Verslag van de Brabantse Walmarathon

Paul van Hiel: “Km 30 komt er een vrouw voorbij met de mountainbike, het valt me op dat ze enorm gespierde bruine benen heeft¡­ God straft me zonder aarzelen en ik stuik mijn voet om, dezelfde kant als mijn zere knie.”

Gisteren 4 juni samen met de buren gezellig gaan eten. Het was super lekker en leuk, maar wie gaat er nu de dag voor de marathon tot in de late uurtjes plezier maken? Tja, het is de eerste keer niet en het zal de laatste wel niet zijn zeker?

Vanmorgen ging de wekker, 7 uur en nog half (heel) suf laat ik me uit mijn bed vallen. Ik probeer niet te lang te twijfelen want anders komt het er niet van vandaag. Wassen, aankleden, alles klaar zetten en weg. Eten doe ik niet want mijn buik staat nog goed rond van gisteren.

Het is lichtjes aan het regenen maar tegen Hoggerheide is de lucht terug aan het opklaren. Ik kom netjes op tijd aan en moet me helemaal niet haasten om men nummer af te halen. Er is hier heel wat volk maar alles verloopt hier heel vlotjes. Wat mijn knie gaat doen is een groot vraagteken, na de zes uur vorige week liep ik weer geen meter. We zien wel, de tijdslimiet is 6 uur dus als het moet wandel ik hem wel uit.

10 uur, we mogen er aan beginnen. Ik start als allerlaatste en voel al de eerste kilometer dat het niet van een leien dakje zou gaan. Door mijn knie te proberen ontlasten beginnen andere plaatsen moeilijk te doen. Het parcours is ook niet wat ik dacht, supermooi maar we zitten al snel op veldwegen met veel steentjes. Ik probeer zo voorzichtig mogelijk alles te ontwijken.

Km 3 begint het wat beter te gaan en kan ik wat versnellen. De knie voel ik wel maar niet om te zeggen dat het pijn doet, nu is het de kunst om er zo weinig mogelijk aan te denken. Elke km is hier netjes aangegeven, bevoorrading is ook dik in orde, voor een eerste organisatie is dat hier zeker niet slecht. Het weer zit ook mee, er valt wat lichte motregen en dan schijnt de zon weer.

Na 17km moeten we even opletten dat ze ons niet wegmaaien. Grote traktors laten ons nog een goeie 10cm om langs te lopen, altijd iets met die boeren!

Ik loop heel de marathon alleen om zo goed mogelijk mijn eigen ritme te onderhouden. Halfweg 21km heb ik nog maar een keer of drie een pijnscheut gehad, 1u53 gelopen. Het gaat in feite veel beter dan verwacht, ik zou makkelijk kunnen versnellen maar gebruik mijn verstand en hou me aan hetzelfde tempo.

De tweede helft is veel zwaarder dan de eerste, we komen in een soort duinen. Ook hier is het prachtig lopen, maar o zo zwaar in het mulle zand. De korte klimmetjes maken het er ook niet makkelijker op. Mijn groentjes van gisteren laat ik na km 26 netjes achter een boom liggen.

We zitten nog steeds mooi in het ritme en uitlopen zal weer een feit zijn. Km 30 komt er een vrouw voorbij met de mountainbike, het valt me op dat ze enorm gespierde bruine benen heeft¡­ God straft me zonder aarzelen en ik stuik mijn voet om, dezelfde kant als mijn zere knie. Effe vloeken maar dan denk ik “och, da kan er ook nog wel bij, gewoon doorlopen en de schade opmeten aan de meet”. Marathonlopen is af en toe eens wat doorbijten.

KM 36 krijg ik even wat gezelschap maar aan km 39 moet de man al weer lossen. Ik loop zo’n 10m achter de loper voor mij en net aan 42km zit ik in zijn spoor. Hem even gerust stellen dat er geen sprint komt. Blij dat ik het gehaald heb, 42,195km op 3u46:36, het was marathon of ultra nummer 105 en in al die wedstrijden heb ik juist op de kop 7000km gelopen !!!

Na de wedstrijd voelt alles ok aan, en ongelooflijk maar waar.. weer niets van stijfheid. De organisatie was meer dan dik in orde, dit gaat een grote marathon worden. Als ze nog iets kunnen verbeteren is het misschien een stukje banaan of zo onderweg en een bekertje cola.

Voor de rest, proficiat, en de medaille voor elke deelnemer is ook een schoontje. Op naar de volgende?

Paul van Hiel