{b}GULDENSPOREN MARATHON KORTRIJK – BRUGGE{eb}
Zondag 6 juli zou de derde wedstrijd zijn in goed twee weken. Na de 12 uur in den Haag, de 6 uur van Haarlemmermeer, was het nu de beurt aan de marathon. Je kunt wel overmoedig en gekscherend zeggen dat het maar een marathonafstand is, maar het is toch altijd nog 42 kilometer. Op deze afstand ga je allicht sneller, omdat je in verhouding met ultra’s jezelf niet zolang hoeft in te spannen. Ik beschouw een marathon dan ook als interval en wil er dan ook zeker binnen de 4 uur finishen. Maar is het wel verstandig, vroeg ik me af, om na twee wedstrijden, waarin ik toch redelijk diep ben gegaan, er een week later nog een marathon aan vast te koppelen? Daar kwam nog bij dat afgelopen week, het herstel maar moeizaam vlotte. De moeheid bleef in tegenstelling tot andere keren langer in mijn lichaam aanwezig. Vrijdag kwam gelukkig de omslag, mijn lijf gaf weer de nodige prikkels van herstel, wat aanstekelijk werkt om er weer echt zin in te krijgen. Het zelfvertrouwen was er weer.
Er waren er meer die deze drie wedstrijden op het programma hadden staan. Theo en Regina verkeerden in dezelfde omstandigheid. We waren dan ook heel nieuwsgierig naar de resultaten, hoe zouden onze lichamen reageren! Ook Tom en Rob van den Hoek, jongens die afgelopen weken vele wedstrijdkilometers meer gemaakt hebben dan wij, waren er ook.
Een mooie naam, de Guldensporen marathon. Waar heb ik die naam eerder gehoord? Ik kom er niet uit en zoek het op in de dikke van Dale. In 1303 hebben de Vlamingen het Franse leger verslaan in de slag bij Kortrijk. Deze strijd noemt men de Guldensporenslag. Als het parcours even mooi is als de naam die ze draagt, beloofd het een mooie dag te worden. Ik schrijf Theo, Regina, Jos en mezelf online in. Ik vond het al vreemd dat alleen Theo de bevestiging hiervan kreeg. Later, bij het secretariaat bleek waarom. ‘De meeste inschrijvingen via internet zijn een ramp geworden’, vertelt een mevrouw van de organisatie. ‘De fout ligt helemaal bij ons en uiteraard betaal je niet meer dan bij de voorinschrijving’. De inschrijving van Theo was wel geregistreerd.
Eenrichting marathons komen niet veel voor, ze leveren nogal een gesjouw op met bagage. De Zuiderzee heeft een soortgelijk parcours. Om half zeven al vertrekken er bussen naar Kortrijk. We horen bij het nieuws op de radio dat de N50 voor alle verkeer is afgesloten en ook diverse gedeelten van het centrum van Brugge. Dit alles vanwege de marathon. Prachtig toch, zo’n goede samenwerking van twee gemeenten om een belangrijk sportevenement te laten slagen.
Rond half negen wordt het al druk aan de start. Het weer werkt mee, niet al te hoge temperaturen en zonnig. Achter mij staat al een tijdje Rob van den Hoek, hij heeft me over het hoofd gezien. Niet moeilijk als je decimeters kleiner bent. ‘Een voordeel voor mij Rob’, zeg ik, ‘gaat het onverhoopt niet meer, dan pak je me onder de arm en lever me netjes af bij de finish’. Bij de start zwaait iemand van de organisatie met een groot bord waar ‘nog 1 minuut’ opstaat. Ja, en dan is het zover, we zijn weg. Een start op een brede weg is prettig voor de vele deelnemers (rond de 650). Ik zit al snel in een groepje met 8 Belgen. Ze hebben ontzettende lol en vertellen elkaar de ene na de andere anekdote. Ondanks dat ikzelf grensbewoner ben versta ik er bitter weinig van. Wat ik wel goed hoor is dat ze zich al een week onthouden van frieten en seks. Is dit grootspraak of ironie? Het is natuurlijk wel lachen tussen het stelletje grappenmakers. Lopen kunnen ze ook, het gaat in een lekker gelijkmatig tempo. De eerste 5 km gaan in 27 minuten. Het parcours voert niet enkel over de provinciale weg, regelmatig lopen we een aangrenzend dorp binnen. We zijn in Ingelmunster. Er is applaus. Het lijkt wel of iedereen hier elkaar kent. Er worden namen over en weer geroepen. ‘Zijn jullie bekend van radio en tv?’ vraag ik enigszins sarrend aan de vrouw in het groepje. ‘We wonen in deze streek, tot bijna in Brugge kennen we iedereen’, antwoord ze nu duidelijk verstaanbaar. In 54 minuten passeren we het 10 km punt. Elke kilometer staat heel duidelijk aangegeven. De streeklopers hebben bijna allemaal een begeleider op de fiets bij zich, die ons nogal eens hinderlijk voor de voeten fietsen. Met wat ritsen, goede wil en een grapje eerbiedigen we elkaars inspanningen.
Micha Havreluk komt bij ons lopen. Hij is de organisator van de Louis Memorial marathon in Genk, loopt zelf vele marathons en doet nu al voor de zevende keer mee. Hij vertelt vorig jaar niet zo’n prettige herinnering te hebben aan de fietsers. Ongeveer 15 km voor de finish werd hij door een van hen aangereden. Met een dikke enkel heeft hij toch strompelend de wedstrijd tot een goed einde weten te brengen. Zo nu en dan staan speelt er een orkestje, maar er is ook een eenzame muzikant die de moeite neemt de deelnemers op te peppen. Toeschouwers zijn er wel, maar ze laten alleen van zich horen als er bekenden passeren. Geen uitbundig enthousiast publiek, wel zijn alle terrassen goed gevuld, zodat er over belangstelling niet te klagen is. ‘Voor sfeervolle marathons moet je bij jullie in Nederland zijn’, zegt Micha, ‘daar leven de mensen pas echt mee, wij zijn te bescheiden’. De 15 km in 1.22. Het Belgisch groepje blijft luidruchtig, het is wel plezierig er naar te luisteren, het geeft de omgeving een prettige uitstraling. ‘Onvoorstelbaar’, zeg ik tegen Micha, ‘wat hebben je landgenoten een onuitblusbare energie’, om er meteen aan toe te voegen dat bij de 25 km de vermoeidheid wel zal toeslaan. Ik zie de plaatsnamen Izegem en Zwevezele staan. Een opschrift bij een winkel neem ik lachend in mij op: ‘wij zijn op zotte maandag open’. Het halve marathonpunt in 1.57. Vanaf nu verwacht ik een stukje banaan te krijgen bij de verzorgingsposten. Helaas, het is er niet. Ons groepje valt uiteen. ‘Nu gaat het serieuze werk beginnen’, zeg ik. Ik voel me sterk en ga versnellen. Tussen de 20 en 30 km lopen Micha en ik vijfjes in 26 minuten, de 30 km in 2.44. Dus toch nog onder de 4 uur finishen! We lopen een jongen voorbij die een behoorlijk beladen fietskarretje voorttrekt met als tekst: ’42 km lopen met 42 kg gewicht voor de bestrijding van kanker’. ‘Zwaar werk’, zeggen we tegen hem, ‘prachtig wat je doet, je haalt het’.
Ruddervoorde, Waardamme, mooie dorpjes, de mensen zitten ons voor hun huizen stilzwijgend gade te slaan. We halen er velen in. Een enkeling is zo moe dat hij achter op de fiets van zijn begeleider springt, om wat bij te komen. Jezelf bedonderen, heet dat. Er zijn verfrissingen genoeg, sponzen, AA-drank en water. Weer vraag ik of ze wat banaan of iets anders eetbaars hebben. Tevergeefs, ik ben bang in de problemen te komen en drink extra veel sportdrank. Micha biedt uitkomst. Hij heeft druivensuiker bij zich. Dat helpt. Oostkamp, dan volgt Brugge. Bij 35 km zegt Micha dat we het tempo gerust wat kunnen laten zakken. Hij schat dat we binnen de 3.55 binnenkomen. De laatste 3 kilometer lopen we langs het water. Mensen op een cruise-schip beginnen te klappen. Een enkeling roept al: ‘proficiat’. De 40 km in 3.40. We komen in de stad, er liggen kasseien, dat doet even pijn. We lopen door een park, dan weer kasseien tot we op het mooie historische Burgplein van Brugge komen. Het is een feest om daar over te lopen, een heel andere ervaring dan onderweg. De tribunes zitten vol enthousiaste mensen, achter de hekken staat ook een mensenmassa. Er speelt een band. Hier is wel sfeer, prachtig om in zo’n ambiance samen naar de finish te lopen. Het verbaast me dat ik deze marathon in 3.52.09 weet te volbrengen. Bovendien hebben we in een negatieve split gelopen, wat voor mij betekent dat het met de conditie wel goed zit, als de tweede helft sneller gaat.
Dat neemt niet weg dat ik de komende weken toch maar de niet veel gebruikte trainingsvorm van rust, rust, rust in de praktijk zal brengen.
Theo verbetert zijn PR met 3 minuten en finisht in 4.06. Regina’s tijd is 4.34, Jos komt in 4.12 over de streep. Op internet zie ik dat Tom in de prachtige snelle tijd van 3.01 finishte, terwijl Rob met 3.22 een sublieme prestatie levert. Gaat de theorie nog op dat je bij het lopen van lange afstanden aan snelheid inboet?
Het was een perfect georganiseerde marathon waar veel aandacht werd besteed om het de lopers naar hun zin te maken. Maar, beste organisatie, niet iedere loper heeft een begeleider bij zich. Zorg op zijn minst dat er vanaf het halve marathon punt wat stukjes banaan verkrijgbaar zijn. Ondanks dat, vond ik dit evenement een unieke belevenis.
{b}Vincent Schoenmakers{eb}