. Gevoelsmatig had ik echter het idee dat er rond de 21 km een breekpunt lag en ik meende mij te herinneren dat ik dit in Gilze ook had alleen toen rond de 31 km.

En inderdaad daar stond hij, bij 25 km, de man met de hamer. Was het bij de Waterland Marathon nog de man met de ventilator, nu was het toch echt gewoon een mokerslag. Natuurlijk de wind was ook vandaag iets te hard, maar dat was niet de oorzaak. Dit was blijkbaar het risico van de najaarsmarathon. Bij 31, 32 en 33 km moest ik zelfs wandelen, iedere keer 200m en in een hoog wandeltempo van 6 à 7 km per uur en dan weer minimaal een kilometer rennen. Even een andere beweging voor de stramme spieren. Zo kwam ik bij 34 km weer in een enigszins acceptabel ritme en liep nog een stukje samen met een Belg bij wie het licht ook al lang was uit gegaan, zoals hij mij vertelde. Ik dacht nu te kunnen blijven rennen tot de finish, maar ondanks het positieve feit dat de 5 km van 35 naar 40 weer duidelijk sneller gingen dan de 5 ervoor moest ik toch vlak na de 40 km nog een wandelpauze van 200 m inlassen. De wind blies weer in de rug en ik vond dat ik daar van moest profiteren, maar als je eenmaal kapot bent gegaan forceer je jezelf blijkbaar erg snel.

Uiteindelijk bereikte ik de finish (in 3:20:39) en was ik tevreden dat ik me daar toch weer naar toe geknokt had. Die magische tijd komt een andere keer wel en dan kan ik deze ervaring misschien goed gebruiken om die te bereiken. Nu eerst maar eens het risico van de najaarsmarathon eruit proberen te hoesten en niezen. Thuis gekomen kwam ik erachter dat ik eigenlijk een unieke prestatie geleverd had. Ik had gelopen met startnummer 67 en was gefinisht als nummer……..67!

Hans Jurriaans
(hansjurriaans gmail.com)