100 mijl van St Annen, een recreatieve landschapsloop, ja ja…

Dick Abee: “Ik gooi de warme dekens af en sta op. Ik wil hier weg, ik wil eerste worden! Ik laat dit toch niet meer door de vingers glippen?”

De tweede etappe leidt ons naar Warfhuizen. De laatste kilometers naar dit keerpunt zijn ook de eerste voor de terugtocht. Daarna vervolgen we een andere route terug naar Sint Annen. Als ik Warfhuizen binnen kom begint Bennie de Vries net aan de terugtocht. Hij kijkt me verbaasd aan: “Hé, moi Dick!”

Bennie ligt aan kop van deze recreatieve landschapsloop. Door een korte stop na de eerste etappe, een puddingbroodje van Wim Scholtens heb ik altijd snel naar binnen, ben ik blijkbaar zo maar op de tweede plek terecht gekomen. Ed van Beek en Silvio Teunissen heb ik niet meer gezien, vreemd, ze zijn echt voor mij de tweede ronde ingegaan. Tjee, ik ben nummer twee. Door het weidse landschap in het Noord Groningse kun je kilometers ver weg kijken, maar Bennie zie ik niet weer terug. Hij gaat voor een tijd binnen de 18 uur! Enkele oudjes zitten in de eenzaamheid van het gebied samen voor een huis. “Hebben jullie ook een andere hardloper gezien?” vraag ik. “Ja, die loopt heel ver voor jou!”

Het motiveert me om lekker te genieten van de omgeving en om me niet met Bennie of met een tijd bezig te houden. Over deze 161km wil ik ongeveer 24 uur doen, dat moet kunnen als er geen gekke dingen gebeuren. Ongeveer 15 kilometer verder zie ik Bennie toch in de verte. Ik voel echter een weeïg gevoel in de maag. Het is inmiddels warm geworden en de enige manier om dit tegen te gaan is eten en drinken. Al wandelend neem ik een speltbrood kokosolie en jam. Die gaat er nog redelijk in, maar de krentenbol krijg ik niet weg. De mond is gortdroog. Met veel water lukt het om de helft op te eten, de andere helft gooi ik weg. Bennie zal inmiddels al wel op een half uur voor me zitten. Ongelooflijk wat die gaat doen, in 18 uur ruim 160 rennen, superknap! De maag knapt toch op door het voedsel en ik ren lekker verder. Bedum neem ik op mijn gemakje, ik ken dit stuk van de route. Na Bedum kun je in de verte het viaduct naar Sint Annen zien liggen, het is in totaal dan nog ongeveer 5 kilometer. Bennie zal daar al lang voorbij zijn. De bomenrij langs de weg onthoudt mij van het zicht op de weg. Wel blijf ik naar het viaduct kijken. Goh wat ligt hij ver voor!

Plotseling zie ik door de bomen echter iets roods en een paar seconden later nog een keer. En dan, ik zie Bennie, hij loopt heel dicht bij me! Ik kom twee minuten na hem binnen. Hij vertelt over zijn maagproblemen en hij staakt de strijd na 85 kilometer. We proberen hem om te praten, hij zal spijt krijgen van dit besluit, maar hij weet het zeker: hij stopt. Inmiddels is Rienk ook binnen gekomen. Hij oogt moe. Samen gaan we de derde etappe in. We spreken af dat we deze ronde bij elkaar blijven. Als hij teveel gaat wandelen ga ik niet op hem wachten, dat is de afspraak. De vierde ronde is ieder voor zich.

In die derde ronde wordt het donker. We ontsteken onze lichten en verworden tot eenzame nachtelijke dwazen, dwalend door een zwart landschap. Rienk beperkt zich tot een ja of nee op vragen van mij, hij heeft het zwaar. Ik begin me te beseffen dat ik deze enige 100 mijl loop in Nederland als eerste af ga sluiten. Ik heb nog nooit een prijs gewonnen, weet niet eens wat dat is. Mijn prijs is altijd het genieten van een loopje, ik ben een liefhebber zonder klokje. Voor dit evenement heb ik een garmin apparaatje gekocht die me de route wijst. Hoe lang we onderweg zijn, hoe ver het nog is, het zijn allemaal vragen die ik onderweg niet kan beantwoorden en die ik eigenlijk ook niet wil weten. Ik heb namenlijk nooit een wedstrijd. Maar nu, nu merk ik de competitiedrang, misschien zelfs voor het eerst.

Uiteindelijk komen we weer terug in Sint Annen. Rienk is uitgewoond! Angela zit inmiddels klaar om na de eerste etappe van vanochtend, oh nee, gisterochtend want het inmiddels 02.00uur, samen met mij de laatste etappe aan te gaan. Ik neem een bord pasta, een pannenkoek, koffie en chocolademelk en ben er weer klaar voor. Rienk gaat net als mij stram omhoog en maakt zich ook klaar. Hij gaat met ons mee op pad. Moeizaam kom ik in looppas en Rienk loopt ongeveer 10 minuten lang enkele meters voor ons. Daarna zijn de spieren weer gewend aan dat wat ze al een half jaar doen: soepeltjes werken. Ik kom in mijn pas en we gaan Rienk langzaam, maar zeker, voorbij. Even later verdwijnt zijn lampje achter ons. Ik kan me ruim 30 kilometer voorbereiden op een overwinning van een 100 mijl wedstrijd! Het genieten is inmiddels begonnen. Angela heeft stevig de pas er in gezet en ik heb moeite om haar te volgen. Maar aangezien we toch ver voor liggen vraag ik haar om het rustig aan te doen. Ik word toch moe en Rienk is ver uit beeld! Ongeloof komt in me op, trots, maar ook de beperktheid van alles. Er waren 12 mensen aan de start, inmiddels zijn de toppers uitgevallen. Er zijn nog vier in de race, een soort “best of the rest”.

Regelmatig maak ik nu gebruik van rustpauzes. Even wat drinken, een stukje wandelen, een bruggetje langzaam over steken. Stilstaand nogmaals naar de garminkaart kijken: we nemen alle tijd. Op enig moment lopen we over een lange oprijlaan naar een boerderij. Inmiddels wordt het licht. De boerin is in de keuken gaan slapen om ons gedag te kunnen zeggen. Ze heeft de garage ingericht met een brandend kaarsje, een paar stoelen, een heleboel lekkers en heerlijke warme dekens. Vanaf deze plek is het nog ongeveer 14 kilometer naar Sint Annen. Ik verheug me op de eindstreep maar geniet nu uitgebreid van de stoel, het eten en de gastvrijheid.

De boerin maakt net een foto van ons als we een geluid horen. Het zijn voetstappen. Goh, de boer komt er ook bij denk ik nog. Maar daar staat Rienk in de deuropening. Ik kijk hem stomverbaasd aan. Shit! Dom dom dom dom dom Dick!!! De beer en de huid en ook onderschat nooit je tegenstander!!! Ik baal enorm van mezelf en vraag me af hoe dit kan, maar ook hoe dit verder moet gaan. Blijkbaar is Rienk over het dode punt heen. Hij oogt fit. Er komt een buisje uit zijn rugzak en deze zet hij voor de mond. Mmm, doping… Hij pakt een grote bidon met poeder er in en vraagt de boerin om het aan te lengen met water. Shit, hij heeft toverdrankjes en ik loop op droog brood. Doordat Angela en ik rustig aan hebben gedaan en ik helemaal ontspannen ben ga ik deze strijd alsnog verliezen. Lichte paniek maakt zich van me meester. Ik gooi de warme dekens af en sta op. Ik wil hier weg, ik wil eerste worden! Ik laat dit toch niet meer door de vingers glippen? Maar hij is zo dicht bij gekomen… Angela kijkt me aan, ze begrijpt me. Bijna onmiddellijk kom ik in looppas. Dit gaat me niet gebeuren! De lange oprijlaan weer af, rechts af en ik kijk achterom. Ik zie Rienk nog niet. Even later kijkt Angela achterom, ze meent iets te zien. Inmiddels is het licht en we doen de ruglampjes uit. We hoeven Rienk geen extra instrument te geven om zich op te kunnen richten. Inmiddels gaat ons tempo omhoog en ik hoor Angela steeds sneller ademen. Met regelmaat kijken we achterom, maar er is niets te zien. We houden het tempo een kilometer of acht vast. Onderweg hijg ik naar Angela dat mocht Rienk ons met dit tempo nog inhalen, hij de overwinning echt verdient. Ik kan niet harder. We lopen na 150 kilometer 11-11,5 per uur.

In het laatste dorpje voor Sint Annen staat een ANWB bordje: nog 5 km te gaan. We kunnen heel ver achter ons kijken. De weg is leeg, net als ik zelf. Angela heeft over, zelf ben ik er wel klaar mee, af en toe rennend, regelmatig dribbelend en af en toe wandelend bereiken we het laatste viaduct voor St Annen. Vanaf dat moment kan ik de looppas vol houden. Na 21 uur en 18 minuten bereiken we de finish.

Rienk komt een uur en 18 minuten later binnen, onze lange sprint was totaal overbodig…

Dick Abee