Zaterdagmorgen wist mijn weegschaal het al. Toen ik erop stond vroeg ik ‘wie wordt de Nederlandse Kampioene?’ en daar stond het antwoord: 54. Mijn startnummer! Gelukkig vroeg ik niet hoeveel kilometers ik zou gaan afleggen…. Allemaal onzin natuurlijk, ik heb me helemaal niet bezig gehouden met het NK. Ik wilde maar één ding en dat was een PR. Ik was goed in vorm dus dat zou moeten lukken. En heel misschien zelfs wel 180 km, dat zou ik fantastisch gevonden hebben.
Zaterdag komen we ruim op tijd aan in Steenbergen. Het strandtentje wordt vlak naast de tenten van de organisatie neergezet zodat ik eten en drinken kan pakken en daarmee evt. even kan gaan zitten op mijn eigen plekje. Het is frisjes en het miezert af en toe dus mijn kledingkeuze is niet moeilijk: warme tight en 2 thermoshirts. Vannacht wil ik daar dan een jasje over aantrekken en dat moet dan maar goed zijn. Morgen zie ik wel want dan zal het 15°C worden, zo is de voorspelling. Later blijkt dat helemaal niet zo te zijn dus houd ik ook de volgende dag mijn jasje maar aan.
Mijn plan is om 2 rondes te lopen en dan 2-3 minuten te wandelen maar al na 1 ronde wijzig ik dat. Wat een rotstuk is het eerste stuk. Ik noemde het dit weekend iets anders maar Regina dreigde mijn mond te spoelen met zeep. Ik lust geen zeep dus ik zal het hier heel netjes rotstuk noemen. Klinkertjes, een stuk zand, meer klinkertjes, een stoepje en matten om het nog een beetje beloopbaar te houden. Maar één mat is een beetje omhoog gekruld zodat ik meteen al bijna struikel. Ik beslis dus meteen om elke ronde het stuk vanaf het zand t.m. de laatste mat te gaan wandelen. Dat kost nauwelijks tijd, achteraf denk ik nu zelfs dat ik daarmee mijn winst heb gepakt. Door mijn wandeltraining van de laatste maanden kan ik behoorlijk snel wandelen. Als ik pas zou gaan wandelen als ik me moe voel, zou het sjokken worden. Nu stap ik stevig door, elke ronde, precies tot aan de laatste mat en geen cm verder. Dit weet ik de eerste 20 uren vol te houden, daarna wandel ik iets verder. Het levert me wel meteen weer commentaar op van een toeschouwer. Kijk, DIE wandelt nu al, zo kan ik het ook! Ja, meneer, maar DIE moet dit wel 24 uur weten vol te houden. Bovendien gaat DIE straks weer hardlopen en omdat DIE dus een stukje heeft gewandeld kan DIE dus iets harder lopen waardoor DIE ook iets comfortabeler loopt en DIE het dus langer vol kan houden. Komt U anders over 23 uur maar even weer kijken hoe het met DIE gaat.
De eerste uren loop ik bijna achteraan, ik houd me niet bezig met de wedstrijd. Ik wil mijn eigen tempo lopen en laat me niet gek maken door anderen. Iedereen pakt het toch anders aan. De één loopt wat harder en neemt ’s nachts misschien wel een lange pauze, de ander loopt de gehele 24 uur in een constant tempo door en weer een ander start misschien hard en gaat daarna wandelen. Ik wil constant doorlopen maar wel met een paar heel kleine pauzes van een paar minuten. En omdat ik al na 4 uur een vervelende blaar voel ga ik dan dus al even zitten om die blaar een speldenprikje te geven. Schone sokken aan en weer verder. En dat voelt even k….(sorry Regina, ik wil niet schuimbekken!)…heel pijnlijk. Maar na 5 minuten voel ik het al niet meer en loop weer lekker verder. Na 8 uur lopen ga ik weer even zitten, trek een jasje aan, eet wat en wens Jos welterusten. Hij gaat in de sporthal slapen. Ik red me wel, heb liever dat hij er morgen in de laatste zware uren voor me is.
De nacht is heerlijk. Zo stil, rustig, vredig. Alleen die ene ontzettend vals zingende ultraloper….oeioei….niet meer doen hoor! Er zijn waxinelichtjes langs het parcours gezet en dat ziet er zo mooi uit. Ik zie bijna geen lopers meer, het lijkt wel of ik hier alleen op de wereld ben. Ik loop gewoon te genieten. Tot ik weer een hele pijnlijke blaar voel. Dus neem ik weer een pauze om te prikken en om andere schoenen aan te doen. Jeroen, coach en verzorger van Wilma, doet mijn chip aan de andere schoen terwijl ik mijn blaren doorprik. De rest van de nacht vraagt hij iedere ronde of ik wat nodig heb en of hij wat voor me kan doen. Geweldig! Bedankt Jeroen.
De nacht vliegt voorbij en de wereld komt weer tot leven. De haan kraait, het paard trapt tegen de schotten van zijn stal en de vogeltjes beginnen weer te fluiten. De mensen langs het parcours komen weer tot leven, Rinus biedt me voor de zoveelste keer een lekkere luchtmatras aan (hij ligt voor je klaar hoor!) en ik hoor verschillende mensen zeggen dat het er nog soepel uitziet. Gisteren was ik DIE en nu ben ik dus HET? Nee hoor, grapje, ik waardeer het zeer dat mensen me aanmoedigen. Hoewel ik nog geen echte dip heb gehad ben ik natuurlijk wel moe. Opeens haal ik Wilma weer in. ‘Hé, Wilma, wat zijn wij GOED!!’ ‘Ja, joh, en straks gaan ze het Wilhelmus voor ons zingen. Mooi toch?’ En ze zet even een tussensprintje in zodat de fotograaf ons samen op de foto kan zetten.
De 6 uurslopers komen nu langzamerhand ook binnengedruppeld, Jos is weer wakker, neemt iedere ronde mijn bestelling op en zorgt ervoor dat ik alleen maar mijn ene voet voor de andere hoef te blijven zetten. Dat gaat nog steeds goed. Een PR is in de maak en ik durf zelfs al op 180 km te hopen. Soms voelt het alsof ik langzamer ga maar elke ronde zie ik op het scorebord dat dat best meevalt. En elke ronde geef ik mezelf dus maar een compliment: goed gedaan meissie, ga zo door, je kunt het. Ik moet toch wat verzinnen om aan de gang te blijven? Drie minuten voordat de start van de 6 uur is, kom ik langs start/finish gebied, bedenk me dat straks een hele kudde lopers van start zal gaan en mij dus waarschijnlijk onder de voet zal lopen. Omdat ik hun niet in de weg wil lopen en ikzelf ook geen hinder wil ondervinden, neem ik even weer een korte pauze. Vincent doet ook mee aan de 6 uur en zo kan ik hem ook even aanmoedigen. Hij zal vandaag 39 km bij elkaar wandelen. Wat een power zit er toch in die kleine tengere man. Daar heb ik groot een respect voor. Na de start van de 6 uur ga ik ook weer verder. Nog steeds geen echte dip, alleen maar moe. Ook Jack, mijn wandelcoach, komt vandaag kijken. Hij heeft gisteren zijn eerste Kennedymars (80 km!) gewandeld. Even een klein gesprekje, het maakt me blij.
Na ruim 21 uur heb ik mijn doel al bereikt, het PR is binnen. Die 180 haal ik ook wel. Ik begin zelfs mijn doel bij te stellen naar 90 rondes, 188 km. Als ik dat zou kunnen halen zou ik een heel gelukkig mens zijn. Jutta roept dat ik wel de 190 km kan halen. Jaja, eerst maar eens die 90 rondjes en dan zie ik wel verder. Elke ronde kijk ik naar mijn rondetijd, die blijft vrij constant ook al neem ik een iets langere wandelpauze. Ik leef nu van ronde naar ronde, niet te ver vooruit denken, houd het simpel. Nog een blaarprikpauze, neem je tijd, doe het rustig aan, je haalt het wel. Bjorn noemt me nu al de Nederlandse Kampioene maar ik wil het niet weten. Wilma is zo sterk. Als ik nu zou verslappen dendert ze gewoon over me heen. Niet verslappen dus en zeker niet nadenken! Je bent niet moe. Morgen heb je een rustdag! Nog maar 7…6…5…4…rondes en dan heb je er 90! Aftellen, doorlopen, niet vooruit denken, ronde voor ronde, tot de 90, kom op! Die 90 rondes haal ik ook ruim, ik kan het bijna niet geloven. Jutta had gelijk, ik ga de 190 km halen! Nog maar 1 ronde. Na die ronde kan ik er nog 1 en dan heb ik nog bijna 3 minuten over. Die ga ik mooi wandelen, neem ik me voor. Maar bij doorkomst staan daar Jos en Bjorn al klaar om met me mee te lopen. Moet ik ook nog een eindsprint van ze inzetten! Dat doe je toch niet? Een vermoeid vrouwtje zo afbeulen! Wat maken die paar meters nou uit. Maar Bjorn zweept me op. ‘Kom op, dat bord haal je! Kijk, daar staan stoelen, kun je meteen gaan zitten. Kom op! Nederlands Kampioene!!!!’
De stoelen haal ik, ik mag meteen gaan zitten, krijg een kop warme thee in mijn handen gedrukt en Jos helpt me warme kleren aan te doen. Ik ben kapot! Voel me misselijk en moet vreselijk gapen. Na het opmeten van de restmeters moet ik dus ook nog terugwandelen naar de sporthal. Nog een gelukje dat ik niet ergens halverwege het parcours ben geëindigd. In de sporthal wordt ik op een stoel neergezet, ik krijg een emmertje voor het geval dat, een mevrouw neemt een interview af, Jos gaat mijn troep opruimen, Jack en Petra komen een praatje maken en als dat allemaal voorbij is ga ik bijna van mijn stokje. Ik voel me echt heel erg slecht, zit maar te gapen, moet kokhalzen maar er komt niks en kan me nauwelijks nog bewegen. Reddende engel Ann houdt me bij de les en geeft me bouillon en een stukje brood. Hé, blijf bij me hoor! Ja, Ann…gaap…ik voel me dizzy. De nieuwe Nederlandse Kampioene is niet veel meer dan één brok ellende.
Maar….aan alles komt een einde en na een tijdje knap ik weer op en kan gaan douchen. Daarna naar de prijsuitreiking. Een nieuw PR van 192,984 km. Eerste vrouw, derde overall, Nederlands Kampioene. GOUD!!! Het Wilhelmus. Ongelofelijk! Wat ben ik hier blij mee.
Jannet Lange
http://jannetlooptlang.punt.nl