Ditjes en datjes van Anton

Mijmeringen over poièses en praxis

Geen geld voor ultramarathon, en dat in een voorolympisch jaar. Wat is de boodschap nog van een Olympische deelnemer? Heb je gefaald als je straks niet in Athene staat, of faal je zelfs al als je kiest voor een niet Olympische discipline. Of faalt de Olympische gedachte omdat het niet heeft gekozen voor jouw discipline?

Niet, de sprint kan bogen op oudere tradities dan de ultramarathon. De Stadie is van eeuwen voor de Griekse klassieke periode. Het was het falen van de nieuwe Olympische gedachte dat juist dat nummer ontbrak op de eerste moderne Olympische Spelen te Athene. Niet, het had geen 200 meter hoeven zijn; uit historisch besef had het ook 166,67 meter mogen zijn, oftewel van het ene uiteinde van het stadion naar het ander. Allerhande normen die wij thans opleggen aan het erkennen van prestaties hebben langer niet gegolden dan wel, zelfs als we ons beperken tot de moderne Olympische Spelen.

Dat de ultramarathon af en toe nog dubt over haar spelregels, is eerder een gevolg van het feit dat men te lang de ultramarathon heeft genegeerd in de hedendaagse sport.

Vandaag gaan we in Nederland stemmen. Maar welke politicus heeft het over sport en cultuur gehad? Gaat het niet om zakken vullen en wiens zakken men vult? Gaat het niet om moderne status van grootmachten die gouden medailles tellen om respect en ontzag af te dwingen, ook al moet men daarbij over lijken gaan. Gaat het dus niet om poièsis in plaats van om praxis; om de knikkers in plaats van het spel!

Hoe kan een Olympische overwinnaar verkopen aan de jeugd dat sporten goed is terwijl iedereen weet dat topsport een zwaar beroep is dat je niet tot je zestigste kunt volhouden. Waar voedingssupplementen onontbeerlijk zijn om verder te komen. Zwaarder nog dan het beroepsmatig spelen in een orkest, wat toch ook nog altijd te veel wordt onderschat. Maar bij de muzikant gaat het om het spel, en daarom hoef je muzikanten ook niet op doping te controleren. Sport zou weer cultuur moeten worden.

Praxis zou toch het doel op zich moeten zijn; het plezier in de training, in het uitvoeren van de beweging en het ervaren van de veranderingen in je lichaam en je geest. De activiteit van het sporten zelf zou weer doel moeten worden zonder het opgepoetste imago van goud. Gouden plakken lijken afgoden te worden die ons afleiden van het ware zijn. Het spel, het sporten zou toch vele malen hoger moeten staan dan het poièsis, de knikkers, die we in de sport vertalen tot gouden plakken.

Maar bonden worden in Nederland afgerekend op hun knikkers, en dus blijft de ultramarathon maar spel.

Nederland telt mee, we bemoeien ons met menig conflict in de wereld en tonen ons gelijk door te laten zien dat je in Nederland topsport kunt bedrijven. Topsport die leidt tot dat eeuwig begeerde goud. Maar de meeste goudzoekers sterven in eenzaamheid en onbekendheid met de wrange ervaring nooit van het spel genoten te hebben.

Anton Smeets
ton.smeets@ou.nl

PS Wat politiek en sport betreft werd ik nog op een interessante hyperlink gewezen: http://www.sp.nl/nieuws/indemedia/sportliefhebbers.stm