Koukleumen in Spijkenisse

Theo de Jong: “Op de eerste stukken met de wind ietsje tegenwind ging het nog wel, alleen een koude linkerarm en dito schouder. Maar daarna begon ik overal koud te worden, vooral koud van binnen.”

Ik ben een koukleum, een verschrikkelijke koukleum. Ik kan me niet anders herinneren. Als kind al, in de winter naar mijn moeder om mijn koude handjes onder haar oksels te warmen. Bij het lopen is het niet anders. In Apeldoorn kwam ik in 2003 met steenkoude ijsklompen als voeten over de finish, in 2004 bij de Louis Persoonsmarathon hetzelfde met natuurlijk steenkoude handen. Liefst loop ik bij 15 of 20 graden. En dat was het in Spijkenisse afgelopen zondag bij de Spark marathon echt niet. Wel scheen er een lekker zonnetje. Dat maakte dat ik na een kilometer of 10 redelijke beschut gelopen heb mijn jasje aan een fietsende begeleider gaf. Het leek zo lekker, maar man, wat heb ik daar een spijt van gehad want er waaide een verraderlijke koude wind.

Voor de Start even heel kort bijpraten met Jan van de Erve die voor het eerst sinds lange tijd weer een marathon liep en dat ging natuurlijk weer prima. Pacer op 4:15 en dan finishen in 4:14:48, dat is toch wel heel goed. Na de Start eerst door wat parkachtige delen en dan de polder in, over dijken, langs dijken, weer over dijken, door onbekende dorpjes en langs best veel heel vriendelijk publiek en natuurlijk de vele verkeersregelaars.

Ik wilde zo rond 4:25 lopen. Na een tijdje werd ik ingehaald door de groep van 4:15 met Jan als gangmaker. Even met hem mee gelopen, wat gekletst, maar ze gaan me te snel. Heel, heel langzaam lopen ze bij me vandaan en langzaam, heel langzaam pakt de kou me in. Op de eerste stukken met de wind ietsje tegenwind ging het nog wel, alleen een koude linkerarm en dito schouder. Maar daarna begon ik overal koud te worden, vooral koud van binnen. Ik kreeg het niet meer warm, had handen als ijs, ondanks dikke handschoenen en rilde af en toe van de kou. Ik dacht dat ik een uitzondering was, maar ik las dat ook Paul van Hiel bibberde van de kou. Gedeelde smart is halve smart.

Oh wat baalde ik ervan dat ik mijn jasje had afgegeven, maar de begeleider is, met mijn jasje, met de groep van Jan meegefietst en helemaal uit het zicht. Tot 30 kilometer kon ik mijn tempo redelijk vasthouden (de halve ging in 2:10), maar daarna was het echt over. Al mijn energie verbruikt om een beetje warm te blijven, geen energie meer over om te rennen. En dan helpen ook de banaantjes op 25 km niet meer. Daar ben ik ook thee gemixt met sportdrank gaan drinken. Alleen water of sportdrank is alsof ik een klomp ijs inslik. En thee met sportdrank is warm en het smaakt echt veel beter dan het klinkt. En dan de laatste kilometers. Op de Maasboulevard komt Marc Blyaert me nog voor bij. Hij houdt in en we kletsen wat. Ik laat hem mijn koude handen voelen. Hij loopt zelf in korte broek en korte mouwen en heeft het warm. Hoe kan dat nou, het is oneerlijk verdeeld in de wereld. Al gauw loopt hij door en zet me in de laatste kilometers nog op 10 minuten.

Eindelijk hoor ik de finishgeluiden. Nog twee kilometer en dan ben ik er. Na de finish (4:41) toch nog even op Hans Buis gewacht. Hij komt enkele minuten na mij binnen. Ook hij heeft de tweede helft veel laten liggen. Dan snel onder de hete douche en opwarmen, in de auto, verwarming op 10 en lekker naar huis. De Sparkmarathon had ik nog niet eerder gelopen. Een aanrader, het is een leuke marathon met een prima verzorging en perfect georganiseerd en met heerlijk hete douches.

Woensdag alweer 25 km gelopen, ging echt lekker. Goede voorbereiding voor 25 januari, dan is de marathon van Gran Canaria bij dik 20 graden. Heerlijk!

Theo de Jong
Theohinne(at)planet.nl