Op weg naar Diever zijn Theo Cloosterman, Jos en ik volop aan het speculeren wat we kunnen verwachten van een boscross marathon. Twee weken geleden liepen we in Purmerend een bosmarathon, die wel die naam had, maar in feite een vlak verhard parcours kende. Ja, dan denk je dan, organisaties kunnen nóg exclusievere namen voor hun evenement uit hun hoed toveren, om nog meer deelnemers te trekken. Dan hoop je maar dat dit in Diever ook het geval is. Trouwens op hun website staat dat het parcours 4 ronden kent en voor een groot deel uit bospaden bestaat, af en toe licht glooiend.
We kennen Diever van de midzomeravond marathon, dus is alles geregeld zoals het hoort. Voor de veellopers die er wekelijks behoorlijk wat zakgeld aan startgelden doordraaien, is het een prettige bijkomstigheid dat ze hier slechts € 6,- kwijt zijn. In september betaalde ik ergens ook nog eens € 6,-, fijn dat Diever bij die weinige uitzonderingen hoort. Ik raad iedereen aan minimaal een uur voor de wedstrijd aanwezig te zijn. Je mist dan in ieder geval niet de kletspraat van je loopmaten. Het valt iedereen op dat Gijs enkele weken naar India is geweest. Pas teruggekomen, niet getraind en hier meteen de vuurdoop van een boscross, om van de jetlag en de temperatuursverschillen maar te zwijgen. Heerlijk, zo’n motivatie. Henry Okkersen, enkele weken geleden nog een 5e plaats verovert in 10.26 op de 100 km in de woestijn van Egypte, was er weer helemaal klaar voor.
Op weg naar de start krijgt mijn zelfvertrouwen een deuk. Er wordt verteld dat er veel heuvels in het parcours zitten en dat je goed op moet letten wil je niet op je bek gaan, want onder de bladeren van paden steken verraderlijke boomwortels. Als ik ergens een hekel aan heb is het aan onvoorspelbare verrassingen op paden met hoogteverschillen. Ik kan me nog goed Monschau en de Westerwaldlauf voor de geest halen, waarin ik respectievelijk 1 en 2 uur later finish dan gewoonlijk. Misschien overdrijven ze, een heroïsch verhaal doet het altijd goed, denk ik nog. Het is druk aan de start, hoeveel marathon deelnemers er zijn weet ik niet, want de 32, 22, en 12 km starten tegelijkertijd. Om 11 uur zijn we weg, de eerste 500 meter zijn verhard. Al snel duiken we het bos in. Ik loop een tijdje samen met Christien, de vrouw van Henry, ze loopt de halve afstand. Wat de beïnvloeding van de partner al niet kan doen! Het valt best mee, denk ik, het zijn goed te belopen bospaden en de schilderachtige omgeving afgewisseld door bossen met hoge bomen en laag struikgewas is fraai. Na zo’n kilometer of 3 duikt er een heuvel met rul zand op. Ik pak het verharde pad ernaast om in het begin niet te veel energie te verliezen. Dit wordt gevolgd met nog meer ups en downs waar je moet opletten niet over boomwortels te vallen. Tussen de 4e en 5e kilometer een verzorgingspost, rijkelijk voorzien van koek, banaan, water, sportdrank en thee. Hierna kunnen we weer even op het vlakke lopen om bij te komen van de inspanningen en de snelheid wat op te voeren. Niet lang want weer dienen zich bulten, zand en obstakels aan. Ultralopers lopen zuinig, ze heffen hun benen maar nauwelijks omhoog en daarom is een val zo gemaakt, en daar ben ik bang voor. Ik loop daarom heel geconcentreerd, het soepele lopen, lekker wijduit met mijn armen zwaaien, wat ik normaliter altijd doe, vervalt in een krampachtig mezelf op de been proberen te houden. Niet prettig, mijn ogen zijn naar de grond gericht en ik zie niks meer van de omgeving. Toch raak ik de weg niet kwijt want gele pijlen geven heel doeltreffend de juiste richting aan, terwijl witte linten de ingang naar andere wegen verspert.
Zo’n 3 km voor de doorkomst weer een verzorgingspost. Fijn dat je elke ronde 3 keer de kans krijgt wat te drinken of te eten. Daar maakt trouwens niet iedereen gebruik van. De eerste 2 ronden loop ik achter Horst Preisler, je weet wel de man met ruim 1200 marathons. De eerste helft heeft hij niks gegeten of gedronken. Hij weet wat hij doet, zul je zeggen, ervaring genoeg. Toch moet hij me laten gaan en ik heb hem niet meer zien langskomen. Had dan maar wat gedronken, denk ik dan. De laatste 1½ km is redelijk vlak en kan ik weer snelheid maken. De 10 km in 1.02. Weer het bos in, ik zie er tegenop. Ik bereken dat mijn eindtijd niet onder de 4.30 zal uitkomen. Toch gaat het beter, de 20 km 2.01. Bij het ingaan van de 3e ronde passeer ik 2 jonge mannen, ik schat ze rond de 30 jaar. ‘Jij bent snel’, zeggen ze tegen mij. ‘Niet lang’, zeg ik ‘ direct in het bos halen jullie me zo in’. En ja hoor, na weer een heuvel bedwongen te hebben, zegt een van hen in de afdaling: ‘jij houdt jezelf tegen, je remt af als je naar beneden gaat’. ‘Je hebt mooi praten jongeling, als ik mezelf laat gaan, word ik gelanceerd en ga plat’, antwoord ik. Op het einde van de 3e ronde passeert me de winnaar. Ik feliciteer hem alvast, hij heeft weinig te missen en aan zijn loopstijl te zien is het beste eraf. Toch knap dat hij op dit parcours nog een tijd onder de 3 uur kan realiseren. De 30 km in exact 3 uur. Een succesvolle afloop lijkt verzekert. De laatste ronde echter vergt veel van mijn krachten en de oververmoeidheid slaat toe. Bij een oneffenheid wijkt mijn enkel even uit naar de buitenkant en blijft irriteren. Terwijl ik dit schrijf heb ik er nog last van, maar met een ijs behandeling komt het zo weer goed. Nog even doorbijten. De 40 km in 3.57, het lijkt of de 2e helft een peulenschil is maar in werkelijkheid is het een mentaal avontuur van een taaie loper. Met nog 1½ km te gaan komt Jan Willem bij me lopen. Dit is een van de weinige keren dat ik geen fut heb in een praatje. Ik kom over de meet in 4.10.18, een tijd waarmee ik zeer maar dan ook zeer tevreden ben, hoewel ik gewoonlijk een kwartier eerder finish. Toch weer lekker in een negatieve split gelopen van nog wel 4 minuten. Ik begin het te leren, het overkomt me de laatste tijd meer.
In de kleedkamer is men vol lof over het prachtige parcours. De afwisseling, variatie wordt als zeer positief ervaren. Daar kan ik me bij aansluiten, het is een schitterend mooie marathon voor de liefhebbers van een gevarieerd circuit, die met speels gemak plankgas de hindernissen trotseren en daar de grootste lol aan beleven. Ik moet mezelf tot de watjes rekenen en eerlijk erkennen, dat zo’n marathon voor mij een maatje te groot is. Je bent zo sterk, als de zwakste schakel, las ik ergens. Tegen je grenzen aanlopen kan geen kwaad, het hoeft niet altijd super te gaan. Daarom zal ik graag het luxe paard blijven dat zich op de vlakke weg het meest in haar element voelt.
Organisatieleden, vrijwilligers, bedankt. De speaker wist waar hij voor stond en gaf deskundig commentaar. Voor € 6,- hebben jullie ons een sportieve, afwisselende middag bezorgd.
Vincent Schoenmakers