RUN 2013 (Hoe ik mijn PR verpulverde)

Endy Kasanardjo: “Op het fietspad bij de Kloostergang (Allee?) voelde ik me elke keer een koning die werd ingehaald, zo enthousiast was iedereen. Wat een voorrecht om hier te lopen en al die support in ontvangst te mogen nemen.”

De traditie wil dat het in het 2e weekend van september, tijdens de RUN van Winschoten, snikheet is. Als ik zaterdagochtend wakker wordt om 6 uur ’s ochtends bij mijn gastgezin weet ik dat deze traditie voorbij is. De regen komt met bakken uit de lucht vallen. Het is allemaal de schuld van Robert Boersma denk ik bij mezelf. Waarom moest hij nou zo nodig regen en wind wensen in zijn interview met de lokale krant?

Nou ja buienradar had ik de laatste week ook wel in de gaten gehouden, naast ook weeronline, en weatheronline en nog een paar andere. En over een dingen waren ze het vrijdag wel eens, regenen zou het. De hele dag. Zelf loop ik het liefst in de zon als het droog en lekker warm is, maar dat is meer uit luiheid omdat ik dan als ik moe ben gewoon kan gaan wandelen zonder het direct koud te hebben. Zonder deze ontsnappingsclausule zou ik dus gedwongen worden om te blijven lopen, de hele 100 km lang.

Voorbereiding is het halve werk dus de regenjas ging als eerste in de tas, vervolgens 2 paar schoenen (tip van Henri om altijd meerdere schoenen te hebben) en de crocs (tip van mezelf, met crocs val je op en het lokt altijd publiekreacties uit al loop je nog zo belabberd). Mijn nieuwe hardloopshort(slechte keus, ik heb nu schuurplekken van hier tot Tokio), handschoenen, thermoshirt, nog een thermoshirt (had ik al gezegd dat ik het liefst met warm weer loop). Toen was de tas vol en was er geen plek meer voor eigen drankjes of lekkernijen zoals gevulde tomaatjes of worstjes. Ach vorig jaar ging ik er niet echt beter van lopen, scheelt ook nadenken wanneer wat te nemen, dus makkelijker tijdens de wedstrijd.

De wedstrijd begon om 10:00 precies en bijna was ik te laat in het start vak omdat ik weer eens zat te treuzelen met naar de wc gaan. Toen ging ik voorin staan (verkeerd), bedacht me dat ik van de aanwezigen de slechtste PR had en ging toen snel naar achteren (goed). Net op tijd, het startschot klonk en we vertrokken. De schema’s had ik goed in mijn hoofd geprent voor eindtijden van sub-11 (=minimum), sub-10 (=spartathlon), sub-9.5 (=texel), sub-9 (=gewoon cool), sub-8 (=ubercool). Of dit realistisch is? Who cares? Wat telt is dat lopen in Winschoten een feest is. Dat had ik vorig jaar al gemerkt en dit jaar was de support nog hartverwarmender. Overal hadden buurtbewoners partytenten of afdakken geplaats om te schuilen voor de regen om de lopers te kunnen aan te moedigen. De ene straat nog mooier versierd dan de andere. Op het fietspad bij de Kloostergang (Allee?) voelde ik me elke keer een koning die werd ingehaald, zo enthousiast was iedereen. Wat een voorrecht om hier te lopen en al die support in ontvangst te mogen nemen. Sommigen mensen kenden me nog van vorig jaar, want ik hoorde meerdere keer vragen: “Waar zijn je crocs”. Ook de bijnamen kon ik wel waarderen: “Bob marley”, “Jack sparrow” (dat zeiden ze vorig jaar ook al) of “Ronaldinho” (die kende ik nog niet). Het leuke van 10x hetzelfde rondje is dat je ook steeds weer dezelfde supporters tegenkomt en je ook steeds weer iets hebt om je op te verheugen.

Entourage of niet, mijn onderliggende doel was wel om te lopen voor wat ik waard was, dus zo goed en zo hard mogelijk. In het begin hield ik me in en met rondetijden van 54 minuten kwam ik goed mee met ervaren gasten als Hans Jurriaans. Dat gekke heen-en-weerstukje op de Oudewerfslaan was ook erg handig om in te schatten of je achterstand op je voorgangers niet groter werd of de voorsprong op je achtervolgers niet kleiner.

100 km hardlopen is samen te vatten in 3 woorden: Rennen, rennen, rennen.

Maar in werkelijkheid waren het geen woorden. Het was een jasje dat ik aan en uit deed in mijn hand hield of om mijn middel bond. De cola die ik dronk. Het waren de lopers die ik inhaalde en mij inhaalden. Het was de zeurende pijn aan de voeten, de schuurplekken aan mijn dijen die ik steeds meer ging voelen. Het waren de kilometers die steeds sneller voorbij kwamen terwijl ik steeds langzamer liep. Jan Muller die me op het dijkje soepel voorbij raasde (hij werd 3e bij het NK). De low-fives en de hi-fives met de kindjes langs de weg. Het hoofdrekenen en het besef in ronde 8, dat 9.5 uur nu wel erg moeilijk gaat worden omdat mijn verval groot aan het worden is (+8 minuten per ronde ten opzichte van mijn begintijd). Kan ik de ronde 8, 9 en 10, gewoon in 57 minuten lopen terwijl ronde 7 in 61 ging? Het antwoord is natuurlijk ja. Maar in de mind-game die ultrarunning heet moet je je zulke dingen nooit tijdens de wedstrijd afvragen. Wat je moet doen is gewoon die 57 minuten per ronde lopen omdat je dan 9.5 haalt. Wat dat betreft heeft Nike met zijn “Just do it”, hoe Amerikaans ook, toch wel gelijk.

Het voordeel van het wegvallen van het 9.5 uurs doel was dat ik niet meer hoefde te twijfelen of af te vragen of ik sub-10 zou kunnen halen (natuurlijk, geen vragen nodig). Hoe ik mijn PR verpulverde? De lat lag lekker laag. Met een eindtijd van 9u49 haalde ik er 2 uur van af.

Volgend jaar in Winschoten weet ik twee dingen: de lat ligt lager dan je denkt en “Just do it”

Endy Kasanardjo