De Rallarvegslopet is een tweedaagse loop in Noorwegen. De loop gaat over een oude spoorwegaanlegweg (een weg die is aangelegd om de spoorweg aan te kunnen leggen) uit eind 1800. In 1974 is deze weg opgeknapt en is nu een populair fietspad. De ondergrond is voornamelijk gravel, en op de meeste stukken mooi uitgevlakt. Bij het lopen hoefde ik daardoor niet steeds naar de grond te kijken en kon vaak om me heen kijken. En de omgeving maakte deze loop de mooiste die ik tot nu toe gelopen heb.
2010 is voor mij niet het jaar van de grote lopen. Weinig getraind door veel werk en een onwillige maag. Maar ik kon nog wel een beetje teren op de conditie van vorig jaar, en daardoor kon ik nog wel een paar mooie ultralopen lopen dit jaar. De 50 km van de Westerwaldlauf in mei was mooi. Limburg zwaarste in maart nog mooier, een van de toppers in Nederland, en ook de trail van Luxemburg naar Belgie van circa 60 km was prachtig. Maar al deze lopen hadden gemeen dat ik net voor sluitingstijd binnen was.
Eind juni had ik mijn toploop voor dit jaar gepland, de 90 km lange Lavaredo Ultratrail met 5000 hoogtemeters. Die trail is op zich al een verhaal waard, maar om nu steeds alleen de ultralopen te beschrijven waar ik onderweg strand doet mijn reputatie geen goed. Ik werd op de club al uitgemaakt voor mislukte ultraloper. Maar voor fitte lopers die houden van trails in de bergen is dit wel een juweel van een loop. Deze trail in de Dolomieten was wel weer een goede voorbereiding voor de Rallarvegslopet. Daarvoor hoefde ik maar 1600 meter omhoog te lopen over 54 km, en de dag erop nog een stukje uitlopen over 27 vrij vlakke kilometers.
Vrijdagochtend vertrok ik naar Noorwegen. Met trein, vliegtuig en trein kwam ik 11 uur later aan in Finse. Finse is het hoogstgelegen station langs de spoorlijn Oslo-Bergen. Het plaatsje bestaat uit een paar huizen en een groot hotel direct aan het perron. Dat hotel, Finse 1222, is de vertrekbasis van de Rallarvegslopet. De ontvangst was goed, de kamer goed genoeg, maar het uitzicht geweldig. Vanuit de kamer keek ik uit over een meer met aan de overkant een paar gletsjertongen van de Hardangerjokulen gletsjer.
Het eten was gezamenlijk met alle lopers om 21:00 uur. Vrijwel alle noren daar spraken goed engels dus dat was wel gezellig. Veel van de lopers die ik sprak deden eigenlijk nooit aan ultralopen. De mede-organisator Jan Helgesen loopt een keer per jaar de Rallarvegslopet, maar houd het verder bij marathons. Die loopt hij wel erg goed met een beste tijd van 2:26. Ook de andere organisator Runar Gilberg is een goede marathonloper. Ze kwamen 8 jaar geleden op het idee voor de Rallarvegslopet nadat ze daar eerst rondgefietst hadden. Runar was de woordvoerder van de twee en een aardige komiek. Na het eten hield hij een heel betoog over de bijzondere punten onderweg. Alles in het Noors, dus ik verstond er niets van, maar er werd regelmatig gelachen. Het duurde alleen een beetje lang en ook door de lange reis kreeg ik een beetje hoofdpijn. Daar ging ik mee naar bed en stond er ook weer mee op. Dan maar tijd voor een pijnstiller, nog een doodzonde voor ultralopers, maar ik werd toch al niet meer serieus genomen.
We gingen vanaf Finse met de trein naar de start. Eerst tot Myrdal, en daar met zijn allen een stukje lopen tot Vatnahalsen waar we nog spullen voor onderweg langs de kant konden leggen. Daarna met het toeristische treintje van de Flamsbana naar Flam in het dal aan het eind van de Sognjefjord. Vanuit de trein zag het er al mooi uit. Runar legde me in twee minuten nog even uit wat hij gisteravond in 3 kwartier had verteld. Volg de Rallarveg tot in Finse en let op bij drie punten. En bij ruzie met een fietser hard doorlopen. Verzorging onderweg was er verder niet, maar het water kwam overal de bergen af. Dat kon je overal gewoon drinken uit een beekje, tenminste, zo werd me verteld, er was nog nooit iemand neergevallen na het drinken in de 7 voorgaande edities. Ik heb mijn bidon dan ook regelmatig gevuld met heerlijk bergwater. Als de bidon leeg dreigde te raken was er altijd wel weer een mooi stromend beekje in de buurt.
De start was in Flam om 13:30 uur. Ik nam mijn gebruikelijke positie achterin het pelotonnetje in. Er mogen maximaal 80 lopers meedoen, omdat anders het hotel geen plaatsen meer heeft en dit jaar was het voor het eerst in 8 edities vol. De eerste 10 km liepen over een asfaltweg geleidelijk omhoog met een kort wat steiler stukje. In het dal stroomde een riviertje, langs de zijkanten rezen de bergen hoog op en diverse watervalletjes storten zich naar beneden. Hier was het al mooi. Het lopen ging goed, ik liep mooi mee met de achterhoede en ik had ook nog tijd om foto’s te maken want ik hoefde pas om 21:00 terug te zijn voor het diner. Na 10 km hield het asfalt op, maar het fietspad bleef heel goed te belopen. Het dal werd smaller en mooier. Op een nagenoeg vlak stuk van 4 km kwam het zonnetje flets door en zorgde voor een mooie belichting van de bergwanden. Het lopen ging soepel. Hier werd ik helemaal lyrisch van. Maar ik was nog maar net begonnen en Finse was nog ver dus ik wist wel dat het niet zo zou blijven. Na dit mooie stuk kwam de enige echt steile klim en de ondergrond was wat minder egaal. Fietsers kwamen hier zelfs te voet naar beneden. Over 2 km liepen we hier 300 meter omhoog via tig haarspeldbochtjes. Bovenaan herkende ik het ineens van de wandeling tussen Myrdal en Vatnahalsen. Nu we boven waren had ik het idee dat de route wat saaier zou worden. Het eerste stuk vanaf Vatnahalsen was dat ook wel en met nog ruim 30 km te gaan begon ik het wat zwaarder te vinden. Maar ik liep nog steeds makkelijk bergop. Behalve het stukje naar Vatnahalsen was het nergens echt steil en ik kon blijven hardlopen.
Maar de bouwers van de Rallarveg waren nog een moeilijk doordringbaar stuk tegengekomen. Waar de weg weer wat meer opliep werd het dal nauwer, de rivier wilder en de watervallen mooier en mooier. Mooier dan mooi.
Daarna werd het dal weer breder, en het was meer een hoogvlakte met brede meren, maar ook nog steeds bergen langs de zijkant met watervallen. Peter Jackson, de filmer van de Lord of the Rings, zou er nog jaloers van kunnen worden. Op deze hoge vlakte, 1000 meter boven zeeniveau werd het ook wat kouder, de wind was goed voelbaar recht van voren, maar nog steeds was het goed loopweer, al twijfelde ik nog wel of ik een extra shirtje aan zou doen. Maar na een paar bochten liepen we al weer beschut voor de wind en was het met 12 graden nog goed te doen met een enkel shirtje. Na 45 km kwamen we op het hoogste punt op 1343 meter boven zeeniveau. Mijn maag protesteerde ondertussen ook weer een beetje, en omdat we vrij laat gestart waren leek het ook al erg laat. Ik verheugde me ook al op een mooie afdaling tot aan de finish, maar dat viel toch tegen. 120 meter naar beneden over 9 km is niet echt spectaculair dalen en af en toe liep de route ook gewoon weer omhoog. Hier liet ik het tempo wat varen want ik zou nu toch wel ruim op tijd zijn voor het eten. Nog verrassend snel kwam Finse weer in zicht. Na 6.40 uur was ik weer op het perron waar de finishvlag hing. Over een klein uurtje zouden we weer gaan eten, dus ik ging eerst douchen en nog even kort op bed liggen. Na een half uur was het weer tijd om op te staan, maar na 2 stappen ging het mis. Ik kon nog net het fonteintje halen voordat alles er uit kwam. Het eten moest nog maar even wachten. Even later ging het wel weer dus op naar het restaurant. Eerst kwam er nog een stukje vis dat de anderen net op hadden, maar dat heb ik beleefd afgeslagen. Vis op een gezonde maag vind ik al niks. Het hoofdgerecht moest even wachten omdat de laatste loper binnenkwam. De gezonde buitenlucht deed me dit keer geen goed, en na drie happen van het eten ben ik maar weer snel naar mijn kamer gegaan.
De volgende ochtend voelde ik me gelukkig weer goed. Om half 10 was de start voor 27 km (uit)lopen naar Haugastol. Bergaf, maar ook nu weer was 220 meter omlaag over 27 km niet spectaculair dalen. De dag begon met een stralende zon. Langzaam werd het wat bewolkter en frisser maar ook deze dag weer prima loopweer. Ook hier weer een hele mooie omgeving. Niet zo mooi als de eerste dag, maar dat is bijna niet te evenaren. Mijn tempo was goed, iets boven 10 km/uur. Na 15 km ging het wel wat moeizamer en langzamer. Na 20 km werd ik gebeld uit Nederland of ik die middag nog mee ging naar de afscheidswedstrijd van Giovanni van Bronckhorst bij Feyenoord. Dat leek me toch wat te lastig. Maar het tempo was er nu wel helemaal uit. Na een korte toespraak tot mezelf ben ik toch maar weer vlot gaan lopen naar de finish en na 2.50 uur was ik aan het einde van de Rallarveg in Haugastol. Daar was gelijk de prijsuitreiking omdat binnen een half uur de eerste lopers alweer met de trein mee moesten. Langzaam voelde ik me weer misselijk worden en dat duurde 2 uur, maar gelukkig was het net weg voordat mijn trein terug naar Finse langs kwam. Daar zou ik nog een nachtje blijven. Bij het eten kreeg ik nu een tafeltje met mijn naam erop. Omdat ik mijn naam blijkbaar wat onduidelijk had gezegd stond er maar Rallarvegsloper op. Nu was ik nog de enige loper dus dat tafeltje was duidelijk voor mij bestemd. Gelukkig dit keer geen vis op het menu. Daarna ben ik een boek gaan lezen in de lounge, zag de zon nog met een mooie rode gloed over de gletsjertongen schijnen en kon lekker gaan slapen.
Zoals gezegd in het begin, de mooiste loop waar ik tot nu toe aan mee heb gedaan. Noorwegen kent volgens zeggen niet heel veel ultralopen en ultralopers, maar de Rallarvegslopet werd wel door meerdere lopers daar de mooiste van Noorwegen genoemd, en ik spreek ze niet tegen.
Ik heb veel foto’s gemaakt onderweg. Een paar daarvan zijn te zien op http://picasaweb.google.com/arnold.van.der.kraan/Finse2010#
Arnold
