Verslag UTMB

Arjan van Binsbergen: “Het ziet er goed uit. Totdat die ene steen die ik over het hoofd zie! Binnen een fractie van een seconde lig ik languit over het pad. Voor het eerst maak ik tijdens een trail een serieuze val mee.”

Het is enkele minuten voor 18.00 uur als ik in Chamonix-Mont-Blanc als een ingeblikt sardientje sta te wachten op het verlossende startschot. Mijn gedachte gaan terug naar 29 maart 2014. Zo’n anderhalf jaar voor dit moment. Ik loop, uit nieuwsgierigheid, een ultratrail. Het is de ecotrail de Paris, over 80 km. De euforie van de goede sfeer rond de wedstrijd, gekoppeld aan een mooie uitslag (122e van 1900 deelnemers) hebben mijn passie voor deze sport ontwaakt.

Als ik de uitslag bekijk op de site van de ecotrail zie ik een grappig symbooltje van een poppetje dat op een berg rent. Na wat doorklikken en google werk ontdek ik de UTMB. Blijkbaar is deze wedstrijd, samen met nog een aantal pareltjes op de wedstrijd kalender, één van de boegbeelden van de ultratrail sport. En blijkbaar heb ik al 2 punten verzameld om mee te mogen doen in 2015!

Via de Ultratrail Lago di Como (11e plaats) en Endurance Trail Millau (79e plaats) kom ik aan de ontbrekende punten. Het lot bepaalt de rest; ik mag starten op de UTMB! Na een winter lang trainen onder leiding van Johan Verwoert gaan de prestaties vooruit. Ik loop Parijs weer, maar nu 5 kwartier sneller en wordt 38e van de 2000 deelnemers. Nog beter gaat het als ik nationaal kampioen op de 24 uur in Steenbergen wordt en een aantal weken later een 7e plaats pak op de Motagn’hard 107 in de Franse Alpen.

Nu dan aan de startlijn van die wedstrijd met dat grappige blauwe poppetje in het symbool. Wat zijn er veel kilometers onder m’n voeten doorgegaan. Wat heb ik van (bijna) al die kilometers genoten. Wat ben ik blij dat ik deze sport ontdekt heb en wat ben ik blij dat ik hier mag staan!

Bovenstaande opsomming geeft ook weer dat ik ook competitief ben ingesteld. Ik wil graag het maximale uit mezelf halen. Voor de UTMB heb ik me tot doel gesteld om binnen de 30 uur te blijven en bij de eerste 100 te finishen. Ik overzie het startvak en besef dat er heel wat meer dan 100 deelnemers voor me staan. Maar goed, alle tijd om daar aan te gaan werken.

Na de start loop ik in een prettig tempo en ga ik gestaag verder naar voren. De benen voelen sterk en ik hoor al vele lopers om me heen flink hijgen als we de eerste col opgaan. “Kalm blijven en ontspannen blijven lopen” houd ik mezelf voor. Op de Delevret ben ik 243e en na ongeveer 60 kilometer op de col de la Seigne lig ik op de 158e plaats. Ik weet dat het na zonsopgang erg warm gaat worden en dat ik daar over het algemeen beter tegen kan dan andere deelnemers. Het ziet er dus goed uit.

Totdat die ene steen die ik over het hoofd zie! Binnen een fractie van een seconde lig ik languit over het pad. Voor het eerst maak ik tijdens een trail een serieuze val mee. Een snelle check leert me dat ik bloed aan m’n wang, elleboog en knie. Dat is niet erg. De pijnscheut in mijn rechter kuitspier echter wel. En m’n lies voelt ook opgerekt aan. Mijn voet is blijven staan terwijl mijn bovenlichaam nog wel voorwaarts wilde. Meteen schiet er kramp in de kuit. Ik probeer het eruit te laten zakken, iets wat maar gedeeltelijk lukt. Dan maar weer lopen.

Als een soort Charlie Chaplin waggel ik verder, er zit in het rechterbeen gewoonweg minder kracht dan het linker. Met name in de klimmen begin ik snelheid te verliezen en ook plaatsen. Na 110 kilometer in La Fouly lig ik 200e en het rechterbeen heeft nog steeds minder kracht dan het linker. Heeft het nut om door te gaan? De doelstelling is niet meer haalbaar. Door de hitte vallen er mensen bij bosjes uit. Als ik finish in deze slechte tijd is dat slecht voor mijn ITRA punten in de categorie >100 km. Allemaal gedachten van de prestatiesporter.
Tijdens de zoveelste plak ontbijt koek bedenk ik me waarom ik deze sport ben gaan doen. De goede sfeer rond de races. Het genieten van alle trainingen. De blijdschap dat ik mee mag doen aan deze wedstrijd. En het feit dat ik m’n vrouw heb beloofd haar aan de finish te zien. Ik moet de knop omzetten van prestatieloper naar ultratrailer. En dat finisher shirt, of wat ze dan ook aan de streep mogen uitdelen, is van mij!

Kilometers lang dribbel ik rustig door, hopend dat m’n rechterbeen wat me zover heeft gebracht, ook nog naar de streep brengt. Ik raak langzaam in een stemming van euforie als ik aan de laatste afdaling naar Chamonix begin. Iets te vroeg want ik let niet goed op en ga nog een keer plat. Schrammen op de andere wang. Mooi voor de symmetrie, zullen we maar zeggen. Ik besluit dat ik maar rustig verder wandel naar beneden.

In Chamonix zie ik als eerste m’n vader staan die met me mee dribbelt. Iets verderop m’n vrouw en met z’n drieën gaan we naar de finish. Later op het filmpje zie ik dat ik juichend over de streep ben gelopen. Wat een avontuur is deze race geweest; wat een belevenis de afgelopen anderhalf jaar! We nemen koffie met croissants en chocoladebroodjes op het pleintje achter de finish. We lachen en vertellen onze belevenissen van deze afgelopen 34 uur. Zo mooi kan sport zijn!!

En nu? Heel simpel. Op 23 oktober sta ik in Millau aan de start van de 100 kilometer Endurance trail. Ik ga daar genieten als ultratrailer, maar ook als prestatiegerichte sporter 100 kilometer volle bak knallen om m’n tijd van vorig jaar te verpulveren.

Arjan van Binsbergen