Categorieën
columns

Broekventje wordt ultraloper

Geschreven door Gino Casier
dinsdag 30 november 2010 10:42

Broekventje keek uit naar de komst van zijn grote idool in de kermiskoers van zijn Breininghe-Dorp. Hij kreeg een handtekening van Roger de Vlaeminck en het DAF-petje zou hij koesteren tot aan het einde van z’n dagen.

De zomermaanden bracht hij meestal alleen door of al ruziemakend met z’n zussen. Tijdens de eerste 3 weken van juli pendelde hij tussen de koer en de living. Meermaals vervloekte hij het testbeeld op TV dat aankondigde dat de rechtstreekse uitzending een kwartier tot een half uur uitgesteld was. Hij vervloekte de coureurs die te leeg waren dat ze gaapten. Later als hij prof was zou hij z’n trappers kapot stampen en het testbeeld de ether uitfietsen, l’Alpe d’Huez op vliegen en op de top de gele trui pakken om die niet meer af te staan tot in Parijs.

Op z’n vijftiende kreeg hij z’n eerste tweedehands blauw koersfietsje. Op vrije dagen trok hij er op uit en beukte tegen z’n pa op en tegen de wind in tot hij zwart zag voor z’n ogen.

Vader zag dat het goed was en het jaar daarop mocht hij koersen.

Met fierheid droeg hij z’n koerstruitje van de Ostendsche wielerclub “De Zeemeeuw”. Hij trainde beenhard, kroop s’avonds op tijd onder de lakens, hij leefde met hart en ziel voor de koers. Maar grootste resultaten en overwinningen bleven uit, toch bleef hij dapper voortboenken, z’n droom achterna. Al jankend sneeuw en hagel trotserend tijdens trainingen, rechtkrabbelend na de zoveelste valpartij, het kreeg hem allemaal niet klein, toch werd hij uiteindelijk geveld. Z’n oren konden het geduvel niet meer aanhoren, z’n kouwelijk lichaam had behoefte aan nestwarmte, dit samen met een ferme scheut puberteitskuren zorgden er voor dat zijn trainingen eindigden onder de brug. Daar waar hij samen met een koersmaatje zijn droom om ooit de Ronde van Frankrijk te winnen zag opgaan in de rook van z’n sigaret.

Vele jaren later heeft broekventje er zelf twee rondlopen. Z’n koersfiets hangt nog steeds aan de haak, maar nu holt hij op loopsloffen z’n dromen achterna. Alpe d’Huez werd vervangen door het podium dat hij al meermaals met plezier heeft beklommen. Maar hij beseft dat dit geen cols waren van buiten categorie, hoogstens zat er ééntje tussen van tweede categorie. Ondanks resultaten die niet echt om over naar huis te schrijven waren, heeft hij toch al enkele malen de nationale kleuren mogen verdedigen tijdens wereldkampioenschappen ultralopen. Telkenmale zette hij vol goeie moed z’n beste beentje voor om steevast ten opzichte van de wereldtop heel wat stappen te kort te komen. Maar de atleet ploeterde voort, het broekventje was groot geworden, hij had z’n weg gevonden maar hij wist dat die weg nog lang was. Het broekventje was ultraloper geworden, gestrand in een mooie woestijn vol grootste dromen, waar de wegen oneindig lang zijn, de oases zeldzaam zijn, maar de vruchten des te meer smaken als ze moeilijk te vinden zijn. Een grote vis zal hij onderwege wellicht nooit vangen, maar als vegetariër kan hem dat niet deren. Elk vogeltje zingt zoals hij gebekt is, dus laat mij aub niet zingen, laat mij maar lopen, laat mij maar zoeken naar de vruchten die ik kan plukken. Laat mij maar ultraloper zijn, altijd onderweg, maar overal thuis.