Zes uur van Stein

Theo de Jong: “En nu wilde ik dus 54. Maar willen en kunnen is 2. 54 km betekent 6.40 min/km. Ik probeerde dat te handhaven, maar zeker van de wind af ging het te snel. Tegen de wind in was het werken en daardoor ging dat ook te snel. Dus gewoon te snel.”

Voor de start vroeg ik aan Wilma Dierx hoe vaak ze me vandaag zou inhalen. Vier keer was het antwoord. Ik wilde 54 km, met 4 keer inhalen zou Wilma op 63 km komen. Veel te weinig voor haar, dus zei ik ‘6 keer’.

Dan de start, Han telt af en daar gaan we voor zes uur in en om het Steiner bos met een lekker zonnetje, maar de wind was stevig. Op het stuk door het bos en verder ’omhoog’ naar het hoogste punt hadden we de wind tegen, soms zwak, soms hard met vlagen. Op het hoogste punt de hoek om en dan een dikke kilometer van de wind af naar beneden. Kijk, dat liep heerlijk, ontspannen, zon op de kop en windje in de rug.

Dan weer een scherpe bocht en het Steinerbos in, door de finish en door het volgende rondje van 2,6 km in. Regelmatig werd bij doorkomst je naam en afstand genoemd. Wel prettig, want al liep ik dan met GPS horloge, de afwijking was behoorlijk, na zes uur meer dan 1200 meter. Normaal gaat het wel goed, maar met ronden en dan ook nog onder de bomen, dan heeft het ding er moeite mee.

Ik had ingezet op 54 km, bijna 2 km meer dan mijn tweede loopleven PR. Op 5 dagen na precies 10 jaar geleden liep ik, toen nog gezond van lijf en leden, in Stein ruim 64,5 km. Vorig jaar was dat 52,103 km, ruim een kwart minder. En nu wilde ik dus 54. Maar willen en kunnen is 2.

54 km betekent 6.40 min/km. Ik probeerde dat te handhaven, maar zeker van de wind af ging het te snel. En tegen de wind in was het werken en daardoor ging dat ook te snel. Dus gewoon te snel. Soms hield ik weer even in, maar als je zo lekker voor de wind gaat dat het je geen moeite lijkt te kosten, waarom dan afremmen. Om zo toch je einddoel te halen, dombo! Maar ja, dat was tegen dovemans oren gezegd. En dus ging het te snel, de eerste 20 km in 6:34, en van 20 tot 35 km in 6:42. Daarna werd het toch echt werken. Onderweg had ik Tom Hendriks gezegd dat het doel was niet te wandelen, en dat heb ik lang vol kunnen houden. Maar bij 44 km moest ik toch echt even wandelen, even tot rust komen. Soms denk ik wel dat mijn lijf lijkt nog steeds niet weet dat de pomp maar voor 70% werkt, dat lijf wil maar voort en voort. En, als al het bloed naar het lijf vloeit, kan het hoofd ook niet meer goed functioneren en het lijf niet tot rust manen. En dus is opeens de energie geheel op en moet er gewandeld worden. Meestal is een 100 meter voldoenden om dan weer langzaam te rennen, zo ook vandaag.

Ondertussen liep Pascal van Norden de hele tijd al ongenaakbaar op kop, gevolgd door Gert Mertens. Pascal loopt energiek, Gert loopt soepel, bijna glijdend met de ellebogen naar buiten. Ik kijk graag naar al die lopers. Velen hebben een kenmerkende tred die ik al van verre herken. Ik zou Hans Buis bijvoorbeeld in het donker nog herkennen, iets voorover, de voeten naar buiten en een glijdende tred. Of Henry Okkersen, als een onverzettelijke stier, de schouders naar voren, niet opkijkend en stevig doorgaan, of Rob Froonhof, korte nek, stevig lijf en de voeten nauwelijks optillend. Ook Wilma herken ik direct, aan haar loop, maar vooral ook aan haar geklets, ik hoor haar al van verre aankomen. Ze lag lange tijd op kop, met Lydia Doornbos daar 250 meter achter maar Lydia zou uiteindelijk winnen. Toen ze me weer inhaalde zei ze: “je hebt gelijk Theo“. “Natuurlijk” antwoordde ik, maar wist even niet waarover het ging. Ach natuurlijk, het aantal keren inhalen. En inderdaad, ik werd zondag zes keer door haar ingehaald. Zij haalde 67,808 en ik 52,879 km. Ik wed dat als Wilma niet zou kletsen ze heel wat meters verder was gekomen. Voor mij dus geen 54 km maar toch een behoorlijke verbetering van mijn pr. Meer zat er vandaag niet in, gebrek aan slaap is misschien wel de grootste oorzaak.

Bij het ingaan van de één na laatste ronde kreeg ik mijn jasje van Henry aangereikt. Dat had hij al eerder gedaan toen het begon te regenen. Wat een luxe en wat aardig. Henry, bedankt. Bij de laatste doorkomst had ik nog een paar minuten en haalde er nog alles uit. Toen de hoorn klonk stopte ik, eigenlijk gelijk met een stuk of wat anderen, toevallig bij een goedgevulde picknicktafel met bank. Ik liet me tevreden op de bank zakken. Klaus Krolzig zat daar al. We kletsten wat en Klaus vertelde dat hij 55 jaar was, startnummer 55 had, 55 km had gelopen in 5:55. Grappig. Met de anderen gingen we nog even op de foto en deden ons te goed aan het vele lekkers op de tafel. En daarna tevreden naar huis.

Theo de Jong
Theohinne(at)hotmail.com