S.D.C.U.R.B.N.
Ja, zo lang als het strand tussen Den Helder en Castricum aan Zee is, zo lang is de naam van deze door Rinus(Running) georganiseerde ‘wilde’ loop. Deze editie was het zusje van de W-D-C-U-R-B-N. Met 50 kilometers dus wel iets korter dan haar 90km lange broertje. En warmer, want de S staat voor Summer. Nou hebben we dit jaar een zomer die meer grossiert in regen en onweersbuien dan in warme en zonnige dagen, maar door toedoen van één mooie week was het zeewater langs de kust toch opgewarmd naar een nette 18 graden. Dat was dan ook meteen de temperatuur die we deze hele nacht vasthielden.
Zo’n zeventien loopsters en lopers hadden zich verzameld in Hotel Wienerhof (waarom dat zo heet weet ik niet, want het stond er vol met boeddhistische en Javaanse beelden zodat het meer aan het Verre Oosten dan het dichterbije Oostenrijk deed denken). Bekende maar ook veel onbekende gezichten. Het ultralopen trekt (gelukkig) steeds weer nieuwe mensen aan. Na een bakje koffie, wat gefrutsel aan rugzakken en proviand en het maken van de groepsfoto vluchtte de groep in hoog(!) tempo via de Beatrixstraat (let op de paaltjes!) en de Weststraat den Helder uit. Op de Zeepromenade was het uitzicht over de kalme zee, net na zonsondergang, fenomenaal. Het leek wel alsof we op één van de Bahama eilanden liepen. Mooie wolkenluchten met kleuren die variëerden van rood via oranje en geel tot grijs en heel donker grijs weerspiegelden zich in het rustige water terwijl links van ons Lange Jaap zijn lichtbundels over de zee liet zwaaien. Gelukkig trokken de meest donkergrijze luchten richting het binnenland weg en hielden we het gedurende de hele tocht droog. Sterker nog, rond middernacht klaarde het breed op en maakte een prachtige volle maan (de datum was bewust zo gekozen) dat de hoofdlampjes uit konden. Zo liepen we, soms alleen, soms in kleine groepjes, door een mysterieuze zilveren wereld van in het maanlicht glinsterende zandvlakten, donkere duinsilhouetten en rustig uitrollende golven. Het strand was, op een paar kuilen en wielsporen van auto’s na, goed beloopbaar en breed. Een ander opvallend verschil met de W-D-C-U-R-B-N waren de strandtenten. Tot een uur of één waren de meesten nog geopend wat resulteerde in aanwaaiende muziek, veelkleurige verlichting en mensen op het strand. Op een bepaald moment doemde er een quad uit het donker op die een tijdje met ons mee bleef rijden. Ook passeerden we een groot kampvuur met daaromheen een groep feestende jongelui. Dat leverde geen problemen op, de ontmoetingen verliepen in een gemoedelijke sfeer.
In het begin had ik nogal wat foto’s gemaakt waardoor ik in het laatste groepje terechtkwam, met o.a. Rinus, Henk Geilen, Esther Devilee (die haar naam kracht bijzette door het nogal ‘duivels’ ogende ‘hardcore’ shirt dat ze droeg (smilie)) en Niels Duifhuizen. Op de Hondsbosse zeewering en nog een stuk daarna heb ik samen opgelopen met Niels, die nog niet zo veel ultra-ervaring had maar wel veel wist te vertellen over verstandig voedselgebruik. Daar heb ik veel van opgestoken, want ik kamp al twee weken met pijn in de onderbuik als gevolg van een prikkelbare darm. Ik ga zijn adviezen zeker uitproberen, want ook deze nacht heb ik veel last gehad van die buikklachten waardoor ik het een beetje rustig aan moest doen. Vooral wanneer ik in het donker onverwachts in een kuil stapte kon ik een kreet van pijn niet onderdrukken.
In de buurt van Bergen aan Zee haalden we een andere loper bij (wiens naam ik helaas vergeten ben) die er een beetje doorheen zat. Ook bij Niels ging het lichtje langzaam uit en toen zijn zij beiden in langzamer tempo gaan lopen terwijl ik alleen verder ging. Vlak voorbij Egmond aan Zee, met zijn mooie vuurtoren die eerst rood en daarna wit licht geeft) haalde ik Bob Bock in. Die had een hele tijd in tweede positie gelopen maar was als gevolg van kramp ver teruggevallen. Samen liepen we de lastige laatste vijf kilometer naar Castricum aan Zee waarvan de lichtjes als een fata morgana voor ons uit leken te blijven lopen. Ze kwamen in elk geval niet dichterbij, hoe we ook ons best deden. Op dit gedeelte was het strand wat slechter beloopbaar; bovendien was de maan weer achter de wolken gaan schuilen en stak er een tegenwind op. Maar samen sloegen we ons er doorheen en om 3:58 waren we bij strandpaviljoen Blinkers. Dit beoogde de finish te zijn, maar de tent was dicht en er was niets te beleven.
Bob was met de trein en mijn auto stond daar ook op de P&R, dus restte ons niets anders dan lopend naar station Castricum te gaan, nog eens 5 kilometer. Dat hebben we echt heel rustig aan gedaan, keuvelend over ditjes en datjes. En zo kwam, terwijl het langzaam licht begon te worden, een eind aan deze eerste Summer Dutch Coast Ultra Run By Night, een onvergetelijke nacht waarvoor ik de organisatoren hartelijk wil bedanken.
André Boom