Zaterdag 2 april werd alweer de vijfde editie van Limburgs Zwaarste georganiseerd. Een bijzondere editie want in plaats van de 70 km die het andere jaren was, konden we nu éénmalig kiezen voor 60, 80 of 100 km. Die 100 km zou maar liefst zo’n 3000 hoogtemeters bevatten. En dat dus gewoon in Nederland, je hoeft er de grens niet eens voor over. Behalve misschien je eigen grens.
Toen ik vorig jaar augustus in Limburg met Jack de wandel4daagse wandelde, hebben we ook een dag met Willem gewandeld. Hij was toen al razend enthousiast en vol plannen voor deze editie van LZ. Alleen vroeg hij zich toen af of er wel genoeg mensen mee zouden willen doen want het was natuurlijk wel een heel karwei om alles te organiseren en er waren veel vrijwilligers nodig. Genoeg mensen waren er echt wel met 69 inschrijvers voor de 60 km, 12 voor de 80 km en maar liefst 95 mensen die zich aan de 100 km wilden wagen.
Omdat ik vorig jaar nog niet wist hoe ik na de Spartathlon zou herstellen had ik Willem beloofd dat ik zeker aanwezig zou zijn. Als ik niet zou kunnen meedoen zou ik meehelpen maar liever zou ik natuurlijk zelf willen lopen. In elk geval stond de datum 2 april met rood in mijn agenda want bij zo’n unieke loop wilde ik persé aanwezig zijn.
Mijn herstel na de Spartathlon ging sneller dan ik verwacht had en dus kon ik meelopen. De keuze viel natuurlijk op de 100 km, Limburgs Allerzwaarste.
En omdat Jos meestal met mij meegaat naar wedstrijden werd hij nu door Willem als vrijwilliger aangewezen om pijlen op te ruimen. Voor hem stond er dus een prachtige maar pittige wandeling op het programma, samen met Ann heeft hij het stuk tussen de 13 en 31 km gewandeld.
De start is om 6 uur ’s morgens en dan is het nog donker. Dus hoofdlamp op en goed uitkijken. Ondanks een korte nachtrust voel ik me goed en heb er zin in. We moeten goed naar de pijlen kijken heeft Willem ons op het hart gedrukt. Die pijlen hebben voetjes aan de onderkant. Dus als er een grappenmaker een pijl voor linksaf omdraait naar rechts komen de voetjes aan de bovenkant en dan weet je dat het niet goed is. Ik zie geen enkele pijl hier in het donker maar wel reflecterende ringen in de bomen. Dat zal dan ook wel goed zijn en bovendien kan ik gewoon achter de grote groep aan lopen want ik start zoals altijd bijna achteraan. Pas als het lichter wordt en de groep uit elkaar valt ga ik op de pijlen letten. Toch weet ik het in de loop van de dag tot drie keer toe te presteren om verkeerd te lopen. Gewoon door domweg niet goed te kijken. De pijlen hingen er wel maar dan moet je er natuurlijk wel op letten. En als er een pijl naar rechts wijst moet je niet zo dom doen om dan schuin dwars over een terras te gaan banjeren. Dat is een beetje dom, Jannet! Gelukkig heb ik ook mijn heldere ogenblikken want als ik bij een zijweg kom en ik zie geen pijl meer ben ik wel zo slim om mijn routebeschrijving erbij te pakken en te kijken waar het mis ging. En zo voorkom ik dat ik al te ver omloop. Handig die routebeschrijving!
Het lopen gaat heerlijk, ook de heuvels kom ik goed op en af en dat is wel eens anders geweest. Ik loop te genieten van het mooie weer, de omgeving met de schitterende vergezichten en de mensen om me heen.
Na mijn Spartathlonavontuur wordt ik vaak door mensen aangesproken. Jij bent toch ‘de vrouw die….?’ Ja, dat ben ik. Ook vandaag gebeurde dat weer een aantal keer en dat blijft leuk. De meest bijzondere opmerking kwam van Radmer: ik herken je aan je achterkant. Die had ik nog niet gehoord. ‘Ik bedoel dit heel respectvol’, haastte hij zich nog te zeggen maar dat had ik natuurlijk al begrepen en ik vind het grappig.
Ik wandel onderweg ook nog een stukje met Henri mee die op een deel van het parcours controleert of alle pijlen nog aanwezig zijn. Henri is drie dagen als vrijwilliger bezig met het aanbrengen, controleren en opruimen van de pijlen. Hij legt dit weekend dus ook heel wat kilometers af. Wanneer ik bij hem wegloop mis ik meteen weer een pijl maar dan hoor ik een schreeuw achter me. Het is Radmer die me gelukkig weer herkend heeft aan mijn achterkant en me behoedt voor verkeerd lopen.
‘Je zult me nog vervloeken’, zei Willem vooraf tegen me. Hij kent me al een beetje want dat heb ik inderdaad gedaan. Maar dan wel met een big smile op mijn gezicht. Want wat was het mooi! Maar wat waren er ook veel heuvels, piepende draaihekjes en trappartijen. Vooral die trappartijen! Willem, hoe kun je dat nou doen?! Weet je wel dat die heel vervelend zijn als je bijna kramp hebt? En dat had ik, vooral de laatste 20 km. En daarmee hoorde ik tot de meerderheid van de deelnemers. Want het was ook warm en zonnig. Misschien iets te warm en zonnig voor een 100 km die niet bepaald over een gemakkelijk beloopbaar parcours gaat. En dat betekent veel vochtverlies, meer dan je kunt aanvullen. Bij mij zorgde die kramp ervoor dat ik de laatste 5 km alleen nog maar heb kunnen wandelen. Energie had ik meer dan genoeg en ik had nog best kunnen hardlopen maar elke stap die ik iets versnelde deed de kramp overal in mijn benen schieten. En met overal bedoel ik ook echt overal. Scheenbenen, kuiten, bovenbenen en hamstrings, alles schoot spontaan in de kramp. En dat loopt niet handig. Maar gelukkig train ik ook op het wandelen en dat is me vandaag weer goed te pas gekomen. Mijn eindtijd is 13.28.22 en al die tijd heb ik lopen genieten, elke seconde. Van elke heuvel, elk draaihekje en elke trap, met of zonder kramp.
Ik wil in het bijzonder Willem en Annemarie bedanken maar ook alle vrijwilligers die ervoor gezorgd hebben dat deze dag een waar feestje werd. Ik ben blij dat ik er bij mocht en kon zijn.
Iedereen die gisteren de 60, 80 of 100 km heeft volbracht mag trots op zichzelf zijn want deze loop deed zijn naam alle eer aan.
Jannet Lange
(jannet.lange
http://jannetlooptlang.punt.nl)
