Hoe ziet de pers de ultrawereld?

Een mini-enquete onder professionele verslaggevers van dagbladen en hardlooptijdschriften

‘Kleine, onduidelijke sport’, en ‘Goedmoedige fanatici’, waren zo een paar kwalificaties in de reacties die verslaggevers terugstuurden op mijn vraag hoe zij de ultrasport zien. Maar ook ‘Die kleinschaligheid maakt deze vorm van sport en haar beoefenaars wel zo sympathiek’ en ‘Bijzonder is het, die wereld van de ultralopers. En wat bijzonder is verdient aandacht in de pers.’ Hieronder allereerst mijn email-uitnodiging, gevolgd door de integrale reacties van achtereenvolgens Rolf Bos (Volkskrant), Ysbrand Visser en Kees Kooman (Runner’s World), Pim van Esschoten (Utrechts Nieuwsblad en GPD), en Henk van Doremalen (Atletiek Magazine).
Onze dank gaat uit naar deze verslaggevers die zo goed waren om hun eerlijke mening te geven. In verband met dat laatste: lees dit lange stuk niet met frustratie, maar laat hun opmerkingen goed op u inwerken. En bedenk wel dat dit de verslaggevers zijn die in het verleden blijk hebben gegeven bepaald sympathiek tegenover het ultralopen te staan. Wat de gemiddelde sportverslaggever van het ultralopen vindt, dat willen wij waarschijnlijk helemaal niet weten …..
En het is natuurlijk niet de bedoeling dat UN-bezoekers nu uit eigen beweging een repliek naar deze verslaggevers sturen. Als u echt wat op uw hart heeft in deze publiciteitsmaterie, maak dan svp een schrijven voor UN: redactie@ultraned.org . De betreffende verslaggevers bezoeken onze website vaak genoeg om desgewenst uw reactie te lezen ;-).

Martien Baars

—————
Email 22 januari 2004 naar diverse media

Beste redacteur/verslaggever,

Op zaterdag 7 februari na afloop van de MidWinterMarathon in Apeldoorn houdt het ‘ultra-wereldje’ weer een bijeenkomst in Sportherberg De Grote Beer, aan het parcours.

Bijgesloten is de concept-agenda zodat u een indruk krijgt van het karakter van deze bijeenkomst. Deze treffens van ultralopers en ultra-organisaties zijn ook de afgelopen 2 jaar na de MWM gehouden, omdat veel ultralopers toch al naar Apeldoorn trekken om die mooie marathon aldaar als training te gebruiken.

Onder punt 7) “Publiciteit en communicatie” zou het misschien verhelderend voor de discussie zijn als er een aantal meningen en adviezen van experts zouden liggen. Waardoor de ultrawereld gerichter de hand in de eigen boezem kan steken. Want ‘reclame’ maken voor de ultra gebeurt door ultralopers vaak nogal ad hoc en stereotiep, en bij veel ultraorganisaties is de PR duidelijk een ondergeschoven kindje. Toch verschijnen er nu en dan ‘doorleefde’ verhalen over ultralopers of ultrawedstrijden in kranten en bladen, die een stap verder gaan dan de wat meer routinematige stories over de 100e marathon van een loper, bijvoorbeeld. En buitenissige evenementen zoals de Grottenmarathon trekken naar verhouding heel veel publiciteit, waarbij en passant de ‘ultraloper’ als iemand die ‘overal voor in is’, wordt neergezet. Maar je kan je afvragen of die grote pers van Valkenburg er dan niet juist op wijst dat er veel schort aan de bekendheid die ‘normale’ ultralopen hebben. En dat al die internationale kampioenschappen sinds 1992 (in dat jaar Apeldoorn EK 24 uur en Winschoten EK 100 km) een soort verwennerij van de Nederlandse loopverslaggevers heeft gegeven, waardoor op termijn het unieke van die kampioenschappen er wel flink afgegaan is.

Mijn eigen indruk is dat persoonlijke contacten een grote rol spelen bij het overhalen van verslaggevers om naar een bepaalde wedstrijd te komen, mits er dat weekend geen concurrentie is met andere grote (atletiek)evenementen. Een andere indruk is dat de website UltraNed een behoorlijke rol speelt in het attent houden van verslaggevers op wat er in de ultrawereld gebeurt.
Toch is het goed om door professionele buitenstaanders een spiegel voorgehouden te krijgen. Met andere woorden, hoe zien sportverslaggevers van dagbladen, en redacteuren van hardloop/atletiek-tijdschriften, de status en uitstraling van een niet-Olympische discipline als ultralopen? En zijn er nuttige tips om de kwantiteit en vooral de kwaliteit van de berichtgeving over ultra te bevorderen?

Als u daar wel antwoord op weet, en in uw drukke en jachtige verslaggeversbestaan wel de moeite wilt nemen om daar een half A4tje aan te wijden, bijvoorbeeld, dan is de Nederlandse ultrawereld u dankbaar voor uw tijd en voor de eerlijke aandacht voor hun sport. Wel wil ik uw toestemming vragen of ik na afloop van de ultravergadering 7/2 een bundeling van eventuele reacties van verslaggevers ook op UltraNed zou mogen publiceren (in geredigeerde vorm). Als u in dat verband uw reactie, zowel op de vergadering als bij publicatie, liever ‘anoniem’ wilt laten zijn, lijkt mij dat geen probleem.

Persoonlijk langskomen op onze vergadering is natuurlijk ook mogelijk, en u bent bij deze uitgenodigd, maar ik neem aan dat de meesten van u van die mogelijkheid geen gebruik willen maken 😉

Bij voorbaat dank voor enig antwoord,

Martien Baars, Texel (in jaren zonder De Zestig van Texel doe ik dit soort activiteiten 😉

———–
Email 24 januari van Rolf Bos, Volkskrant

Dag Martien, op 7 februari zal ik er zelf niet bij zijn, want een groot judotoernooi in Parijs, waar olympische belangen liggen, vandaar…
Een paar snelle gedachten. Tja, het ligt voor de hand waarom verslagen van ultralopen niet met enige regelmaat in de kranten verschijnen. Het is een kleine, onduidelijke sport, ook is het vaak – mijns inziens terecht – de vraag of het om echte topsport gaat, of om een uit de hand gelopen vrije tijdsbesteding. Zie de figuren die duizenden kilometers (amsterdam-jeruzalem…) rennen, en dat verkopen of het topsport is, menig (regionaal) blad tuint erin.
Het is ook moeilijk: er zullen veel atletiekverslaggevers zijn die het WR op de marathon moeiteloos uit het hoofd kunnen opzeggen, maar de records op de 100 km en verder liggen in de schemer verscholen.
Op de meeste sportredacties leeft de gedachte: ultralopen (als ze al weten wat het precies inhoudt) wordt beoefend door goedmoedige fanatici. De enkele verslaggever die er wel zicht op heeft, krijgt bovendien slechts zelden de ruimte om eens goed uit te pakken: Op de vergaderingen klinkt het dan: `Hè nee, toch niet weer zo’n dwaas?’ om in één ademtocht dan een nieuw verhaal over Rafael van der Vaart aan te kondigen.
Raar, want verhalen over de Knippenbergloop (Ron Teunisse) en over Yiannis Kouros vinden wel veel weerklank bij de (Volkskrant)lezer, is mijn nederige ervaring. Toch zullen er weinig sportverslaggevers zijn die Kouros kennen, of wel eens van de Spartathlon gehoord hebben.
De meeste, zo niet alle, ultra-verhalen zijn geen ‘gewone’ sportreportages zijn (dwz. verslagen van een evenement), de nadruk ligt vaak op het bijzondere, van de grauwe menselijke middelmaat afwijkende presteren der beoefenaars. Zie ook onder meer mijn verhalen met Wim-Bart Knol, en met Dirk Westerduin, ooit in de Volkskrant. Kernwoorden in een standaard ultraloopverhaal: afzien, lijden, sympathieke dwazen, heroïsch. Bij een regulier marathonverslag zullen deze woorden nauwelijks klinken. Pas na de 42 kilometer worden deze begrippen van stal gehaald.
Je hebt gelijk als je zegt: er is altijd voorrang voor de ‘gewone’ sportagenda, en als daar gaatjes in zitten: dan is er sporadisch ruimte voor een ultraloop verhaal. Zo is het, en zo zal het natuurlijk ook altijd blijven, daar valt niet tegen op te boksen.
Maar aan de andere kant: moet dat ook? Die kleinschaligheid maakt deze vorm van sport en haar beoefenaars wel zo sympathiek.

Groet, Rolf Bos, sportredactie de Volkskrant.
——————-

Email 28 januari van Ysbrand Visser (webmaster runnersweb.nl en redacteur Runner’s World)

Ik reageer even kort, en geheel vanuit mijn eigen positie.
– de sport is te klein om automatisch veel meer publiciteit te verwerven
– omdat een regelmatige competitie ontbreekt, worden er krenten uit de pap gegeten en dan kom je dus bij bijzondere, afwijkende evenementen.
– circuit!?
– wat ook werkt: goede persberichten rondom topevenementen, incl. verslagje, foto’s
– voor Runner’s World te ver af van onze grootste doelgroep (mijn mening)

Succes, Ysbrand
————

Email 30 januari van Kees Kooman (hoofdredacteur ad interim Runner’s World)

Ultralopen komt er publicitair goed van af, denk ik, relatief gezien. Het geldt zeker voor de aandacht in Runner’s World, wederom relatief gezien.
Misschien kan het toch nog beter. Daarbij moet je gebruik maken van je helden, zoals Teunisse, in die orde van grootte. Dus een Knippenberg Memorial zeker in leven houden, en hoe extremer de omstandigheden, hoe beter.
Sensatie! Daar komt veel publiciteit op af (sbs-achtige journalisten helaas, maar publiciteit is publiciteit). Vandaar dus ook het succes van de Grottenmarathon, en ook het succes van de Spartathlon.
Schrijf vantevoren persberichten naar tv, radio en kranten, wanneer Nederlanders meedoen. Eerlijk gezegd vind ik het persoonlijk geen bezwaar dat een sport klein blijft en daardoor ook op
de juiste wijze (in de ‘juiste’ bladen) wordt gewaardeerd. Wat heb je aan sensatieverhalen bij (wat mij betreft) foute omroepen en andere publicaties?
Zie maar wat je hiermee doet, groeten

Kees

———–

Email 3 februari van Pim van Esschoten (Utrechts Nieuwsblad en GPD)

Bijzonder is het, die wereld van de ultralopers. En wat bijzonder is verdient aandacht in de pers. Dat gebeurt echter niet vaker dan ‘zo nu en dan’. Ultralopen zal op elke sportredactie in het land worden beschouwd als een ‘kleine’ sport en alle kleine sporten melden zich geregeld met de vraag om aandacht. Dan gaat het evenement in de mallemolen van afwegingen: wat is dat weekeinde het overig aanbod, hoeveel tijd heeft de verslaggever, hoeveel ruimte hebben de sportpagina’s? En wordt het ultralopen, zoals vele takken van sport, sluitpost.

Gevolg is dat onder sportredacties onwetendheid is over de sport. Dat is vaak een belangrijke oorzaak van de beslissing om ook bij de grotere wedstrijden weg te blijven. Komt bij dat ultralopen nu eenmaal ellenlang duurt, tijd schaars is en de helden onbekende helden zijn. Wat zegt het de lezer dus? Het is bovendien een mechanisme (goed of slecht) dat de schrijvende media dikwijls de tv volgt. Slaagt het ultralopen er in op televisie te verschijnen, komen ook vanzelf de verhalen in de krant.

Maar afgezien daarvan, is de informatievoorziening vanuit de sport zelf matig. Waarom vooraf aan de 100 van Winschoten geen persbericht rondgestuurd met een korte beschrijving van de vier, vijf favorieten? Verslaggevers zullen zich bij het ultralopen altijd in eerste instantie op de persoon richten die een mooi verhaal heeft te vertellen. De wedstrijd zelf is daarbij van minder groot belang. Het lijkt me ook de beste manier om de sport te ‘verkopen’: waarom lopen deze mensen zo ver voorbij de verste horizon? Wat bezielt ze? Hoe bestaat het? Het grote publiek is immers al blij als het na een rondje draven van tien kilometer weer thuis is.

Wanneer is welke wedstrijd? Wie lopen daar en wat maakt ze bijzonder? Wat speelt er? Via de perscontacten van de KNAU moet het mogelijk zijn eens in de maand een bondig persbericht per email uit te sturen. Dat zou al een hele verbetering zijn. Bij het grote aanbod van wedstrijden is het immers niet meer dan menselijk dat een sportverslaggever het ultralopen ‘vergeet’.

Groeten,
Pim van Esschoten
Utrechts Nieuwsblad en GPD

———–

Email 6 februari van Henk van Doremalen (hoofdredacteur Atletiek Magazine/Atletiek Actueel)

Beyond the horizon

Regelmatig word ik als hoofdredacteur van de atletiekuitgaven van Wielaard & Ranke bestookt door deze of gene die (meer) aandacht wil voor zijn onderdeel van de veelvormige atletiek, zijn prestaties of zijn evenement. En dan mag u voor zijn ook haar lezen, al is het vragen om aandacht nog sterk een mannenzaak.

Het is natuurlijk heel flauw om te roepen dat de ruimte beperkt is. Kranten kunnen zich vaak focussen op een enkel evenement of een enkele prestatie. Over de rest schrijven ze dan niet. Let maar eens op bij een NK. Wij, de atletiekbladen, worden geacht het hele spectrum van de atletiek in de gaten te houden. De sprinters en de springers, de stoters en de lopers, hoog en ver, kort en (ultra)lang, toppers en trimmers, jong en oud. Het liefst ook nog alle club- en bestuursperikelen, alle records en dopingzaken. En een enkeling durft ook nog te beweren dat reglementen in een Magazine horen dat met een oplage van 71.000 en een bereik van 151.200 (waaronder 92.000 leden van de KNAU) de HELE atletiek moet coveren. En prettig leesbaar moet zijn.

Waar wil ik heen. Atletiek is zo breed en zo divers dat het eenvoudigweg niet lukt om aan ieders behoefte te voldoen. Als ultralopers zijn jullie bij uitstek de mensen die (ver) over de grenzen weten te kijken. Terecht wordt vastgesteld dat de media de krenten er uit pikken. Met diverse EK en WK’s is Nederland verwend. Daarnaast spelen sfeerverhalen liefst voorzien van veel heroïek altijd een rol.
Aan de ene kant moet je m.i. niet verwachten dat je voortdurend aandacht zult krijgen, aan de andere kant mag je er van uit gaan dat er ook over ultralopen grondige artikelen worden geschreven.
Niet allen verslaggeving, maar ook achtergronden. Wij vinden ook dat we dat met enige regelmaat doen, al kan ik me voorstellen dat dit niet volgens jullie meetlat gaat. Nel de Brouwer, Han Frenken, Texel, Winschoten, Stein, Uden en Apeldoorn zijn in ieder geval aan de orde geweest.

Wat Atletiek Magazine betreft moet de aandacht niet puur vakmatig zijn, maar zo dat het geschikt, leesbaar en boeiend is voor een groot (atletiek) lezerspubliek. Wat Atletiek Actueel (het wedstrijdblad) betreft zou een achtergrondverhaal over een trainingsweekeinde of -clinic best stof kunnen leveren waarover we moeten publiceren. Maar we moeten keuzes maken. Zeker dit jaar met minder geld en minder pagina’s. De Olympische onderdelen gaan inderdaad voor.

De zoveelste wandelaar of hardloper naar Santiago de Compostella of de zoveelste VUTter die een trektocht over de wereld gaat ondernemen gevolgd door zijn vrouw in de camper, is leuk voor een regiokrant, maar niet voor een landelijk atletiekblad. Hoe zeer ik daar ook persoonlijk bewondering voor kan hebben, ik moet die mensen toch altijd teleurstellen. En dat geldt ook voor iemand die zijn 100ste marathon loopt of aan een ultraloop gaat meedoen. Te vaak wordt dat als nieuws beschouwd, terwijl het die waarde landelijk niet heeft.

Verwacht niet dat alle verzoeken per omgaande worden ingewisseld. Realiseer je dat je een van de vele onderdeeltjes bent van de ‘grote’ atletiek. Een onderdeel dat niet Olympisch is. Een relatief kleine wereld waar iedereen elkaar kent. Waar mensen elkaar ook in hun belangstelling bevestigen.

Wij van Atletiek Magazine en Atletiek Actueel zullen het ultralopen zeker blijven volgen. Maar het moet journalistiek interessant zijn voor de doelgroep van AM of meer specifiek als wedstrijdverslag of trainingstechnisch verhaal voor de doelgroep van AA. Wat de site atletiek.nl betreft: daarop staat direct nieuws. Geef topuitslagen (niet uitgebreide lijsten) van grote evenementen direct door aan redactie@atletiek.nl En wijs daarbij voor meer info door naar ultraned.org

Henk van Doremalen
Hoofdredacteur atletiekuitgaven W&R Media

——–