Diever. Vijf voor vijf. De microfonist begint: ‘Beste deelnemers, de man die de 5100 km lange Trans Europe Footrace van Lissabon naar Moskou als achtste beste volbracht zal het startschot geven. Niet alleen daarvoor is hij hier gekomen, maar hij loopt zelf mee. Het is zijn eerste wedstrijd na het geweldige loopavontuur’. Enthousiast applaus van de deelnemers, supporters en toeschouwers. Cor krijgt meteen nog wat persoonlijke gelukwensen. Ook tijdens het lopen naar de startplaats werd de ongeëvenaarde unieke Nederlandse prestatie van Cor door diverse lopers aangehaald. Een goed initiatief van de organisatie, want collega lopers vinden het maar wát interessant om Cor tijdens het lopen van de marathon, zelf over zijn ervaringen te horen vertellen.
Een avondmarathon, weer heel anders dan we gewend zijn. Persoonlijk heb ik er geen goede herinneringen aan. Nog nooit kwam ik er onder de 4 uur binnen. Altijd ’s morgens trainen en wedstrijden lopen, hebben waarschijnlijk een biologische regelmaat in mijn lichaam teweeggebracht. Daarom zei ik onderweg al tegen Theo en Jos dat ik zou mikken op een tijd rond de 4.15. Daar werd smalend om gelachen, maar ik meende het serieus. Voor Jos was het een bizondere marathon. Om 13.15 u sloot hij na 40 jaar,
definitief de deur van zijn kapperszaak. Al om 13.20 u, vijf minuten later, stapte hij in sportkleding de auto in, om samen met ons in Diever de marathon te lopen. Dat is wat je noemt letterlijk en een beetje figuurlijk de knop omdraaien. Prachtig toch, en ook veelzeggend voor de manier van intensieve sportbeoefening op je 64e jaar.
Aan de start waren voldoende sinaasappelen, sportdrank, water en bouillon te krijgen. Ik dacht dat het parcours langs deze overvolle verzorgingspost zou lopen, maar naar wat later bleek, was dit niet het geval. Wilde je bouillon nemen, niet te versmaden bij warm weer, dan moest je van het parcours af. Lopers zijn geen wandelaars, ze willen een prestatie voor zichzelf neerzetten, dus afwijken van het parcours is er niet bij.
Cor knalt gelukkig meteen raak, dus kan het zweten beginnen. Er zijn veel deelnemers. Buiten de marathon worden er nog een 12, 22 en 32 km wedstrijden georganiseerd. Bij de marathonafstand zijn ongeveer 60 deelnemers, heb ik me laten vertellen. We beginnen met een aanloopronde van 2 kilometer. Bij weinig wind en 30 graden is vooral het eerste stuk, dat vier keer omlopen moet worden, bloedheet. Nergens geen schaduw, het is een open stuk. Sommigen zijn gewend snel te vertrekken, maar zullen vandaag zichzelf tegenkomen. Ik begin rustig, laat de meerderheid passeren en kijk wel wat het word. We komen in het bos. ‘Lekker schaduw’, hoor ik om me heen zeggen. We lopen nog even verhard en komen dan op een bospad wat tevens fietspad is. Ik herinner me nog dat de website van de vereniging vermeld, dat het parcours voor 10% uit asfalt en klinkers, en 90% schelppaden bestaat. Dat loopt lekker, denk ik. Het 5 km punt in 28 minuten. Goed zo, complimenteer ik mezelf, rustig blijven. Het bospad wordt smaller en is wat oneffen. Bij het passeren moet je de berm in, voor mij is dat uitkijken omdat ik nogal snel omzwik. Dan komen we op een pad waarvan ik denk dat ik er meer gelopen heb. Ja, dat is zo, nu zie ik het goed, links een ven, op het einde slingert het pad zich glooiend naar een camping. Ik passeer juist Sjoerd, de organisator van Dieverbrug. ‘Dit was enkele maanden geleden gedeeltelijk jullie parcours’ zeg ik, om er meteen aan toe te voegen dat ik de herkenning wel waardeer, het is lekker rustig lopen in een bosrijke omgeving.
De volgende drinkpost ligt toch wel ver weg, ruim 5 km verder. Dan is het nog maar 2½ km naar de doorkomst. De 10 km in 55 minuten. Het gaat ongemerkt toch wat sneller. Bij 15 km kom ik door in 1.22. Het gaat steeds beter, ik voel me goed en heb geen last van de warmte. Het halve marathonpunt passeer ik in 1.55. Nu begin ik aan een tijd onder de 4 uur te denken. Hoe kan dat, vraag ik me af! Waarom gaat het nu met die hitte in een avondmarathon goed, terwijl ik die andere keren moest harken en ploeteren om nog 10 km per uur te halen. Niet te overmoedig, we zijn er nog niet, toom ik mezelf in. In de derde ronde loop ik samen met Theo de Jong. ‘Het kan nu alleen maar beter gaan, het koelt af’, zeg ik tegen hem. Hij denkt dat de warmte nog lang blijft hangen. Wat een rust op die bospaden, je loopt achter elkaar, lekker in gedachten verzonken. Praten op afstand kost teveel energie. Wel zeg ik tegen Theo dat ik al meer dan tevreden ben over mijn prestatie, dat ik onder de 4 uur zal finishen en daarom niet meer zal versnellen. In 2.16 de 25 km. Ik vraag bij een verzorgingspost naar een stukje banaan of koek. ‘Hebben we niet’, zeggen ze. Ik neem extra veel sportdrank. Nu zal ik wel een ouwe zeur lijken, als ik wéér begin te klagen over marathons waar je alleen maar je dorst kunt lessen. Helaas, het zal stilletjes gewoonten gaan worden. In plaats van dat de organisaties zich aanpassen aan de behoeften van de deelnemers, zullen wij ons moeten aanpassen en voorzorgsmaatregelen nemen. Ik zal voortaan zelf wat te eten meenemen of klaarzetten voor onderweg. Gelukkig hebben de meeste lopers er geen problemen mee. De 30 km in 3.10. Theo gaat versnellen, ik handhaaf mijn tempo. Bij de doorkomst hoor ik de microfonist niet mijn naam noemen maar ‘mijnheer ultraned’. Voor alle duidelijkheid, ik schrijf wel verslagen voor UltraNed, maar doe voor de rest 0,0 activiteiten voor onze prachtige website. De 40 in 3.38. In de laatste kilometer trekt er iemand achter mij nog een sprint aan. Verwondert vraag ik waar hij de kracht nog vandaan haalt. Hij tikt op zijn billen en zegt: ‘ga mee, volgen’. Nee hoor, het is mooi geweest. Ik finish in 3.51.48, een minuut sneller dan 2 weken geleden. Heel snel maak ik gebruik van de bouillon, ik heb het nodig.
Mijn reisgenoot Theo Cloosterman, krijgt bij het ingaan van de vierde ronde een vervelende blessure. Zijn linkerkuit speelt plotseling op, rekken helpt niet. Hij merkt meteen dat het fout zit. Strompelend is hij naar het kleedlokaal gesukkeld. Jos finisht in 4.24. Jammer dat de uitslagen van de anderen nog nergens vermeld staan.
Diever, een prachtige locatie om marathons te lopen, zelfs met heet weer. Ik vraag na afloop aan een EHBO-er of er nog calamiteiten zijn geweest n.a.v. het weer. Een mevrouw is door de warmte even in de problemen geweest, maar kon weer verder. Dat was alles. We komen op 1-2 en 3 augustus weer graag terug, maar dan in Dieverbrug, om in het schitterende natuurgebied van de omgeving een driedaagse te lopen.
{b}Vincent Schoenmakers {eb}