Winschoten, 11:47 !!!

Theo de Jong overtreft alle eindtijd-prognoses: “Tussen de 2de en 3de operatie zou ik getekend hebben voor even in de tuin rommelen. En nu, nu deed ik mee aan het WK 100 km! Ik werd er emotioneel van, tranen in de ogen, op de wangen, de vuist gebald.”

In Steenbergen ben ik na een kilometer of 80 ziek uitgestapt. Vreselijk balen, vooral achteraf. “Je moet maar eens naar Winschoten komen voor 80 of 90 km, een goed leerproces” zo mailde Henri Thunnissen me daarna. Misschien was dat wel zo, de limiet van 12 uur zou ik met mijn besttijd op de marathon in mijn tweede loopleven (4:18) toch niet halen. Globaal rekent men voor de 100 km meestal een tijd van 3 keer je beste recente tijd op marathon. Peter Stein schreef in het onvolprezen maar niet meer bestaand blad MarathonPlus (een beetje de analoge voorloper van ultraned) in Trainingsspecial 4 een prachtig trainingsschema voor de 100 Km. En ook hij gaat uit van 3 keer de marathontijd voor de 100 km. Voor mij zou dat uitkomen op 3 x 4:18 = 12 uur 54 min. Ton Smeets heeft eens meerdere prognoseschema’s op een rijtje gezet die op verschillende manieren de 100 km tijd berekenen. Voor de toppers wordt een factor van 2,79 tot 2,85 keer de marathontijd aangehouden. Dat zou voor mij neerkomen op 12:00 en 12:15 uur. Als we de tijd bereken op basis van snelheid kom je met een marathontijd van 3 uur op een 100 km tijd van 9:00 uur, dus ook weer 3 keer de marathontijd. Echter voor langzame lopers is deze vuistregel (3 x de marathontijd) te optimistisch. Ton geeft een formule om het goed te berekenen: t100 = (100 * tmar) / (42 – 3*tmar). In de formule moeten de tijden (t) in uren ingevuld worden. Voor mijn persoontje betekent dat t100 = (100*4,3) / (42-12,9) = 14:47 uur. Andere door Ton genoemde prognoses zijn onder andere op basis van zuurstofopname berekend. Ton zet de prognoses op een rijtje, waarbij 4:00 uur op de marathon de langzaamste tijd is (ik loop 4:18). Kijken we naar de uitkomsten dan variëren die van 11:09 tot 13:20 op de 100 Km met een gemiddelde van 12:33.

Waarom deze lange, beetje saaie inleiding. Wel, ik liep in Winschoten tot mijn eigen stomme verbazing een tijd van 11:47:50 op de 100 Km. Dat is een factor 2,74 ten opzichte van de marathon. En die factor is echt kleiner dan voor echte wereldtoppers aangehouden wordt. Ik zou, zie berekening, een tijd van tussen de 12:54 en 14:47 moeten lopen, maar zeker geen 11:47. En dat vind ik zeer verbazend, maar verbazend was eigenlijk de gehele 100 Km.
In mijn hoofd was ik er sinds het mailtje van Henri mee bezig. Ik heb dan wel geen snelheid meer maar nog wel uithoudingsvermogen. En ook mentaal zit het wel goed om een dergelijke wedstrijd te lopen. Woensdag is mijn ‘lange duurlopendag’, meestal 40, soms 50 km. Sinds juni heb ik de afstand uitgebreid en vanaf half juli liep ik elke woensdag 65 tot 72 km. En dan op zaterdag meestal nog eens 30 tot 35 km. En die lange afstanden gingen steeds beter, maar wel steeds heel langzaam. Op 14 augustus volgde als training de Kadee Dodentocht, 100 km in het Vlaamse land. Het verslag kun je lezen op ultraned: https://www.ultraned.org/v_item/f6663_2015_08.php. De laatste kilometers kwam ik er niet meer vooruit, ik was totaal leeg en doodmoe. Eindtijd 13:09, ruim een uur boven de limiet van Winschoten. Dus geen wonder dat ik voor Winschoten geen hoge verwachtingen had. Mijn doel was de eliminatie van 10:50 uur voor de laatste ronde bereiken, daarna zou ik wel zien. Een tijd binnen de 12 uur was uitgesloten.

Vrijdagavond arriveerde ik in hotel Hulsebos in Zuidbroek, lekker dichtbij. Goed geslapen en de volgende morgen al vroeg naar Winschoten. Ai, mist en koud, niet echt mijn weer. Grappig was dat ik mijn startbewijs ophaalde terwijl overal mensen bezig waren hun kraam op te bouwen en er nog allerlei werkzaamheden aan het parcours, geluid, en voorzieningen weren uitgevoerd. De kraampjes voor al die buitenlandse equipes waren nog nauwelijks bevolkt. In de sporthal heb mijn 10 flesjes met cola, water en wat zout met een gelletje afgegeven voor de 6 km post en daarna een stoel en tas met nog eens 10 flesjes in de verzorgingszone in het rosarium gezet. Dan weer naar de auto. Die had ik vlakbij om de hoek staan. Maar goed ook, want ik ben er in die 2,5 uur voor de start wel 10 keer geweest. Dan weer zitten, naar buienradar kijken, ander shirtje aan, nee toch niet. Nog wat eten misschien. Nee, niet verstandig, ik heb genoeg gehad. Het was maar goed dat ik geen lange tight bij me had, anders had ik die ook nog geprobeerd. En dan maar weer naar de sporthal. Even kletsen met Wim Krijnen. Hij wil binnen de 12 uur eindigen maar heeft er een zwaar hoofd in. Dan weer naar de auto, appen met het thuisfront en dan naar de start. Toch nog best een grote groep, natuurlijk geen wonder met al die buitenlandse equipes. In totaal deden er 38 nationaliteiten mee.

Mijn horloge aangezet, maar de satellieten waren niet te vinden. Even later het startschot en weg waren we. Ik liep ongeveer midden in de meute en wilde echt heel langzaam beginnen, maar onwillekeurig werd ik toch door de hollende meute meegezogen. Maar na een kilometer of wat kon ik echt langzaam gaan lopen. Toen mijn horloge het eindelijk deed, na bijna 2 km, zag ik dat ik nog steeds veel te snel liep. Ik wilde vlak lopen, circa 7:05/km. Maar steeds liep ik sneller, dus weer remmen naar 6:45, 6:48 en soms 6:52. Toch kwam ik als laatste bij de eerste passage door. Ik liep echt heerlijk, in geen tijden zo ontspannen gelopen. En gaandeweg kreeg ik steeds meer vertrouwen. De marathon ging in 4:46. Ah, da’s mooi. De 50 km, die er veel eerder was dan ik dacht, duurde 5:41. Even denken, 5:41 x 2 = 11:22. Kan natuurlijk niet, maar zo dacht ik wel. Vooral ook omdat het nog steeds geen moeite kostte en ik nog steeds moest afremmen. Ik liep nog steeds heerlijk, echt voor mijn plezier. Het vele publiek werkte daar ook aan mee. Versierde straten, muziek, bbq-luchtjes, bier, wijn en enthousiasme. Ik begon toeschouwers te herkennen en zij mij. Het wat oudere stel onder de paraplu, de dames die al 15 jaar supporter zijn, de man die voor iedereen klapt, rondje na rondje, de jonge man met zijn gescheurde leren pet met een paar vogelveren. Ook hij blijft bijna tot de laatste ronde zitten. Prachtig publiek dat je echt een hart onder de riem steekt en dan dat heerlijk grunnegs proaten. Ah, dat had ik de laatste jaren niet meer zo gehoord. Mooi voor een stadjer als ik.

Na de 50 km hoefde ik nog maar 50 km, 5 rondjes, 10 halve rondjes. Ik knipte het in stukjes. Vooraf had ik dat al met Wim Douw aan een 10 km loper uitgelegd. Je loopt geen 100 km maar 10 keer 10 km, dan is het te overzien. Maar bij de 50 km dacht ik alleen maar ‘op naar de zestig’. Niks geen halve rondjes, gewoon op naar de 60 km. Halverwege dat rondje besefte ik wat ik aan het doen was. Tien jaar geleden, op 3 oktober werd ik voor de eerste keer aan mijn hart geopereerd, daarna nog twee keer. Op het slechtste moment kon ik me niet eens meer zelf uitkleden of douchen, ik moest er bij geholpen worden. Tussen de 2de en 3de operatie zou ik getekend hebben voor een kwartiertje in de tuin rommelen. En nu, nu deed ik mee aan het wereldkampioenschap 100 km! Ik werd er emotioneel van, tranen in de ogen, op de wangen, de vuist gebald. Even later, de 54 km. Kom op, niet zeuren, op naar de 60, door en door. En ook dit rondje zit er weer op en nog steeds in een zeer mooie, gelijkmatige tijd van 6:52 – 6:59/km. Weer een rondje af, op naar de zeventig, dus niet op naar de volgende drinkpost, nee, meteen op naar de 70 km. Het kon niet stuk. En weer ging dat rondje in een strak tempo, nu van circa 7:05/km. De 80 kwam echt binnen bereik. En ‘even’ later had ik die ook te pakken, in circa 7:10/km.

Ai, ai, dat kon niet meer stuk. Dat drong al bij de 60 km tot me door, ik kan het halen, ik kan binnen de 12 uur eindigen. Die gedachte heb ik wel snel verdrongen, maar bleef toch steeds aanwezig, als stimulans, als triomf. Soms balde ik, in een soort extase mijn vuist. Yeah, binnen de 12 uur !! Ik kon het niet beseffen, wat gebeurt hier, Theo, wat gebeurt hier, wat ben je aan het doen. Ik snapte er niets van (en nu, op donderdagavond snap ik het nog steeds niet). Adrenaline, mijn cola’tjes, mijn gelletjes? Ik weet het niet, het was mijn dag, mijn avond, prima temperatuur en een beetje regen, geweldig loopweer.

Verder naar de 90. Het begint nu wel wat moeilijker te gaan. Even een noodzakelijk Dixie bezoek, lekker zitten, maar niet lang. Doen wat ik moet doen, darmen leeg en weer verder. Kost een minuutje, niet meer. Als ik op sta, erge pijn in mijn knieën. Ze waren net zo lekker gebogen en nu moeten ze weer strekken en verder, ze protesteren maar weten ook dat we verder moeten en een 50 meter verder voel ik ze nauwelijks meer. Ik haal Els Aelbers bij, daarvoor had ik Wim Krijnen al ingehaald, tegen mijn gewoonte in heb ik nauwelijks met hem gepraat, ik was bezig, had geen tijd, moest naar de 90 km, de eliminatie.

Dat kan niet meer misgaan, dat weet ik zeker. Dan de bel, de laatste ronde, een high five met Henri: ”ik kom binnen de 12 uur binnen. Ik ga de laatste ronde in, nog 10 km te gaan en nog ruim 1 uur 20 de tijd! Een makkie? Ja en nee. In Bornem ging ik vier weken geleden volledig stuk op die laatste kilometers, ik moest zelfs gaan zitten, zo moe was ik. Ben ik toch wel bang voor en daarom val ik terug op 800 meter rennen en 200 meter wandelen. Pas de laatste twee kilometer heb ik weer rennend afgelegd, de laatste kilometer in 7:09. En daar, de finish. Met gebalde vuist kom ik over de streep, 11:47:50. Geweldig. Martien Baars vangt me op. Ik snap het niet, hoe kan dit, 11:47. Ik zit vol adrenaline, praat tegen hem aan, zeg dat ik nog wel een rondje kan. Martien hoort het aan en feliciteert me. Ik krijg een deken om en samen lopen we verder. Daarna gaat hij naar de auto naar zijn verblijf (Martien, bedankt) en ik het donkere Rosarium in om mijn tas en stoel op te halen. Ik blijf het herhalen, hardop, 11:47, 11:47. Dat kan toch niet, theoretisch uitgesloten en toch is het gebeurd. En oh oh wat ging het eigenlijk geweldig, echt makkelijk tot de 80 kilometer, maar ook daarna niet echt zwaar. Ik heb niet gehijgd, kon steeds goed blijven lopen, heb alleen de laatste 10 stukjes gewandeld en, niet onbelangrijk, ik heb geen kotsneigingen gehad en het verval tot 25 minuten kunnen beperken. Maar het allerbelangrijkste is dat ik daar in Winschoten zo ontzettend genoten heb!! 11:47:50, ik heb het alleen al vandaag zeker 10 keer gezegd.

Theo de Jong
(theohinne <> hotmail.com)