Waarom is het wiel uitgevonden? Om van alles mee te slepen. Nou, dat hebben we geweten!
Als er geen wegen zouden zijn, als er alleen zand en grond en modder zouden zijn, wie komt er dan op de plaats waar hij moet zijn? De loper dus, de langeafstandsloper dus.
Kunt U zich de winter van 78-79 nog herinneren? Het begon op een avond te sneeuwen en dat hield niet meer op. De sneeuw gierde over het land samen met een harde wind en temperaturen van 10 graden onder nul. Het landje was enige dagen behoorlijk ontwricht. Dorpen in het noorden waren afgesloten van de buitenwereld. Mensen moesten hun auto op de snelweg achterlaten omdat ze vast kwamen te zitten in opgewaaide sneeuwhopen. Ik liep net als anders van m’n werk in Santpoort naar Amsterdam, waar ik woonde. Natuurlijk verklaarde iedereen me voor gek, maar zolang ze me niet tegenhielden vond ik dat geen probleem.
Het was al donker toen ik vertrok. Ons Nederlandse landje, meestal mistig of druilerig, was veranderd in poolgebied. Met blote voeten in de loopschoenen trotseerde ik de gierende wind tegen, de enorme sneeuwval en de kou. Bij Spaarndam waren opgewaaide sneeuwhopen van meer dan een meter hoog, maar voor de loper zijn het slechts kleine obstakels.
Bij Halfweg stond het verkeer muurvast. Machteloos staarden de automobilisten voor zich uit. Het wiel was ooit uitgevonden en dat wisten ze, hoewel niemand daar over nadacht natuurlijk. De loper ging voort en kwam slechts met een kleine vertraging thuis, immers het lopen was iets zwaarder dan anders. Het bezit van de auto was een zware last die dag, je ziet, alles is betrekkelijk. De topsnelheid wordt al nooit gehaald, dat is nog tot daar aan toe, maar ik denk dat de automobilist dagelijks in de randstad, gemiddeld niet hoger komt dan 40p/u, iets wat een beetje wielrenner ook wegtrapt; eigenlijk is het krankzinnig allemaal. O, nee, ik was natuurlijk niet goed wijs, dat ik lopend ging.
Alles is relatief. Patrick Macke, tweevoudig Spartathlonwinnaar zei me eens: “Distance is never the problem, speed is the problem”, misschien een uitspraak om over na te denken. Je hebt van die opscheppers, heb ik sowieso een hekel aan, die pochen over de enorme afstanden of pochen over het simpele feit, dat ze ultraloper zijn. U kent ze misschien wel. Ze zeggen wel eens, dat een marathon niet zoveel voorstelt, zij zijn namelijk ultralopers, zij leggen wel 100 kilometer af in 13 uur! Nou ja zeg ! Uitstekend hoor, maar nou niet iets om over op te scheppen, of om op een marathon neer te kijken. Kwaliteit is ook iets om bij stil te staan, ik weet het in deze tijd gaat het allemaal om meer meest nog meer. Heel mooi hoor om van Lissabon naar Moskou te lopen, ik zou het ook graag doen, maar wat is het gemiddelde waarin gelopen wordt, want anders had m’n opa het ook gekund, namelijk gewoon stevig doorwandelen. Het lijkt tegenwoordig wel, of het ultralopen op zichzelf al een kwaliteit is en dat is het natuurlijk niet.
Wezenlijk een andere weg gaan, dat is mijn verhaal. Bewust dat moeilijke pad volgen, dat bochtig omhoog gaat, dat rotsig is, terwijl je in de verte de hoofdweg kaarsrecht ziet liggen. Niet opscheppen op verjaardagen, dat je zo ver kan lopen, zonder het gemiddelde te vermelden, dat is namelijk hetzelfde als de persoon, die over z’n 4wheeldrive opschept, terwijl hij elke dag met dat bakbeest in de file staat, doelloos voor zich uitstarend.
Alles is relatief dus en alles moet gezien worden in relatie tot. Dus afstand moet altijd gezien worden in relatie tot snelheid en andersom. Laten we vooral kritisch tegenover onszelf blijven en niet vergenoegd in onze stoel vertellen hoe goed we zijn. Maar sneeuw blijft mooi, voor lopers.
Ron ronteunisse414@hotmail.com