Het was weer perfect in Schinnen

Theo De Jong leidt Jacques Vandewal naar PR.

Aan het begin van weer een nieuw jaar wil ik iedereen allereerst een gezond, gelukkig en plezierig 2004 toewensen met veel loopplezier. Wat dat laatste betreft weet ik zeker dat 10 lopers daar op de eerste zondag van het nieuwe jaar in zijn geslaagd. Zij hebben ijzel, sneeuw, regen en gladheid getrotseerd om in Schinnen 50 km te kunnen hardlopen.
De weersvooruitzichten waren niet al te denderend met kans op veel gladheid in de ochtenduren. Vooral voor mensen die van wat verder weg komen zou de gladheid een probleem kunnen zijn om Schinnen te bereiken. ’s Morgens lag er bij mij in Culemborg een dun laagje verse sneeuw. Toen ik even naar buiten liep ijzelde het ook en was het akelig glad. Ga ik wel of ga ik niet, dat was de vraag. Niet gaan betekende weer lekker het warme bed in kruipen en later spijt krijgen; wel gaan betekende heel voorzichtig rijden en vier en half uur lopen. Ik besloot wel te gaan.
Met een gangentje van soms niet meer dan 40 km/uur bereikte ik Schinnen waar ik door Ger Wijenberg zeer hartelijk werd ontvangen. Binnen waren Nadja Wijenberg, Henry Okkersen en de latere winnaar Herman Krijnen al aanwezig. Even later gaven de Belgische lopers Jacques Vandewal en Ghislain Dops de FAF een internatonaal tintje. De andere lopers, Willem Mutze, Henk Sipers, Richard ten Klooster, Dick van Es druppelde ook binnen met als laatste Han Frenken. Maar ja, als je ook van zover moet komen…
Met mijn persoontje erbij werd even voor elf uur door tien lopers begonnen aan de 50 km. Ger had besloten ons een ander parcours te laten lopen omdat de afdaling in het parcours van vorig jaar door de gladheid te steil zou zijn. Nadja zou ons de eerste ronde de weg wijzen. En glad was het. Op sommige plaatsen was het wegdek met een laagje ijs bedekt. En koud was het ook, onder andere door de harde wind. Vanaf de start liep het parcours twee km lang omhoog. Eerst langzaam, maar al snel werd het steeds steiler, om daarna weer afvlakkend het hoogste punt op zo’n 125 meter NAP te bereiken. Vandaar ging het licht glooiend naar beneden tot het laagste punt in Schinnen op 80 meter NAP. En dat rondje moest 12 keer afgelegd worden, dus 12 keer moest een hoogte verschil van 45 meter overwonnen worden. Al in de eerste ronde viel het veld ver uiteen en al snel werd ook duidelijk dat Herman vandaag een klasse apart was. Vanaf het begin liep ik samen met Jacques die honderd uit praatte, over zijn loop carrière en die van zijn kameraad Ghislain, die, zonder verdere training, na één marathon verkoos de 100 km te lopen en dat volbracht in ruim 11 uur. Hij vertelde over de mooie regeling voor oudere werknemers die in Belgie, na 25 jaar werkzaam te zijn geweest, 50% minder kunnen gaan werken zonder daar financieel al te veel in te moeten leveren en waar hij ook gebruik van maakt, en hij vertelde over de verkiezing van de sportman/vrouw van het jaar in ieder dorp en dat daarbij ook sporten als ‘het kweken van kleurkanaries’ en ‘het leiden van de majorettes’ aan meedoen. Kortom, het was erg gezellig.
Elke keer dat we langs de verversingspost met banaan, thee, cola en koek kwamen werden de rondetijden genoteerd door Tilly en Carla. Beide dames hebben daarvoor bijna vijf uur in een auto gezeten! Klasse en bedankt! Even verder stond Maarten klaar met zijn filmcamera mooie beelden van de voortsploeterende atleten te schieten. In de tweede ronde kwamen we Christine Okkersen tegen, de enige toeschouwer tijdens deze loop.
Ik had me voorgenomen zo rond de vier en half uur te lopen. Het eerste rondje ging in 21 minuten, voor de 4.30 uur bijna 1,5 minuut te snel. Dus, de rem erop. De volgende ronde ging in bijna 22 minuten. En bijna acht ronden lang bleef de tijd zo rond de 22 minuten. De heuvel op hadden we steeds de wind tegen en tijdens sommige passages regende het en één keer viel er zelfs koude natte sneeuw. Maar toch ging het lekker. Jacques zei in bijna elk rondje dat ik me door hem niet moest laten ophouden en dat als ik wilde ik door moest gaan. En dan zei ik weer dat ik dat niet deed, dat ik uit wilde komen op 4.30 uur. En dus liepen we rondje na rondje samen. Maar na acht ronden merkten we beiden dat het toch wel wat zwaarder werd. We bleven net wat langer staan om wat te drinken en de klim omhoog ging net wat minder snel. Maar toch werd het verval niet groter dan één minuut in de voorlaatste ronde. In die voorlaatste ronde werden we op ruim een km voor de finish ingehaald door Han Frenken die ons aanspoorde toch vooral van het mooie (zijn mooie) Limboland te genieten. Herman Krijnen zat toen allang in Huize Wijenberg van allerlei lekkers te genieten. Net na de klim in die laatste ronde kreeg ik het even erg moeilijk. Mijn benen liepen vol (zoals dat dan heet), maar even later, toen we heuvel af richting finish gingen liepen ze weer even makkelijk leeg. Ik moedigde Jacgues aan nog even te versnellen op weg naar zijn nieuwe PR. Hij wilde hand in hand over de finish, maar iemand die ruim 17 minuten van zijn PR afloopt heeft recht alleen over de finish te komen dus hield ik drie meter voor de finish stil zodat hem alle eer toekwam. We finishten in 4:27:52. Het mooie van samen 50 km lopen is dat smart halve smart is, maar dat vreugde dubbele vreugde is.
En dan naar binnen voor de verzorging van lijf en leden. Eerst droge warme kleren aan en dan naar
de gezellige keuken waar we konden kiezen uit kippensoep, erwtensoep, zelfgebakken brood, koek, thee, koffie, Palm, stukjes kaas, maar waar vooral veel gezelligheid en gemoedelijk heerste. Janny, de vrouw van Maarten en Nadja hebben daar de regie en zorgen ervoor dat het niemand aan iets ontbreekt. Ik nam een erwtensoep en dat was er één die zo rijk gevuld was dat de lepel er rechtop in bleef staan. Heerlijk.
Daarna nog wat thee en een Palm en al het vochtverlies was weer gecompenseerd.
Het mooie van de FAF-Schinnen is niet alleen het mooie parcours en de verzorging voor, tijden en na de race, maar ook het goede doel waar het geld naar toe gaat. In Kenia, waar Ger en Nadja regelmatig verblijven wordt het geld gegeven aan het kindertehuis Casa Mingli, waar inmiddels al ongeveer 85, voornamelijk weeskinderen verblijven.
Ook het mooie van deze loop is dat ik in dit verslag alle mensen die erbij betrokken zijn geweest, organisatoren, verzorgers, rondetellers, toeschouwer en de lopers bij naam heb kunnen noemen. En dat gebeurt ook niet elke dag.

THEO DE JONG