Op zaterdag 7 juli, 14.00 uur startte ik op de Andere Zes Uur van Deventer! De 24 uur van Deventer startte gelijk met on, de 12 uur van Deventer ging om 21.00 uur. Endymion Kasarnadjo werd met 207.238 km eerste en Nederlands kampioen. De 12 uur was een prooi voor Peter Lighthart met een mooie 110.075 meter terwijl de Andere Zes uur werd gewonnen door Ron Höfte met 65.835 km. In totaal zijn er 40 atleten van start gegaan. Toch wel pijnlijk weinig voor een wedstrijd van dit statuur.
Op 19 september 2015 liep ik een hele goede 100 km in Winschoten, op 11 oktober liep ik naar volle tevredenheid de marathon van Eindhoven. Dat was voorlopig mijn laatste wedstrijd.. Een week of twee hierna kreeg ik last van boezemfibrilleren. Controle maakte duidelijk dat ik ook een ernstig lekkende hartklep had, een groot probleem dat zeker verholpen moest worden. Opereren zat er, door alle complicaties bij de operaties in 2005 en 2006, niet in. Een clipping zou de oplossing zijn. Niet dus. Na die clipping in januari 2016 ging het alleen nog maar slechter. Eén chirurg durfde de operatie uiteindelijk aan, maar alleen met een tweede hartchirurg als assistent. Tot ieders verbazing verliep de operatie zeer soepel en zonder complicaties. Ai, ai, wat was ik blij. Die blijheid werd getemperd door dat ellendige boezemfibrilleren. Cardioversies hielpen slechts tijdelijk. Uiteindelijk bracht een ablatie op 30 augustus uitkomst. Omdat mijn hartslag af en toe wel erg traag was, soms zelfs 20 seconden stil stond, werd enkele dagen later ook een pacemaker geplaatst. En toen was ik weer helemaal als nieuw.
Ik kon meteen veel meer, had weer lucht, hoefde niet meer twee keer te stoppen als ik de trap opging en ik ging zelfs een beetje hardlopen, 100 m, 200 m, 500 m een kilometer en nog voor het einde van het jaar liep ik, in een zeer langzaam tempo, weer 5 km. Man wat een goed gevoel, alhoewel ik niet echt makkelijk liep. Maar ik had ook zo lang niets gedaan (Jaartotaal in 2016: 39 km!) dat het beetje spieren dat ik nog had niet wist wat er gebeurde en dus elke keer spierpijn. Eind april 2018 heb ik de training weer opgepakt, nog 2 ½ maanden tot 7 juli. Van 5 naar 10 km, 15 km 20 km en verder. Het tempo was laag en het uithoudingsvermogen slecht. Maar na elke training merkte ik dat het uithoudingsvermogen beter werd. Eind mei al een keer 30 km gelopen, dit een aantal keren in juni herhaald. Twee weken voor de Andere Zes Uur mijn langste duurloop, 34 km. Natuurlijk niet genoeg, maar meer tijd was er gewoon niet. Maar, met een opbouw van 5 naar 34 km in twee maanden lag er toch wel iets van een basis, hoewel een zeer wankele.
En zo gebeurde het dat ik, na 1000 dagen zonder wedstrijd aan de start stond in Deventer. Tot mijn verbazing stond Mo Indrissi daar ook, met een grote brace om zijn rechterbeen. En met dat ding liep hij toch wel mooi 24 uur en een dikke 163 km. Hulde en grote bewondering. Na het startschot door Ed van Beek, de organisator van dit festival, hobbelde ik al snel achteraan in het peloton, slechts gevolgd door Hein Bodelier. Hein zou de eerste 15 km lekker achter me blijven plakken en daarna overgaan op snelwandelen. Hij haalde een mooie 146 km. Mijn tempo lag te hoog en ik probeerde te vertragen. Dat lukte maar gedeeltelijk. Op het deel met wind tegen ging dat vertragen vanzelf, op het stuk met schaduw en wind mee ging het gauw te snel. Tot de 25 km ging het best lekker. Het was wel warm, maar met de vele sponzen (perfecte organisatie overigens), wat schaduw en een stukje tegenwind koelde ik toch lekker af. Na de 25 km werd het allengs moeilijker. Met na elke 900 meter 100 meter wandelen pakte ik nog eens vier rondes waarna de loopstukken steeds langer en langer werden. De laatste twee ronden heb ik bijna geheel gewandeld. Wat was ik moe, in de laatste ronde moest ik echt even stoppen, niet om op adem te komen maar puur uit vermoeidheid. Dan de laatste doorkomt met nog één minuut te gaan, 42735 meter. Toch weer in galop om toch nog zoveel meter te lopen. Na het eindschot kwam Ed de restmeters opnemen. Eindtotaal 42863 meters. Ik ben daar heel blij mee, zeker gezien de korte voorbereiding. Maar ik loop weer, ik ben er dus weer. Hat smaakt weer naar meer.
Theo de Jong