Prachtige 50 kilometer in Schinnen

Theo de Jong doet verslag.

Voor de Zes uur van Stein leek de FAF in Schinnen een goede training. Op Ultraned had organisator Ger Wijenberg vermeld dat het parkoers “bijna volledig verhard is” en ook “vlakke stukken kent”. Navraag bij Ger leerde dat het “wat meer is dan een vals plat”, maar van een “heuvel wilde hij niet spreken”. Okee dan, met de marathons van Genk en Apeldoorn als training net achter de rug moest dat te doen zijn.
De ontvangst was perfect, vriendelijkheid, koffie thee, koek, stroopwafels, bonsbons etc. kortom perfect. Jan Paagman beschrijft dat in zijn verslag ook al.
Omkleden in de woonkamer, maar wat trekken we aan. In de zon was het erg lekker, maar de schrale noordoosten wind was spelbreker. Dus toch maar warm aankleden en een jack aan. En dan om 11.00 de start voor 50 kilometer. Eerst een kilometer heen en terug en dan 12 rondjes van 4 kilometer Al snel kwam ik er achter dat niet iedereen dezelfde definitie van een heuvel hanteert. Terwijl Ger het had over iets meer dan vals plat noemde ik dit toch echt een heuvel. Eerst langzaam omhoog, de laatste 250 meter wat steiler en dan langzaam, tegen de schrale wind in afdalen richting Schinnen. Halverwege de afdaling nog even steil omhoog, via een stukje onverharde akker met enorme trekkersporen. Echt een enkelbrekend stukje klimmen. In Schinnen was de verzorgingspost. En verzorgd werd er. Als je aankwam lopen werd er al gevraagd wat je wilde hebben en dat werd je dan aangereikt. En bij vrijwel elke doorkomst werden we door Ger op de foto gezet.
Het eerste rondje ging in 19.55, daarna gingen de rondjes in 20.20 tot 20.40. Tot aan de tiende ronde konden Eric Sweens (debutant op deze afstand) en ik dit tempo goed volhouden. Onderweg heb ik genoten van het landschap. Toch wel heel anders dan het rivierengebied. In de holle wegen bloeide het speenkruid al bijna en op de top van de heuvel had je een prachtig uitzicht op het landschap. Wel had ik steeds meer moeite om op de steile gedeeltes mijn tempo vast te houden. Ook Eric, die in de eerste rondjes juist hier steeds wat afstand nam, kreeg het nu toch wel moeilijk. “Even wat rustig aan hoor, ik herstel haast niet meer” liet hij me weten. Op dat moment werden we voor de tweede keer ingehaald door Hartmoud Seele, de latere winnaar. Als je dat ziet weet je wat economisch lopen is. Het leek wel een rustig lopende snelwandelaar. Zijn voeten kwamen nauwelijks van de grond, de knieën werden niet verder opgeheven dan nodig was. Prachtig om te zien. Bij de volgende doorkomst zat hij dus al lekker in het zonnetje aan het bier, terwijl wij nog twee rondjes te gaan hadden. Voor beide hadden we een minuut meer nodig dan de voorgaande ronden. In de laatste ronde viel voor mij het doek bij de laatste steile beklimming over de akker. Hier kon ik Eric niet meer volgen. Van het ene op het andere moment was het over, waarschijnlijk toch te weinig gegeten. Normaal eet ik drie mueslirepen, nu maar één. Eric wilde wel op me wachten, maar ik riep dat hij maar door moest gaan. Het was tenslotte zijn debuut. Zo verloor ik in de laatste anderhalve kilometer toch nog 40 seconden.
Maar, eenmaal over de streep was ik snel hersteld, zeker met alles wat er bij Ger en Nadja in de keuken uitgestald stond aan lekkers. De erwtensoep met roggebrood was prima, zo ook het pilsje en de koek. De door Ger zelf gemaakte kruidenboter heb ik maar niet genomen, zo te ruiken zat er meer knoflook dan boter door.
Nog nooit ben ik als loper zo in de watten gelegd en persoonlijk benaderd als hier. Daarom, Ger en Nadja en jullie helpers, enorm bedankt en bij deze schrijf ik mij in voor volgend jaar.

Theo de Jong
Viridis@planet.nl