Brandend van verlangen keek ik haar toe. Mijn gezicht sprak boekdelen maar toch kreeg ik een pedante ‘neen!’ als antwoord. Ik was een klein manneke, ik schat een jaar of vijf en als geen ander kon ik zagen over het krijgen van een tweede koekje. “Nee, nee, nee!”, ontelbaar werd het mij toegeschreeuwd, tot vervelens en hysterische huilbuien toe. “Maar waarom nu niet?” was meestal mijn laatste stuiptrekking alvorens ik zonder enige vorm van voeding mijn bed invloog. Ja, ik was een ambetant bazeke. Volhardend tot een pak rammel mij weerhield van mijn zin.
Jaren later is die volharding nog steeds niet geblust. Ik ga ver, heel ver in mijn ding wanneer ik weet dat het kan en tja, dan is de kans erg reëel dat je marathonloper wordt, of juist helemaal niet. En, wanneer je dan marathonloper bent, zak je elk jaar in Februari af naar het Limburgse Genk om daar omringd te worden door de meest brave en goedhartigste groep mensen die je ooit hebt ontmoet …
Genk is niet zo zeer de ‘place to be’ waar ik graag vertoef en waar ik urenlang heerlijk kan verdwalen in straten waar ik nooit eerder ben geweest, laat mij eerlijk zijn, ik weet zelfs niet wat er in Genk te zien is. Mea Culpa, zeggen ze dan… Nee, in Genk woont een hele aardige man en die man heet Micha. Micha heeft net zoals ik diezelfde hele grote passie en laat nu net díe passie een hele liefdevolle zijn. Liefdevol, zoals Micha is, organiseert hij elk jaar opnieuw een uiterst gezellig feest. Een lopersfeest, maar niet zomaar één. Eén ter nagedachtenis aan zijn vriend, onze vriend, Louis Persoons. Ik heb hem nooit gekend maar voel wel hoe hij was en wie hij nog altijd is. Hartstochtelijk in de grootste betekenis van het woord, als mens en als loper, integer als geen ander. Het moet zo zijn want Louis was Micha’s vriend en dat is gewoon het beste bewijs.
Inmiddels was het mijn tweede deelname aan Louis Persoons’ Marathon en net als dat ene kleine ventje, dat zagend naar een tweede koekje vol ongeduld voor zich uit zat te staren, keek ik ook steevast uit naar deze tweede keer. Ik zou niet enkel kunnen lopen, ik zou een marathon kunnen lopen en dat omringd door mensen die ik écht graag rond me heb. Wandelaars en lopers, marathonlopers en ultralopers hebben mij gedurende het grootste deel van de dag omringd en dat was simpelweg aangenaam. Niet meer en niet minder.
Zeven rondjes van telkens een luttele zes kilometer scheidde mij van de finish en van de spreekwoordelijke eeuwige roem. Zeven rondjes van plezier en van vertier, het was sneller voorbij dan verwacht. Ik wilde nog niet stoppen en was nog helemaal niet moe. ‘Loop er dan nog eentje’ werd mij toegeroepen uit een te verwachten hoek en fit als ik was, ging ik voor mijn langste afstand ooit. Een grens werd doorbroken, het gevoel was nooit eerder gekend. Zes kilometer verder was het eindelijk zover. Ik werd gedoopt als ultraloper. Omringd door mijn dierbare vrienden, op een plaats waar ik immens graag was, liep ik voor het eerst een afstand verder dan de marathon. Liep ik 48.4 kilometer. Ik ben trots en blij, dat het op deze plaats mocht zijn.
Louis Persoons Memorial, dat is vriendschap… maar dan in het kwadraat!
Jürgen Op de beeck