Ruim 62 jaar geleden werd ik in Amersfoort geboren, en kwart eeuw later werkte ik een kwart eeuw lang in Utrecht. En zondag kwam daar een verbinding tussen met de door Mik Borsten georganiseerde Lange Jan – Dommarathon. Het parkoers is een heen en terug over dezelfde route met de start onder de Lange Jan (98,33 m). En vandaar al gauw fors omhoog, naar de top van de Amersfoortse berg, 51 meter in één kilometer. En vandaar over de golvende Utrechtse Heuvelrug naar de Dom (112 m) in Utrecht. Ook hier weer 50 meter, eerst dalen en dan weer omhoog in een kilometer. Voordeel is natuurlijk wel dat de laatste 2 kilometers behoorlijk naar beneden gaan en dus voor mij ook de snelste kilometers zijn.
Het aantal deelnemers is gering maar dat mocht de pret niet drukken. Wachtend op het startsein onder de Lange Jan is het nog venijnig koud. Maar eenmaal aan lopen is het heerlijk weer, zelfs even met de zon erbij. Vlak na de start loopt de route langs het Meander Medisch Centrum waar de sportcardioloog me in 2005 vertelde dat de hoofdstam van de kransslagaders voor 90% dicht zat en dat ik geopereerd moest worden. Pats boem, drie dagen later was het al gebeurd. Vier maanden later nog een keer en 9 maanden later nog een keer. Na allerlei vervelende complicaties is mijn hartfunctie gereduceerd tot 70% is. En, geloof me, dat komt je snelheid niet ten goede. Het kwam weer allemaal boven, op de heenweg én op de terugweg.
Voor de rest was het een perfecte marathon. Het was een trainingsmarathon. Ook voor mij. De laatste keer in Gieten ging het helemaal niet. Kijken hoe het nu gaat. Ai, ai, wat een vervelende rotklim aan het begin, maar al gauw ben ik het ziekenhuis voorbij en zie ik het Berghotel, het einde van de klim. Het heet niet voor niets het Berghotel. En daarna ging het heerlijk, over dat heerlijk golvende parcours over de Utrechtse Heuvelrug. En het werd een vreselijk strak gelopen marathon. De sterke dalingen en klimmetjes aan het begin en eind weggelaten, zit er tussen de kilometers niet meer dan 10 seconden verschil. Soms liep ik zelfs meerdere kilometers in dezelfde tijd. En het fijne was dat het eigenlijk allemaal vanzelf ging en nog fijner, naar het einde toe ging het alleen maar sneller, sneller, met als gevolg dat ik de tweede helft bijna 2 minuten sneller heb gelopen dan de eerste helft. Het leek of oude tijden herleefden. Ik was echter wel de laatste in 4.44 uur.
Er waren maar drie verzorgingsposten, maar ja, wat voor posten. Waar maak je mee dat de verzorgers juichen als ze je aan zien komen, je vriendelijk vragen wat je wilt drinken of eten? Nee, ik hoef niets te eten. Weet je het zeker, geen stukje banaan, stukje koek misschien. Wat wil je drinken, water, sportdrank of misschien cola? Geweldig, je zou bijna blijven kletsen. De tweede post vrijwel onder de Dom de andere twee op 11 en 33 km. Wel zelf drinken meenemen, dus rugzakje om.
Ik heb zondag echt genoten van deze eenmalige marathon, maar wat mij betreft komt er een herhaling.
Theo de Jong
