In & outs van de marathontiendaagse

Korte weetjes over de gebeurtenissen in en rond Cranendonck. Na de anekdotes van de eerste dag, nog wat aantekeningen van dag twee en drie.

Dat er met oog voor de natuur ook marathons gelopen kunnen worden bewees Hans-Joachim Meyer afgelopen Zaterdag weer eens. Na afloop van zijn marathon wees hij mij er op dat er in het bos orchideeën groeiden. Er stonden er zelfs op goed anderhalve meter van een punt waar ik zelf met veel zorg een richtingbordje had opgehangen. Blijkbaar met zoveel zorg dat ik die orchideeën over het hoofd gezien heb.

Menigeen kwam tijdens de bosmarathon van afgelopen Zaterdag met schrammen over de finish. Bramenstruiken die weelderig over het pad en tussen de varens door groeiden, voegden een extra dimensie toe aan de marathon. Voor komende Zaterdag, als hetzelfde parcours in tegengestelde richting gelopen wordt, houdt menigeen zijn hart vast, want zeker na zware regenval kan dit parcours nog meer uitdaging geven dan afgelopen Zaterdag.

Rob Tieleman werd op de proef gesteld door hem oorspronkelijk niet in de uitslag op te nemen, maar hij vervoegde zich zeer diplomatiek aan de jury d’Appel om de correctie op onweerstaanbare wijze af te dwingen.

Rob Froonhoff ging op de derde dag zo hard van start dat Gijs Honing met stelligheid dacht hem niet meer terug te zien voor de finish. Tot twee maal toe werd deze gedachte teniet gedaan. Allereerst kwamen ze elkaar nog eens tegen omdat het om een uit en terug parcours ging en dus de mensen na het keerpunt de lopers naar het keerpunt tegen komen. Ten tweede moest Rob Froonhoff toch zoveel inleveren dat Gijs uiteindelijk zes minuten eerder bij tijdwaarneemster Christien Okkersen arriveerde.

Henry Okkersen had pech. In gedachten liep hij recht door, daar waar duidelijk een pijl naar rechts hing. Was dat niet gebeurd was Henry zeker tweede geweest en niet zo ver in het veld achterop geraakt. Maar ja, goede atleten hebben meer nodig dan alleen snelle benen en elke misser wordt genadeloos gestraft.

Christian Hottas kan een mens echt de oren van de kop praten over zijn loopervaringen. Tovert zo een artikel tevoorschijn uit “The Glaswegian” van 19 juli 2001 met als titel “Almost running on empty”, of begint een verhaal over een achttienjarig meisje dat al marathon liep en voor haar twintigste al zelf marathons organiseert. Om maar meteen reclame te maken voor deze marathon, het gaat om de 2. Gardelegener Stadtwall-Marathon op 14 september 2002. Wie hier meer over wil weten schrijft het beste naar jan_schreiber84@hotmail.com (eigenlijk het e-mail adres van haar broer!).

Onze Duitse vrienden hebben soms vreemde hobbies, die tot eigenaardige taferelen kunnen leiden rond de finish. Men spaart er namelijk marathons met per jaar elke minuut; om in een jaar dus alle voorkomens van minuten in de eindtijd te hebben, moet men minimaal zestig marathons in een jaar lopen; om ze echt verschillend te hebben blijft men soms een of twee minuten lang op slechts een paar meter van de finishlijn wachten, totdat de tijd rijp is voor een eindtijd die men nog niet had. Dat dan een bezorgde organisator wel eens wil vragen of er iets is, is dan niet onbegrijpelijk.

Anton Smeets
ton.smeets@ou.nl