Nationaal team en Ultralang

Bondscoach Ultralang, Gerrit van Rotterdam, geeft uitleg met betrekking tot de stand van zaken binnen het Nederlandse ultralopen.

Zoals al aangekondigd in een artikel van Martien Baars op 9 december 2002 zou ik op Ultraned opening van zaken geven met betrekking tot de plannen voor 2003. Dat ik dit nu pas doe heeft te maken met de financiële middelen die de K.N.A.U. beschikbaar stelt voor het ultralopen. Vanwege het stoppen van een paar sponsors zag de K.N.A.U. zich genoodzaakt te snijden in de begroting. Voor het ultralopen betekende dit dat ze in 2003 op niets hoefde te rekenen en dat als de omstandigheden hetzelfde bleven dit ook zou gelden voor 2004. Een groot deel van de plannen kwam hiermee op losse schroeven te staan. Één van de gevolgen was dat er in 2003 geen Nederlandse afvaardiging zou kunnen deelnemen aan zowel het EK als WK 100 km. Een aantal initiatieven heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat er voldoende geld bijeengeschraapt is om met een team deel te kunnen nemen aan het EK in Moskou. Het geld komt voornamelijk uit bedrijven van ultralopers en daarnaast zijn er bijdragen van privésponsors van atleten en de bond heeft (met dank aan Gerard Nijboer) ook nog een duit in het zakje gedaan. Het is niet de meest gewenste vorm van financiering maar hieruit blijkt wel het enthousiasme van de atleten om het ultralopen verder te ontwikkelen. Hieruit put ik dan ook mijn motivatie om dit jaar gewoon door te gaan. In 2004 zou de K.N.A.U. weer de grootste geldschieter moeten zijn. Het is begrijpelijk dat als de financiën niet rooskleurig zijn dat er dan kritisch naar de uitgaven gekeken wordt. Een evenredige verdeling van de pijn zou dan voor de hand liggen maar op dit moment lijkt het ultralopen de sluitpost op de begroting te vormen.

{b}2002{eb}

Maar goed, terugkijkend op 2002 kunnen we vaststellen dat er een aantal succesjes geboekt zijn. In september werd Wim Epskamp 12e tijdens het EK 24 uur in Gravigny (Frankrijk). Met een afstand van ruim 223 km bleef hij ver verwijderd van zijn beste prestatie (bijna 250 km) maar gezien de omstandigheden en de problemen waarmee Wim tijdens de wedstrijd te kampen kreeg was het nog verbazingwekkend dat hij uiteindelijk tot de genoemde afstand kwam. De overige goede prestaties op wedstrijden van dit kaliber zijn: Luigi Simbula liep ruim 237 km tijdens de 24 uur van Apeldoorn. Jeffrey Oonk behaalde een knappe 3e plaats op de Spartathlon (246 km in 26.58.55). Wim Epskamp werd eerste op de Elfstedenloop (210 km in 18.42.22). Rut Zoutman werd 1e tijdens de JKM (155 km over het strand in 14.09.14). Ron Teunissen behaalde een tweede plaats tijdens de Elfstedenloop (205 km in 21.25.21, hij kan het nog!) en Ben Mol liep ruim 208 km tijdens de 24 uur van Almere.

Een week na het EK 24 uur vond het EK 100 km in Winschoten plaats. De gehele ploeg finishte: Veron Lust (7.27.04), Edward de Ruiter (7.28.39), Krijn Kroezen (7.47.10) en Luigi Simbula (7.56.04). De totaaltijd van de eerste drie was goed voor een 6e plaats in het landenklassement. Er startten 17 landenploegen waarvan er 8 met tenminste 3 atleten de finish bereikten en dus geklasseerd werden.

Tijdens het NK 100 km in Stein stonden enkele atleten aan de start die tot doel hadden binnen de acht uur te finishen. Edwin van de Loop slechtte deze grens ruimschoots (7.52.40) terwijl Jan Nabuurs deze net miste (8.02.11). Als hij minder aanvallend en vlakker gelopen had zou ook hij geen moeite gehad hebben om binnen acht uur te lopen. André van de Vliert stapt in de eerste ronde al uit. De mededeling vlak voor de wedstrijd dat Guus Smit tijdens een ultraloop op La Réunion was verongelukt hield hem te zeer in de greep. En hem overigens niet alleen. De meeste lopers draaiden plichtmatig hun rondjes en er werd veel over het ongeluk gesproken. Gezien de prestatie van André tijdens Olne-Spa-Olne in november (6e plaats) zou hij de barrière ook makkelijk geslecht hebben in Stein. Ook binnen acht uur in Stein liepen: Veron Lust, Rut Zoutman en Wim Epskamp.

In Stein stonden er voor het eerst sinds lange tijd weer eens voldoende deelneemsters aan de start om ook een NK 100 km voor vrouwen te houden. Ria Buiten werd de eerste Nederlandse kampioene in een tijd van 9.15.33. Lies Heijnen debuteerde op deze afstand en werd tweede in 9.47.44 en op de derde plaats eindigde Janneke Cazemier in 11.16.57. Naast deze vrouwen manifesteerden zich ook anderen met goede prestaties tijdens ultrawedstrijden zoals Anja van Vliet, Prisca Vis, Liel Otten, Marie-Anne Vos Ertel en Lydia Doornbos.

{b}2003{eb}

In 2003 zal er een Nederlandse ploeg deelnemen aan het EK 100 km in Moskou. Het team zal bestaan uit: Edward de Ruiter, Wim Epskamp, Krijn Kroezen en Edwin van de Loop. Veron Lust bleek onvoldoende fit. Doel in Moskou is een klassering bij de eerste zes landen in het landenklassement.

Op 11 oktober zal een team Nederland vertegenwoordigen op het gecombineerde EK/WK 24 uur. De samenstelling van dit team is nog niet bekend omdat een aantal atleten die hiervoor in aanmerking komen misschien de Spartathlon verkiezen boven deelname aan het EK/WK. Hoewel de aantrekkingskracht van deze klassieker begrijpelijkerwijs groot is hoop ik dat de atleten dit jaar voor het beslist kansrijke Nederlands team zullen kiezen. Gezien de goede prestaties in het afgelopen jaar moet Nederland, mits in de sterkste opstelling, mee kunnen doen in de strijd om de medailles in het landenklassement. In het individuele klassement zou minstens één atleet bij de eerste acht moeten kunnen eindigen.

Voorts zal er naar gestreefd worden om met minimaal vijf vrouwen deel te nemen aan het NK 100 km in Winschoten. Indien er voldoende vrouwen binnen de 10 uur finishen zal er in 2004 een vrouwenteam ingeschreven worden op het EK of WK. De prestaties bij de vrouwen in aanmerking genomen zou dit moeten lukken.

In Winschoten zullen ook weer een aantal mannen aan de start verschijnen die een poging zullen ondernemen om binnen de acht uur te lopen en zodoende deel uit te gaan maken van de selectie. In 2002 liepen zeven atleten de 100 km binnen de acht uur, in 2003 zouden dit er minimaal acht dienen te zijn.

Ook zal er daar waar de mogelijkheid zich voordoet contact worden gelegd met (ex)marathon(sub)toppers om bij hen belangstelling te wekken voor het ultralopen.

In 2002 is er op verschillende terreinen voortgang geboekt. Of de progressie zich in 2003 voortzet wordt uiteraard in belangrijke mate door de atleten zelf bepaald.

Ik wens iedereen een mooi loopjaar toe.
Met vriendelijke groeten,
Gerrit van Rotterdam
Bondscoach ultralang