Een dag die nooit vergeten wordt.

Verslag van de NK 100km in Stein welke voor velen als memorial de geschiedenis in zal gaan.

Zondagmorgen, het is nog donker als ik samen met Cees richting start loop. De sfeer is ontspannen, het weer is perfect en de dag kan eigenlijk niet meer stuk. Tenminste dat dacht ik op dat moment. Even later voegen Ubel en Erna zich bij ons. Erna vraagt of wij het al gehoord hebben, “wat gehoord?” vraag ik nog. “Guus heeft een ongeluk gehad tijdens een of andere tocht”. Gelijk schiet door mijn gedachte “la Reunion”. Hij vertelde nog van zijn deelname, ik heb het nog op UN gezet, maar had me niet gerealiseerd dat het DIT weekend al was. Enkele seconden later hoor ik dat “het ongeluk” een ongeluk met dodelijke afloop is. Dit is meer dat ik op dit moment kan verwerken, zo onwerkelijk. Er schiet van alles door mijn hoofd, het kan niet waar zijn, dat bestaat gewoonweg niet. Niet Guus, niet nu, we hadden juist de laatste tijd veel contact over allerlei mooie lopen.
Een beetje verdwaasd sta ik enkele minuten later aan de start, het nieuws verspreidt zich snel en de verslagenheid is enorm. Als Ton Smeets even later het nieuws algemeen bekend maakt en om een minuut stilte vraagt begint het pas goed door te dringen. Wat is er gebeurd? Ravijn? Daar val je niet zomaar in en Guus weet verdomd goed wat ie doet. Had ik maar beter op de datum gelet, had ik hem nog succes kunnen wensen. Stomme gedachte, heb je niks aan gaat er gelijk door me heen.
Het startschot klinkt en ik druk mijn klokje in. Waarom eigenlijk, waarom start je nog. In een roes leg ik de eerste kilometers af en loop in op een groepje bestaande uit Veron, Wim, Rut en Edwin. Niemand zegt iets en dat zal de eerste twee ronden zo blijven. Op een gegeven moment maakt Veron zich los en gaat 50 meter voor ons lopen. Hij wil alleen zijn.
Er schieten continue alleen maar gebeurtenissen door mijn hoofd. Hoe we op Texel tijdens een duurloop koffie gingen drinken. Cynisch grappen makend over welke rommel er allemaal in de etenswaren zat. “Glutamaat, ohh dat is lekker. O, en kijk hier eens smaakversterker, daar lust ik wel pap van”. Verdorie Guus wat flik je me nou! Ik heb nog niet eens de foto’s van la Transe Gaulle gezien! Je kan er niet nu al tussenuit knijpen, er zijn nog zoveel mooie lopen.
Ik loop een stukje met Wim op. Ik moet erover praten, kan me niet schelen met wie, maar het lukt niet, het komt er niet uit. Teveel gedachten. Even een paar woorden en dan valt er weer een stilte.
Ik herinner me de eerste mails die ik met Guus uitwisselde. Ik heb ze nog steeds, want ik gooi die dingen zelden weg. Wat was ie enthousiast dat dat allemaal mogelijk was met email en internet. Hij had zich in Breda weer eens stuk gelopen, net als in Texel op de 6 uur. Wat hebben we daarom gelachen. Guus als een idioot ervandoor, Lucien in vertwijfeling achterlatend. Na drie uur stond ie weer te ouwehoeren aan de kant.
Even later loop ik alleen. Ik vind het prima zo. Het gaat veel te hard, zeker 7:50 schat ik, misschien wel harder. Het kan me eigenlijk ook niet schelen. Ik moet weer aan de zes uur van Texel denken. Deze is voor Guus, dan loop ik me maar te barsten.
Ik kan de hele tijd het beeld van rotsen en afgronden niet uit mijn gedachten bannen. La Reunion de ultieme trail.
Ik ben zelf ook gek op dit soort lopen, schitterende omgeving, vrij als een vogel. Natuurlijk er kleeft gevaar aan dergelijke ondernemingen, maar een wandelaar kan net zo goed uitglijden.
Negen rondes, ruim vijftig km in 3:55. Dacht ik al, veel te hard voor mijn doen. Ik zie Ria aan de overkant. Nog geen maand geleden liep ze met Guus la Transe Gaulle.Het moet voor haar een enorme dreun zijn.
Elf rondjes, ik begin de gevolgen van de combinatie afstand en snelheid te merken. Weer moet ik aan bergen denken. La FORT’iche. 28 uur deed Guus er vorig jaar over, ik was dit jaar na 19 uur uitgewoond. Van de zomer kwam hij zijn foto collage laten zien over deze schitterende trail. Dat waren maar 7500 klim meters, la Reunion heeft er ruim 8000. Op het punt waar ik er dit jaar de brui aan gaf heeft hij nog aardappels zitten roosteren een toen een tukje gedaan.
Zestien rondes, Veron komt langszij. Hij ligt nu 1 ronde voor. Klote! Is het eerste wat hij zegt. Dat heb ik al twintig keer herhaald denk ik bij mezelf. Ik ken Guus al jaren, maar op zich bleven deze “ontmoetingen” beperkt tot wedstrijden en mails. Als ik dan al met een steen in mijn maag rondloop, hoe moet het dan voor de mensen zijn die hem echt goed kenden. Even later komt het gesprek weer op de kwaliteit van het leven. Lekker in de buitenlucht, door de duinen, over het strand. Ik kan niet anders dan beamen dat Guus “geleefd” heeft. Achter de buis kun je misschien tachtig worden, maar wat heb je dan na te vertellen. Niks toch? Nee lekker door de bergen en de bossen struinen, dat is pas leven.
Veron loopt een stukje voor mij uit en een kwartiertje later mag hij zich Nederlands kampioen noemen. Het interesseert hem niet hoor ik hem nog tegen de speaker zeggen. Ik kan een grijns niet onderdrukken. Lijkt Guus wel, die interesseerde zoiets ook geen barst.
Laatste ronde, ik kom Rut tegen. Drie weken geleden tijdens de Spartathlon moesten we allebei opgeven. Zie hier, hij loopt in derde positie. De Spartathlon, ook weer zo’n gemeenschappelijk doel van vele lopers. Ik strandde dit jaar op hetzelfde punt als Guus. Vlak voor de Sangas. Hij waarschuwde me nog en achteraf hebben we er om gelachen. Altijd blijven lachen, maar vandaag even niet.
Even later kom ikzelf over de streep. Echt kapot ben ik niet, wel heel erg leeg. Dat zal voorlopig wel niet over gaan ook. Guus, ultra-avonturier tekende hij een van zijn laatste mailtjes. En dat was hij zeker een pionier en avonturier in hart en nieren. We zullen hem missen.

Tom Hendriks
tom@hendriks.st