Dieverzand Boscross Marathon, op en neer, vallen en opstaan

Theo De Jong haalt finish ondanks verzwikte enkel.

Zaterdag 20 december was er weer een marathon in Diever, nu een boscrossmarathon. Ik heb in het verleden wel eens korte crossjes gedaan, 10 of 15 km, maar nog nooit een cross van 42 km. We (Marijke en ik) kwamen pas om 10.30 in Diever aan. Bij binnenkomst in het Dingspilhuus, waar de inschrijving was, stonden al heel wat ultralopers. Na het “Theo, wat ben je laat” ben ik gelijk de kleedkamer ingedoken om me om te kleden. De kleedkamer was in ieder geval groot genoeg, we konden de hele sporthal met tribune gebruiken. Daarna snel naar de start, waar de anderen al naar toe waren gegaan. Ook bij de start weer veel bekende gezichten. Het gebruinde gezicht van Gijs Honing liet duidelijk zien dat het in India mooi weer was geweest. Er werd zo voor de start weer heel wat afgekletst. Als je zo aan het kletsen bent, valt het startschot altijd sneller dan je verwacht.
Na de start is er eerst een stuk van circa 500 meter verharde weg. Daarna gaan we het bos in. En het was echt een boscross: allemaal onverharde bospaadjes, soms niet meer dan 80 cm breed, dan weer brede stukken met los zand, of een reeks korte steile heuveltjes, met ergens in het midden een grote steile helling met veel los zand en nog steilere afdalingen. Aan het einde van elke ronde was er een lang een breed zandpad waarvan sommige stukken deden denken aan nat strand, zo zacht en zuigend was het zand af en toe. En overal uitstekende boomwortels, sommige goed te zien, andere verraderlijk verborgen onder zand of bladeren. De ronde was 10 km, dus we konden van alles vier keer genieten. Er waren drie weer zeer goed voorziene verzorgingsposten, met water, sportdrank, thee, koek en banaan. En dat allemaal voor maar 6 euro!
De eerste ronde gaat lekker. Ik kijk goed uit voor de boomwortels, immers, in Soerendonk kort geleden, in de 2de fifty, verstapte ik me op zo’n ding en moest ik stoppen. Dus in het bos steeds maar naar de grond kijken. Hierdoor ontging me een beetje wat er allemaal in het bos gebeurde. Wel hoorde ik groepjes mezen, staartmezen, koolmezen en pimpelmezen roepen. De geluidjes van zo’n gemengde groep is voor mij een echt wintergeluid. Alleen in de winter zwerven die mezen in een groep door het bos en bezoeken ze tuinen op zoek naar wat eetbaars.
Ondertussen ben ik bij de eerste serieuze helling aangekomen. Links- of rechtsom over het randje of rechtdoor door het mulle zand. Ik kies voor het laatste en ga met korte passen naar boven. Later zal Jack Hendriks roepen dat ik die heuvels wel lekker vind. Ja, de eerste ronde nog wel, maar later wordt het toch wel zwaar. Na de klim meteen de afdaling in en met lange passen vlieg ik naar beneden, door het zand, om de bomen heen en er tussen door. Het is er zo smal en steil dat er zelfs een bordje staat: PAS OP!
Na het bos het natte zandpad op. Hier staat een beetje wind dat voor afkoeling zorgt. Want ondanks de vooruitzichten is het helemaal niet koud en staat er nauwelijks wind. Gelukkig regent het niet, dat wordt voor de middag verwacht.
De eerste vijfjes gaan in 26:30/45. Lekker tempo dus. Daarmee zal ik uitkomen op 3:45, als dat lukt ben ik tevreden. In de 2de ronde, kort na de bocht waar Jack tijdens de marathon driedaagse zijn hoofd verwondde verstap ik me toch. Weer mijn linker enkel. Dat doet goed zeer. Moet ik weer stoppen? Nee, gelukkig niet. Met veel pijn en moeite hobbel ik een beetje door. Ik wordt nu aan alle kanten voorbij gelopen. Na een paar honderd meter gaat het wel weer wat beter en zet ik weer aan. De lopers die me net voorbij gingen komen weer langzaam dichter bij. Toch wel vervelend dat ik steeds die linker enkel verzwik. De volgende keer bij een bosmarathon moet ik dat ding maar intapen.
Na een wat langzamere vijf kilometer gaan de vijfjes nu weer in 26:30/ 27 rond. Het gaat nog steeds goed. Ik kan het tempo goed vlak houden. De heuvels gaan wel wat moeilijker, maar ik stuif er elke keer nog lekker tegen op en vooral eraf. Bij het begin van de laatste ronde gaat mijn enkel steeds meer opspelen. Maar ik wil gewoon mijn tempo vasthouden. De voorlaatste vijf lukt dat nog wel, maar dan gaat het echt zeer doen. Ik besluit 100 meter te wandelen. Maar als ik weer ga rennen merk ik dat het wandelen niets heeft geholpen. Of ik wil of niet, ik moet het tempo terugdraaien. Daar baal ik goed van. Hierdoor word ik in de laatste kilometers nog door vier lopers ingehaald. De laatste die me voorbij gaat is Gertie Teunissen, die in de uitslagen als “Gerte” en als man vermeld staat. Maar ze is toch echt derde dame geworden. Prima gedaan. Een kleine minuut na haar finish ik in 3:52:15 als 27ste van de 92 lopers. Toch niet slecht
Helaas kunnen we na afloop niet op de anderen wachten. Dus kan ik ze niet vertellen dat het weer een prachtig parcours was, dat de verzorging, zoals gewoonlijk in Diever, weer prima is en dat de organisatie vlekkeloos was.

THEO DE JONG