Open brief aan Gerrit van Rotterdam.

Dirk Westerduin vraagt om meer duidelijkheid van de Nederlandse bondscoach.

Beste Gerrit,

Je zegt dat er geen universele meetlat is, waarlangs je prestaties kunt leggen, ‘omdat er veel definities van het begrip topprestaties bestaan’. Die meetlat is er wel. Je collega Gerard Nijboer hanteert strakke normen wat de lange afstand betreft. Voldoet niemand aan die normen, dan gaat er niemand mee naar een belangrijk kampioenschap. Aan de andere kant zeg je dat er richtprestaties waren, waar gegadigden aan moesten voldoen. Kun jij me uitleggen wat de criteria waren? Hoe kan het bestaan dat een 7 uur loper in dezelfde ploeg zat als een 8 uur loper? Dat is zoiets als: een marathonloper die een 20 minuten langzamere ploeggenoot heeft op een wereldkampioenschap. Je meldt voorts dat atleten hun land kunnen vertegenwoordigen ‘als leerproces’. Dan moet je mij eerst uitleggen wat het ‘leerproces’ voor veteranen is en hoeveel rek daar op een 100km nog in zit. Bovendien: in de normale lange afstand moet zelfs een relatief onervaren loper aan een vrij strak criterium voldoen, wil hij uitgezonden worden. De ‘eigen meetlat’ die jij hanteert maakt van iedereen een topatleet. Als je dan bovendien ‘weerstandsvermogen’ als criterium neemt, zou je iedere trimmer naar de olympische spelen kunnen sturen. Want een trimmer ziet vaak veel meer af dan een topatleet.
Je opmerking dat scherpe eisen ten koste zouden gaan van het niveau van ultralopen in Nederland is onwaar. Als je je neerlegt bij een – beroerde – situatie, dan doe je daar niks aan. Zo krijg je geen verbetering. Bovendien: topsport is niet dat je je normen aanpast aan het atleten-aanbod. Als dat niet toereikend is, kun je als bond beter je selectie opheffen en de vrijkomende energie richten op de opbouw van nieuw kader en atleten. Je zult eerder moeten werken aan fatsoenlijke scouting in den lande, om talenten op te sporen. Je kunt volgens mij beter daar je energie aan besteden dan aan het min of meer in stand houden van een ontoereikend niveau. Hoe kun je op zo’n manier nou aansluiting krijgen bij de internationale top? Door met hangen en wurgen te finishen, zoals in Taiwan, waar andere atleten snel hun conclusies trokken? Dat lijkt mij geen bijdrage aan de ontwikkeling van ultralopen in Nederland. Hoe een en ander practisch ingevuld kan worden wil ik je in een volgend schrijven wel uit de doeken doen.
Dat er slechts een handvol atleten aan de start zouden staan bij scherpe criteria is een onjuiste veronderstelling. Wereldwijd zijn er zat mensen, die rond de, pak ‘em beet, 7:15 of sneller lopen. En bij een kampioenschap gaat het niet om het aantal, maar om de kwaliteit.
Je noemt de voorbereiding op Taiwan ‘optimaal’ en dat de atleten goed op de hoogte waren van wat hen te wachten stond. Ook dat is niet waar. Hoe kan een Nederlandse deelnemer anders zeggen dat hij schrok van het parcours, en dat de temperatuur toch enorm tegenviel? Je had toch een beschrijving van het parcours op kunnen vragen? Bovendien had je een kenner een simpel mailtje kunnen sturen met de vraag: hoe zit het daar met het klimaat en het voedsel? Dan had je geweten dat 23 graden zelden tot nooit voorkomt in Tainan, zeker niet in november. Dan had je ook geweten dat het voedsel in Tainan een crime kan zijn voor iemand die daar niet aan gewend is, zeker niet voor een atleet die een 100 km gaat lopen. Bovendien in ogenschouw nemend dat je twee mensen meenam die net een 24 uur hadden gelopen, kwalificeer ik de voorbereiding als minimaal.
Je vindt dat ik een aantal topprestaties heb geleverd. Ook dat ben ik niet met je eens. De enige topprestatie die ik heb geleverd, was de 9:23:30 die ik liep op Texel. De rest stak hooguit boven de middelmaat uit. Bedankt dat je me een eventuele versterking noemt voor de Nederlandse ploeg. Ik zal echter alleen weer aan ultralopen beginnen als daar een behoorlijk jaarsalaris tegenover staat. Alleen als ik me volledig kan inzetten begin ik er weer aan. Ik vind niet dat ik zo de lat te hoog leg. Het is simpelweg de enige manier waarop ik er lol in heb.
Overigens vind ik dat de organisatie in Taiwan een cruciale fout heeft gemaakt door zomaar geld neer te leggen voor iedereen. Ze mogen goed gescoord hebben in eigen land, ze hebben de sport er echter geen dienst mee bewezen. Je devalueert zo het begrip ‘WK’ met het adagium: ‘iedereen is welkom’.

Ik wacht op je antwoord,

Dirk Westerduin.