Vele rondjes en een nieuw PR in Schaarbeek

Een verslag van Theo de Jong over 105,5 rondes op de baan.

Voor zaterdag 25 oktober stond de Pistemarathon van Schaarbeek op het programma: 42.195 meter op een 400 m baan. Dat betekent 105 rondjes lopen met een aanloopje van 195 m.
“Waar begin je aan” werd mij thuis gevraagd, daar wordt je toch tureluurs van. Maar voor mij was het juist een uitdaging. Nu eens geen mooi parcours in Diever waar je lekker weg kan dromen. Nu komt het op doorzetten aan, op karakter. En de vraag of je er gek van wordt werd in de kleedkamer al door Patrick Kloek beantwoord: “je moet al gek zijn om er aan te beginnen”.
Schaarbeek is een deelgemeente is van Brussel en de start is al om 10.00 uur, dus moest ik vroeg op. Maar gelukkig is het op zaterdagochtend niet druk op de weg, dus schoot ik lekker op. Met het door de uitstekende organisatie thuisgestuurde plattegrondje kon ik in Brussel de atletiekbaan vrij snel vinden. Om 9.00 uur kon ik mijn startbewijs al ophalen, tezamen met een plastic tas met een wonderlijk samenraapsel, bestaande uit allerlei dingetjes, van een sleutelhanger tot tijdschriften met vrijwel alleen advertenties van gebruikte auto’s tot mueslirepen.
De kunststofbaan in een wat oudere nieuwbouwwijk lag er prachtig bij, rood en een beetje verend en ook wel wat uitdagend. Rondom de baan een parkachtig geheel, met aan een kant een wat vervallen flatgebouw met zijn achterkant naar de baan. In de bomen hoorde ik al bij aankomst halsbandparkieten roepen, en even later zag ik ze ook vliegen. Net als in Amsterdam leven deze veel in volières gehouden parkieten dus ook in Brussel vrij.
Het was onaangenaam koud, geen zon, wel een straffe wind en de temperatuur haalde maar net de 5  C. In de kleedkamer was het echter behaaglijk warm. Maar wat moet je nu aantrekken op de eerste echt koude dag van het winterseizoen? Ik zag dat iedereen wel wat twijfelde. Ik koos voor een lange tight, een thermohemd met windstopper, een shirt en een dun jack zonder mouwen. En natuurlijk handschoenen. In de kleedkamer leek het overdreven, maar eenmaal buiten wist ik dat het een goede keus was.
Van de organisatie kregen we een chip zodat iedere doorkomst zou worden geregistreerd. Onder meer hierom was er een limiet aan het aantal deelnemers en was voorinschrijving verplicht. Maar, hoewel er 100 lopers mochten deelnemen stonden er zaterdagochtend maar ongeveer 50 aan de start, onder hen 13 Nederlanders.
De start was aan de overkant van de baan, zodat we eerst de 195 m liepen en daarna nog 105 volle ronden. Direct na de doorkomt over de chipmatten verscheen op een groot TV-scherm je naam en hoeveel ronden je nog moest afleggen. En dat aftellen motiveerde wel, vooral aan het eind. Ondanks dat ik twee weken geleden in Eindhoven al erg snel was gegaan, wilde ik hier nog een keer proberen in de buurt van mijn PR te komen (= 3:22:13, gelopen in Rotterdam in 2001). En met elke 400 m een meetpunt zou ik een strak tempo kunnen handhaven. Per rondje ongeveer 1:57, per vijf rondjes (= 2 km) is dat 9.45 en dat wordt na 105 rondjes ongeveer 3:25. Daar zou ik tevreden mee zijn. Na het startschot ging de kleine meute van start, maar al snel werd het een langgerekt lint, verspreid over de hele baan. Al na een paar rondjes werd ik ingehaald door de latere winnaar Idriss Mkabli, en al snel ook door de andere snelle lopers als Mark Vanderlinden en Lucien Taelman. En natuurlijk ook door Patrick. Bijna iedere keer dat hij mij inhaalde hadden we even een kort gesprekje of even een handje op de rug of een bemoedigend woord.
Ondertussen verstreek de tijd. Hoewel ik elke vijf rondjes (= 2 km) klokte, had ik, door al die rondjes en natuurlijk het ontbreken van km-aanduidingen, geen idee hoeveel kilometer ik al had gelopen. Bij de finish was de klok prominent aanwezig zodat het wel een urenloop leek. Na een uurtje kreeg ik het toch wel lekker warm, zodat het jack uitging. Toen even later de zon ook nog doorkwam werd het zelfs gewoon lekker loopweer.
Ik merkte al snel dat het lekker ging. De 2 km’s gingen in ongeveer 9.30 (9.25 – 9.35), dus veel sneller dan gedacht. Stiekem rekenend betekende dat een tijd van rond de 3:20! Ja, dat zou mooi zijn. En eigenlijk ging het tot aan de 32 km (dat kon ik eigenlijk pas achteraf constateren) heel lekker. Maar hoewel het slechts een licht verval was, gingen de kilometers toch langzamer. Maar dat TV-scherm verrichtte wonderen. Je zag het staan: nog 15 ronden, nog 10, nog 5 en dan eindelijk verscheen daar “T. de Jong, 1 “. Nog één rondje te gaan en de klok stond al op 3:20:15. Wetende dat de rondjes in de laatste kilometers in ongeveer 2 minuten gingen, moest nu dus alles uit de kast. En dat laatste rondje legde ik toch nog zo snel af, dat ik een nieuw PR kon bijschrijven: 3:22:03.
Vermoeid liet ik me op een stoel vallen. Al snel kwam iemand van de organisatie vragen of ik water of sportdrank wilde. En even later kwam Theo Cloosterman naar mij toe om me te feliciteren. Tijdens de wedstrijd had ik hem gezegd dat er wellicht een nieuw PR in zat.
Ik heb daar in Schaarbeek enorm genoten. De organisatie was zeer goed, de verzorging perfect; water, sportdrank, sinaasappel en banaan werden tijdens de wedstrijd persoonlijk aangereikt, het weer was goed en natuurlijk mijn nieuwe PR. Ik denk dat ik volgend jaar weer ga.

THEO DE JONG
(viridis@planet.nl.