Castricum Ultraloop 11/04/2015 en net iets meer

Paul van Hiel: “Van Willem mag ik het startschot roepen omdat het mijn 100ste ultra is, ik moest van 10 aftellen maar omdat het nog koel is deze ochtend maak ik er 3 tellen van.”

Wat een mens allemaal moet doen om de getalletjes te doen uitkomen. Het was even twijfelen of we vrijdagavond vertrokken of zaterdagmorgen. Omdat we graag wat langer slapen ging het dan toch maar vrijdag richting Castricum. Ik “moet” er zaterdag mijn 100ste ultra lopen en Deborah zal Willem en Annemarie helpen met de bevoorrading en lintjes weghalen. Na een uurtje bijpraten in Willem zijn camper maken we ons bed op in ons Transportertje.

Na een goede nachtrust staan we al snel klaar om er aan te beginnen, 60km lang of kort (hangt er van af wie dit leest), één grote ronde door een prachtig landschap met duinen, bossen en de zee. Van Willem mag ik het startschot roepen omdat het mijn 100ste ultra is, ik moest van 10 aftellen maar omdat het nog koel is deze ochtend maak ik er 3 tellen van, wat er ook gebeurt vandaag, iedereen zal dus altijd 7 tellen te vroeg aankomen.

Om te beginnen mogen we een mooie duin op klauteren, van de koele ochtend is geen sprake meer en alle overtollige kledij gaat uit, een opwarmertje om U tegen te zeggen. Ik loop in begin samen met Edwin Lenaerts en Roger Kempinski, in tweede derde en vierde positie. Met de gepaste humor (ik bespaar u de details) vliegen de eerste kilometers voorbij. Ik merk op dat hier hele grote eekhoorns zitten, Roger hoort zelfs de takken kraken als ze in de bomen klimmen als we voorbij lopen en Edwin vraagt hem af of wij dat niet zien dat het een ros kalf was en geen eekhoorn…

Het is hier echt prachtig lopen! Af en toe goed opletten om de juiste pijltjes te volgen maar alles verloopt goed. De eerste bevoorrading rond km 13, ik moet de mannen even lossen maar al snel lopen we terug met drie, net voor de tweede bevoorrading op km 20 ergens blijf ik lopen op een zware helling en zonder het te weten loop ik plots op plaats 2 helemaal alleen. Roger heeft waarschijnlijk bewust gelost omdat hij denkt dat ik nog steeds met het pistool rond loop van het startschot, hij speelt liever op safe. De bevoorrading is geweldig en als ik Deborah zie krijg ik nog wat meer vleugels. Het ritme zit er goed in en de kilometers gaan snel, een bidon in mijn handen is voldoende, eten is er genoeg op de posten.

Het begint wat te regenen maar storen doet het niet. Het is moeilijk te beschrijven wat men hier allemaal ziet, je moet het gewoon meemaken, prachtige taferelen. Wandelaars moedigen ons aan. Na km 40 nog steeds op plaats twee maar ik krijg het toch wel wat lastig. Hoogtemeters krijgen we genoeg voorgeschoteld. Bevoorrading rond km 50, ik neem mijn pet, t-shirt en handschoenen terug die hier waren gebleven na de eerste post, door de vermoeidheid begin ik te lopen en besef na 300m dat mijn drankbus daar is blijven liggen, ola, terug dan maar. Net als ik terug loop zie ik dat Edwin me op de hielen zit en die lijkt nog frisser dan mij.

Ik probeer tempo te houden maar het is nu toch wel lastig, pijltje naar rechts en terug een hoge duin op klauteren, éénmaal boven is er alleen een uitzicht en moeten we terug, ik dacht even verkeerd te zitten maar het was een poets van Willem. Ook bij het dalen zie ik Edwin weer dicht achter mij, er volgt een lang recht stuk en ik geef gas, Edwin wil mij inhalen maar de afstand blijft een minuutje. Tot km 56 waar ik kraak, Edwin komt bij mij en hij krijgt de tweede plaats, toch blijft hij nog bij mij om me te steunen en zelfs af en toe een duwtje (in de positieve zin) te geven.

Bedankt Edwin want ik zat echt kapot daar, als derde kom ik over de meet na een geweldige ultra, de 100ste en één van de mooiste. Uiteindelijk sta ik tweede in de uitslag samen met Edwin, waarschijnlijk hebben ze gezien dat hij steeds aan mijn truitje trok. Er was nog eentje die beweerde dat hij eerste was maar die zal wel een mooi stuk afgesneden hebben want de winnaar was Peter Kaminsky met 15 minuten voorsprong, wij hebben 6u53 en 61,5km.

Een super organisatie heeft er weer een onvergetelijke dag van gemaakt. Maar veel tijd om te genieten is er niet, de plicht roept en snel keren we richting huiswaarts.

De zondag is het aan Deborah om de benen te strekken en ja, ik kan toch moeilijk thuis blijven. In mijn hoofd zat dat Vlaanders Mooiste Marathon in Zwalm alleen modder en veldwegjes waren, dus gingen de trailschoenen mee. Eens in Zwalm wisten we al snel dat het alleen asvalt zou zijn en de trailschoenen helemaal niet nodig waren, gelukkig is Deborah een vrouw en hebben die steeds wat meer mee dan een man.

Leuk weerziens met wat lopers en de zon is van de partij. Mijn benen zijn nog iets stijf van gisteren maar dat is wel normaal zeker. Om 10u mogen we hier starten voor twee lussen te lopen, de eerste meters waren wat moeizaam maar al snel hadden we ons tempo te pakken. Vincent Meers tracht enkele meters met ons te lopen maar die kan ons tempo niet aan. Daarna lopen we met een groepje en kunnen we wat praten, één die de halve marathon loopt en 21km bij ons blijft, even komen we bij Jan Spitaels zijn vrouw die nog maar van November loopt en nu ook al haar halve marathon afhaspelt alsof het niets is.

Deborah loopt goed en af en toe moet ik haar bergop iets terug roepen, ik kan zelf niet harder en het is beter van nog wat krachten te sparen. Wat een mooie vergezichten hier, bergop bergaf is goed voor onze spiertjes. De bevoorradingen zijn ongeveer om de 5km en dik in orde, seingevers zijn er ook in overvloed, ook de politie is goed aanwezig. Ons eerste rondje gaat vlotjes, de tweede is iets zwaarder maar het blijft overal lopen. Na een klein 32km dipje zijn we al snel terug in ons ritme en kunnen we eindigen in 4u53 , ditmaal klopte Deborah mij met 1 seconde maar ik heb een excuus met gisteren in de benen.

Een t-shirt er bij en een mooie medaille, maar vooral weer een leuke dag die we niet vergeten, door de zon is ons bolletje plots mooi rood bruin. Maandag ben ik bijna niets stijf en dat is alleen maar positief voor de 100km volgende week.

Nummer 199 zit er op, nog eentje.

Paul van Hiel