Dirk Westerduin heeft gelijk.

Gerrit van Rotterdam wil graag zijn visie kwijt op de discussie.

Dirk Westerduin toetst de prestaties van de Nederlandse ploeg aan door hemzelf ontwikkelde topsportcriteria en heeft dus per definitie gelijk.
Er bestaat nu eenmaal geen universele meetlat waarlangs je prestaties kunt leggen omdat er veel definities van het begrip topprestatie bestaan.
Volgens Dirk moet je slechts willen deelnemen aan een WK als je daar een topprestatie kunt leveren hetgeen in zijn visie betekent dat de verwachte prestatie van een hoog niveau moet zijn en niets een ideale voorbereiding in de weg staat. De topatleet moet een maximale prestatie kunnen leveren. Een standpunt waar niets mis mee is.
Ik denk echter dat als aan deze voorwaarden moet worden voldaan er voortaan slechts een handvol atleten aan de start van internationale kampioenschappen zal staan.
Kampioenschappen zijn niet alleen podia waar bepaald wordt wie op dat moment de beste is. Atleten hebben deze wedstrijden ook nodig om zich te ontwikkelen. Daarnaast vormen dit soort wedstrijden een stimulans voor de getalenteerde atleet die hier graag aan zou willen deelnemen.
Als deelname door te scherpe eisen gedurende langere tijd onhaalbaar wordt voor Nederlandse atleten zal dit uiteindelijk ten koste gaan van het niveau van het ultralopen in Nederland. Dat strookt niet met ons streven aansluiting te vinden bij de internationale top.

Of atleten het vereiste niveau hebben om deel te nemen aan een EK of WK wordt bepaald door de K.N.A.U. Er worden richtprestaties (al eerder gepubliceerd op deze site) vastgesteld waar de atleet aan dient te voldoen. Op basis van de richtprestaties voor individuele atleten zou niemand voor deelname in aanmerking zijn gekomen.
De richtprestaties die gelden voor een team stelden mij in staat een Nederlandse ploeg samen te stellen.
Uit de beschikbare atleten heb ik er vier geselecteerd die naar mij mening de grootste bijdrage zouden kunnen leveren aan een teamprestatie.
De voorbereiding op de wedstrijd was niet ideaal maar wel optimaal. Tijd en geld spelen nu eenmaal een rol.
We waren goed op de hoogte van wat ons te wachten stond. Dat de temperatuur afweek (warmer) van de voor die tijd geldende gemiddelde temperatuur (23ÂșC) is iets waarvan je weet dat dat kan voorkomen.
Ik vind dat de ploeg met een 7e plaats, in een veld met 22 landenteams, prima gepresteerd heeft en daarmee zeker haar uitzending gerechtvaardigd heeft. Alle atleten hebben zich voor de volle 100% ingezet voor het teamresultaat.
Gezien het door hen getoonde weerstandsvermogen tegen de fysieke en mentale belasting tijdens deze wedstrijd vind ik dat ze topprestaties (eigen meetlat) verricht hebben.

Het is jammer als atleten de lat voor zichzelf te hoog leggen en daardoor afhaken. Ze ontnemen zich daarmee een prachtige hobby en doen het ultralopen in Nederland te kort.
Ik ken Dirk Westerduin nog uit mijn actieve periode als loper en vindt dat hij een aantal topprestaties heeft geleverd (wederom mijn meetlat). Met die prestaties zou hij een versterking zijn voor de Nederlandse ploeg.
Als hij al een bijdrage aan de ontwikkeling van het ultralopen in Nederland zou willen leveren dan weet ik wel welk talent hij hiervoor het beste zou kunnen aanboren.

Gerrit van Rotterdam

P.S. Laten we vooral niet vergeten dat het ultralopen nog lang geen mondiale sport is. Afgaande op de beschikbare middelen, de prestatiedichtheid en mediabelangstelling verdient het ultralopen het predikaat topsport niet. Deze tak van sport is nog volop in ontwikkeling. Mede vanuit dit oogpunt is het belangrijk om te proberen zoveel mogelijk aanwezig te zijn op kampioenschappen en daar zo goed mogelijk te presteren.
Ook de K.N.A.U. draagt haar steentje bij in de ontwikkeling. Vorig jaar is er een presentatie over het ultralopen geweest tijdens de Delta Lloyd Loopsportdag en hebben er dit jaar drie bijscholingscursussen Ultralopen plaatsgevonden ten behoeve van trainers.