Het was op een koude decemberavond dat ik van mijn broer Luc een mailtje kreeg, met een uitnodiging om een paar maanden later de winter even te ontvluchten en een “mooie” wedstrijd mee te pikken op het zonnige Gran Canaria. Meer dan een blik op de verzorgde website en een korte nachtrust had ik niet nodig om toe te happen.
Het zou een heel avontuur worden want er werden 8500 m hoogtemeters beloofd over 123 km, vooral rotsige, paden. We hadden dus weer een doel om onze vorm terug wat op te krikken. De voorbereiding liep redelijk naar wens en ik keek echt uit naar het tripje met Luc naar de zon! Op 1 maart vliegen we weg. Zodoende kunnen we ons loopje op gemak mentaal voorbereiden en hebben we ook genoeg tijd om alles wat nodig is bij te vullen. De pizzeria’s in Las Palmas en omstreken zullen het geweten hebben. De dag voor de wedstrijd krijgen we assistentie van onze Amsterdamse vriend Erwin Borrias die hier al voor de derde keer start en nog wat tips mee geeft. Het zouden “gelukkig” maar 4800 hoogtemeters worden ipv de aangekondigde 8500. Die start vindt, voor de 2 langste afstanden (de 96 en de 123km), plaats in het zuiden van het eiland op het Playa del Ingles-strand, vrijdagavond 4 maart 2011 om middernacht precies.
We kunnen in T-shirt vertrekken alhoewel we hier allerhande attributen aantreffen van wollen mutsen met handschoenen over schoenen met plastic zakken tot loopstokken toe. Wat we met zijn 500 wel gemeen hebben is dat we allemaal een hoofdlamp en een rood achterlicht hebben en dat zou in de bergen heel mooie beelden geven tijdens de nachtelijke klimmen onder de vorm van rode en witte slierten al naar gelang de richting naar waar werd uitgekeken. De eerste 4 en een halve kilometer lopen we over het strand en er wordt al heel wat afgehijgd. Ik laat me ook wat vangen want als ik van het los zand afkom na een klein half uurtje zit mijn gemiddelde nog boven 10 km/h. Ik loop “toevallig” met Erwin.
Op een stuk “ons” (lees: vlakker) terrein worden nog snellere starters ingehaald totdat we wat verder via een rivierbedding de bergen in mogen. Het water staat dit jaar heel laag en op een enkele natte voet na kunnen we goed aan de eerste klim beginnen. Mijn dubbele Italiaan van de avond ervoor (pasta en pizza) heeft nood aan een uitgang en Erwin klimt stilletjes van me weg. Waar Luc zich bevindt is voor mij een raadsel en dat zal de hele dag zo blijven. Ik zoek mijn eigen ritme en als het wat later begint te nevelen en later ook te regenen kom ik terug bij Erwin. Op km 40 hebben we de eerste grote verzorgingspost met kaas, salami, chocolade, rozijnen en sportrepen. Ik graai een willekeurig beetje in het rond en vul vooral mijn drinken bij en trek mijn lange mouwen aan want de regen heeft toch voor wat afkoeling, zelfs koude gezorgd.
We vertrekken terug en Erwin merkt op dat we 3 kwartier voor liggen op Erwin zijn P.R. We lopen samen de ochtend tegemoet over soms wel heel technische stukken waar wij als laaglanders lijken stil te staan tov de naar beneden “vallende” Spanjaarden. De zonsopgang geeft ons mooie plaatjes van het groene, ruige binnenland. Tot 75 km blijft het vooral genieten van alles wat we meemaken. Dan begint mijn motor te sputteren. Ik kon tot nu toe bij Erwin, de vlottere klimmer, blijven doordat hij iets behoedzamer daalde. Nu was plots alle kracht uit mijn benen en volgen was niet meer aan de orde. Alhoewel Erwin had gezegd dat het belangrijk was om elk uur iets te eten heb ik me als “ervaren rot” toch laten vangen door dit niet te doen. Een normale 100 km trail loop ik ook op een paar bars en wat sportdrank maar hier duurt het allemaal wat langer. Bij de tweede grote “eetpost” bij km 80, ik was toen 13 uur onderweg besefte ik pas tegoei dat ik veel te weinig gegeten had. Het hongergevoel was er niet maar ik kon geen 50 meter aan een stuk lopen. Absolute leegte! Voor een vuurtje heb ik daar dan een pasta gegeten en wat soep gedronken. Daarna vertrok ik terug op mijn gemak met een paar sportrepen in de hand. Alhoewel vanaf hier de route terug wat meer beloopbaar werd zou het nog meer dan een uur duren voor dat lopen, voor mij, terug aan de orde was. Toch werd ik niet zo heel veel ingehaald en kon ik af en toe zelfs nog een groter slachtoffer inhalen.
Bij de post in Terror, rond km 100 was het gevoel terug positief. Ook hier kregen we weer de beste zorgen en vol goede moed konden we de laatste 24 km aanvangen. Het werden echter nog heel zware kilometers doordat de parcours-uitzetter toch meer dan doorsnee masochistische trekjes vertoonde. Alhoewel we ons einddoel, Las Palmas, al vrij vlug in de gaten kregen moesten we die laatste 18 kilometer nog een paar gevaarlijke klimmen en afdalingen verwerken en mochten we als kers op de taart nog 5 kilometer slalommen in een droge rivierbedding vol met grote, ronde keien. De laatste 3 kilometer was uitbollen richting finish. Het was terug licht gaan regenen en veiligheidshalve had ik de lamp terug opgezet. Na 20h18 mocht ik langs een joelende menigte finishen als 51ste van een kleine 300 starters (op de 123 km). Er zouden 191 aankomers zijn. Luc moet tgv een zwakke lamp,en vallende duisternis met regen, de handdoek werpen op km 100 in Terror. Erwin finishte als 31ste zowat anderhalf uur voor mij. De organisatie was in ieder geval perfect, zeer vriendelijk en bezorgd.
Edwin Lenaerts
(lenaerts.edwin
Zie voor de uitslag: http://www.transgrancanaria.net/fichs/fich_239.htm
