Categorieën
nieuws verslagen

Vulkantrail

Jonathan Koutstaal: “Blijkbaar brandt er telkens weer een zekering door als het startschot klinkt; een terugkerend thema. Ik hoor het de legendarische organisator Willem Mütze nog zeggen, nadat ik in de allerlaatste Limburgs Zwaarste m’n longen uit m’n lijf had gelopen en als eerste in de categorie “niet-Irene” binnenkwam: “Weer veels te hard gelopen jongen, je moet ervan genieten!”. “

Mijn vrouw Gabriëlla had ons beiden als een soort impulsaankoop ingeschreven voor de Vulkantrail in Schotten, net boven Frankfurt. Voor haar zou het na diverse marathons de eerste ultra worden met een afstand van 73 kilometer en voor mij had de schat de langste versie aangevinkt, de 101. Sinds de Spartathlon had ik al geen wedstrijden meer gelopen en bovendien wat gekwakkeld met een steeds terugkerende heupblessure, dus de uitkomst was onzeker. Een weekendje samen weg was het hoofddoel, de eindstreep halen optioneel.

Zaterdagochtend 6:00 uur. Twee dozijn magere mannen en één dito vrouw gingen er als een speer vandoor, heuvelopwaarts het dorpje uit. Even had ik nog de illusie dat het tempo snel zou inzakken, maar dit bleek een taai en competitief ingesteld stel lopers. Tegen beter weten in handhaafde ik achtereenvolgens de tweede, derde, vierde, vijfde plek, waar ik bleef bungelen met een onverantwoorde hartslag. Constant op een neer over bospaadjes en door nat gras vielen de eerste drie uur zwaar. Na 28 kilometer lag het gemiddelde nog steeds rond de 10 per uur. Dit kon niet goed blijven gaan. Ik kreeg visioenen van een tergend langzame tweede helft met veel wandelen. De opkomende zon over de mistige velden was prachtig, maar rustig aan genieten van de omgeving was er niet bij. 

Blijkbaar brandt er telkens weer een zekering door als het startschot klinkt; een terugkerend thema. Ik hoor het de legendarische organisator Willem Mütze nog zeggen, nadat ik in de allerlaatste Limburgs Zwaarste m’n longen uit m’n lijf had gelopen en als eerste in de categorie “niet-Irene” binnenkwam, grijnzend als een groep 5-leerling die trots zijn tekening aan de juf laat zien: “weer veels te hard gelopen jongen, je moet ervan genieten!”. 

Vreemd genoeg liep ik bergop harder dan de vriendelijke locals. Telkens herhaalde zich dezelfde cyclus: op de snelle stukken stekkerden ze me links en rechts voorbij, waarna ik omhoog met grote passen passeerde. Niet dat het makkelijk ging, verre daarvan. In gedachten trokken zich donkere wolken samen boven de Olympus. Dik 7.000 hoogtemeters en nog 8 weken te gaan. Dat gaat nog de nodige krachttraining vergen, of het wordt net zo afzien als de vorige keer.

Tussen kilometer 35 en 65 werden zowel de klimmen als de afdalingen langer, veelal over brede halfverharde paden. Lekker om even een half uurtje in je eigen ritme te blijven hangen, als je nog kunt blijven rennen. Het tempo bleef onveranderd hoog, tot aan een kilometerslang en uitermate vervelend omhoog slingerend paadje, bezaaid met boomwortels. Om de deelnemers te pesten liep 10 meter rechts van het paadje een schitterende asfaltweg met weinig verkeer. Och, was dit maar de Spartathlon. 

Op driekwart van de route werden we rechtsaf gestuurd voor een lusje van 11 kilometer. Bij de verzorgingspost naast de splitsing zag ik drie of vier lopers van de T101 staan. Ik vulde mijn flesjes met water en ging er vandoor, in de verwachting dat ze me in de lange afdaling wel weer zouden inhalen. Een half uur lang voelde ik hun hete adem in mijn nek, maar niemand verscheen in de spiegels. Terug naar boven kon ik mijn voorsprong nog wat uitbouwen. De laatste 14 kilometer zouden volgens het hoogteprofiel bijna volledig naar beneden gaan; ik wist dat ik daar kansloos zou zijn. En inderdaad werd ik halverwege de afdaling om mijn schouder getikt met de opmerking dat ik vanaf dat moment derde lag. En weg was hij, tien minuten later gevolgd door nog een loper. Ik feliciteerde hem alvast met de derde plek, maar hij reposteerde dat ik niet moest opgeven. Die opmerking was niet aan dovemansoren gericht. Ik kon hem nog net in het vizier houden en toen de laatste kilometer klimmen begon, pakte ik de derde plaats al snel weer terug. Eenmaal boven keek ik nog een keer over mijn schouder. Niemand te zien. Nog drie kilometer naar de finish. Met de moed der wanhoop perste ik er een eindsprint uit, voortdurend in de verwachting dat hij weer langszij zou komen. Maar de straten van Schotten bleven leeg, op mijn eigen voetstappen na. 

Drie kwartier later kwam Gabriëlla over de streep, in een zeer respectabele tijd en haar eerste ultra finish. Tijd voor pizza en een biertje. 

De Vulkantrail kunnen we van harte aanbevelen aan liefhebbers van gemoedelijke landschapslopen, of aan iedereen die af en toe heel hard tegen zijn eigen beperkingen aan wil duwen. Ook zeer geschikt voor novices op ultragebied. De organisatie is sympathiek en relaxed, verzorging en routemarkering zijn uitstekend en de omgeving is prachtig. Schotten ligt op ruim 4 uur rijden van Utrecht; met de trein via Frankfurt is ook een optie.

Jonathan Koutstaal