Afgelopen weekend was ontegenzeggelijk het weekend van Uden, ondanks dat er in hetzelfde weekend, op 15 km afstand, ook nog de marathon van Eindhoven werd gelopen. In eenzelfde weekend liepen de winnaars 270.087 km en 2:09:05.
Voor mij is de 24 uur nog een stap te ver, of eigenlijk nog 32 weken te vroeg. Maar om de sfeer te proeven van deze unieke gebeurtenis gingen Marijke en ik zaterdagavond naar Uden. En we hebben met ontzag gekeken naar de deelnemers. De één lang en soepel bewegend, de andere lang maar bijna met stijve benen lopend, kleine Japanse vrouwen, ingetogen lopend, zonder op of om te kijken naast haast frivole ‘dame’ met mascara , gestifte lippen en keurig geföhnd kapsel. Het verschil in loopstijl maakte mij duidelijk dat er gewoon geen universele, economische loopstijl is, maar dat elke loper loopt zoals hij/zij gebouwd is, gelijk elk vogeltje zingt zoals het gebekt is. Maar het is wel prachtig om te zien. Achter de tribune was de verzorgingszone met tafels en kramen vol met eten en drinken voor de lopers. Duidelijk vele malen meer dan ze op zouden kunnen, waarop Marijke zei: “ en iedereen maar denken dat je van lopen afvalt. Nou hier moeten ze er haast wel van aankomen”. Het was in de verzorgingszone een drukte van belang, met tenten, campers en caravans voor de begeleiders, de nationale coaches en familieleden, bekenden en supporters. Voor als die mensen duurde de nacht misschien nog wel langer en was het kouder, saaier, vermoeiender dan voor de atleten. En die atleten waren bezig met topsport. Dat was ons duidelijk. Maar als er dan topsport bedreven werd, waarom waren er dan geen camera’s, geen verslaggevers? Hier worden immers de wereldkampioenschappen gelopen, wereldkampioenschappen voor ploegen en individuen. Hier werden ook de Europese kampioenschappen gelopen en of dat nog niet genoeg is werden er ook de Nederlandse kampioenschappen gelopen. En of dat allemaal nog niet genoeg is, worden ze ook nog gelopen voor en door mannen en vrouwen. Maar nee, niets van dat alles. Het geeft aan hoe ‘men’ in de media tegen het ultra-lopen aankijkt. Liever eindeloze beelden van voetballen, kranten vol over ‘Het Nederlandse elftal’ dan over de moeder aller sporten. Opvallend dat de sporten die regelmatig op de TV te zien zijn vaak sporten zijn waar voor een enkeling bakken met geld te verdienen is. Trekt dat geld de media aan, of trekt de media het geld aan. Of is het meer iets van soort zoekt soort?
Marijke en ik waren er om ’s avonds van 20.30 uur tot 22.00 uur. En wat een spanning, toen al! Lucien Taelman lag toen nog tweede achter Nunes, de latere winnaar Paul Beckers was vierde. Ik gaf Lucien een goede kans, want wat liep hij toch soepel en doelbewust. Bij de vrouwen lag Edith Berces uit Hongarije eerste en de latere winnares Irina Reutovich was toen derde. Ook met onze eigen inbreng ging het nog goed. Wim Epskamp ging als een trein, zo ook Ron Teunisse. Bij Ben Mol kon er nog wel even een lachje af en een handje op toen hij ons zag. Ze liepen nog soepel hun rondjes. Tom Hendriks had daar zo te zien meer moeite mee, het leek of het allemaal wat stroef ging. Met hun vieren zouden ze de eer van Nederland hoog houden, en hoe. Uiteindelijk werden ze achtste van de 21 deelnemende landen in het Wereldkampioenschap en zesde van de 18 deelnemende landen in het Europees kampioenschap! Heren, wat een prestatie, petje af!
Voor de wereld wat minder opvallende deelnemers, maar voor ons des te bekender waren Regina Geene, Janneke Cazimier, Theo Cloosterman en Rob Steiger. Janneke liep in die 24 uur bijna 173 kilometer en Regina liep naar een respectabele afstand van ruim 142 kilometer. Theo en Rob hebben lange tijd bij elkaar in de buurt gelopen. En zo finishten ze uiteindelijk ook, met respectievelijk ruim 159 en ruim 157 kilometer. Voor Rob was het zijn eerste 24 uur. Toen ik hem ’s avonds moe in een stoel zag vallen had ik er een zwaar hoofd in dat hij de wedstrijd zou uitlopen. Maar wat een zo’n geweldig doorzettingsvermogen moet je bezitten om ook in moeilijke tijden door te gaan. En Rob had dat.
Eigenlijk wilde ik ’s morgen, bij het licht worden naar Uden omdat de periode rondom zonsopkomst voor veel lopers vaak een moeilijke tijd is en ze dan wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Maar omdat er iemand met mij mee zou rijden naar Eindhoven kon dat niet. En daarmee hebben we het meteen over Eindhoven Want eigenlijk wilde ik over de marathon van Eindhoven schrijven. Dat het een prachtige loopdag was. Dat er weer veel publiek langs de kant stond, met ook weer veel muziekbandjes. Dat de verzorging weer prima was, zelfs zonder stukjes banaan.
Ik wilde deze dag weer eens snel gaan om te zien hoe ver ik zou kunnen komen. Mijn pr staat op 3:22:13, vorig jaar in Rotterdam gelopen. Vorig jaar in Eindhoven strandde ik op 3:23:13. Toen had ik me een rotje getraind met bijna elke dag trainen, intervals, korte en lange tempo’s, duurlopen etc. etc. Het was toen mijn 7de marathon. Nu wordt het mijn 19de marathon, inclusief ultra’s, dit jaar! Tempo’s en intervals doe ik nog slechts sporadisch. Dus ik was benieuwd. Ik weet nu hoe ik een race moet opbouwen, dacht ik. Had ik immers niet de laatste vier of vijf marathons met een negatieve split van soms wel vier minuten gelopen. En liep ik in de laatste twee, Mergelland en Hilvarenbeek, in de hitte niet soepeltjes en op reserve naar 3:37? Dus, wat dat betreft geen probleem. Maar, nu ging ik voor een tijd en dan gaat er kennelijk een rare knop om. Ik ging veel te hard van start. Dat had ik al snel door, maar in plaats van in te houden dacht ik “ach, wat maakt het uit, dan heb ik straks wat over”. Natuurlijk weet ook ik dat je die tijd dan dubbel en dwars weer in moet leveren, wat dan ook gebeurde. Maar kennelijk kan je al lopend niet meer helder denken. De ’halve’ kwam ik door op 1:37.00. Duidelijk te snel. Ik had toen nog kunnen ingrijpen, maar overmoedig dacht ik dat een tijd onder de 3:20 wel heel mooi zou zijn. Vijf kilometer later dacht ik dat een ‘slechts’ een pr ook heel mooi zou zijn. Na nog weer vijg kilometer moest ik alweer moeite doen om mijn tempo vast te houden, de tijden liepen op naar 5 minuten/km. Op 39 km een krampaanval en even gewoon gelopen. Dat deed me goed en ik dacht er weer vol tegen aan te kunnen. Maar het was te laat en ik besluit me niet helemaal binnenst buiten te lopen (onbewust toch gedacht aan de Herfstmarathon in Diever?). En dus werd mijn eindtijd 3:23:13. Exact dezelfde tijd als vorig jaar. Maar toen was ik totaal kapot en nu niet. Maar mij is het nu wel duidelijk geworden. Twee recordpogingen die eindigen op 3:23:13 sec. en een pr 3:22:13. Dat kan niet goed gaan, 13 is kennelijk echt een ongeluks getal, dat moet ik dus niet weer doen. Dus zal mijn record voor altijd op 3:22:13 blijven staan.
Tijdens de marathon ben ik behalve met mijn eigen loop vooral met Uden bezig geweest. Ik had daar best willen lopen. Dat leek me prachtig. Niet alleen het zien van de lopers , maar ook de stukjes van Ton Smeets over hoe je zo’n 24 uur aanpakt hebben mij duidelijk gemaakt dat dat is wat ik wil. Dus zal ik mijn marathons langzamer moeten gaan lopen en beëindigen in 4:20 of zo. En, dat zal best lastig worden.
THEO DE JONG (VIRIDIS@PLANET.NL)