De eerste echt warme dag van het jaar viel net samen met de zesde editie van de Zes Uren van Gistel, de ultralopers daar zullen het geweten hebben.
Het eerste half uur hadden we en kopgroep met de voornaamste kanshebbers : Wim Epskamp (Ned), Corbillon (Fra), Dierckx, Vanlangendonck en Alain Dewaele, alle drie uit België, als voornaamste tenoren. Corbillon trok eventjes aan de bel na een kleine 30′ maar het was verrassend Epskamp die na nog geen 40′ het hazenpad koos. “ik wil rustig kunnen drinken” was zijn antwoord op die voor hem ongewone taktiek. Wim loopt liever rustig zijn eigen tempo en is vaakst de sterkste man in de tweede wedstrijdhelft, zijn ervaring in de langere 24u-wedstrijden is daar beslist niet vreemd aan. Achter onze Nederlandse vriend vormde zich een kopgroepje met VanHerck, Dewaele, Dierckx, Vanlangendonck, en de verrassende Gobert en Vanmeensel. Corbillon en Phillippe Verdonck moesten hier kort na de rol lossen.
Vrij snel wist Epskamp zijn voorsprong uit te bouwen van 25″ na 1u tot 2′ na 2u wedstrijd op Jozef Vanherck die zelf 1′ voorop liep op het achtervolgend kwartet Dewaele-Vanlangendonck-Dierckx-Gobert. Dit was het ogenblik ook dat Dierckx en Dewaele het welletjes vonden en aan een tegenoffensief begonnen. Het kon Epskamp echter niet deren, hij bleef met groot machtsvertoon zijn voorsprong verder uitbouwen. VanHerck verdween nog voor het derde uur uit de wedstrijd en halverwege had Wim al 4’15” op het duo Dewaele-Dierckx, Gobert en Vanlangendonck volgden elk nog eens respectievelijk 1′ en 2′ verderop.
De wedstrijd leek gelopen dacht men, maar dat was dan zonder de waard Dewaele gerekend. Alain, al verschillende ereplaatsen maar nog nooit winnaar in een ultraloopwedstrijd, voelde zich sterk en ging op zoek naar Epskamp. Dierckx kreeg het moeilijk en zowaar begon ook de motor bij de Nederlandse Leider wat te sputteren, Dewaele maakte daar dankbaar gebruik van en kon na 4u wedstrijd zijn achterstand op Epskamp terugbrengen tot 2’55”, Dierckx volgde ook precies op 2’55” van de tweede plaats. Alain rook zijn kans en Wim zag zwarte sneeuw op deze hete Gistelse namiddag, zou zijn vroegtijdige aanval hem fataal worden ? Na drie kwart wedstrijd, met nog 1u30 te lopen stegen de kansen voor Alain zienderogen, nog 1’54” scheiden hem van Wim, Dierckx volgde nog eens 3’37” verder en vormde schijnbaar geenn bedreiging meer. Epskamp had het laatste uur echter enorm veel Cola gedronken en langzamerhand hervond hij zijn soepele tred, de voorsprong daalde niet meer en de veer leek bij Dewaele te breken. Dierckx daarentegen leek ook stilletjes aan zijn tweede adem teruggevonden te hebben en met nog 1u te lopen kon het nog alle kanten uit ! Eerste Epskamp, Dewaele op 2’15” en Dierckx op 5’58”. Alain kreeg het alsmaar moeilijker terwijl Epskamp en Dierckx steeds maar sneller liepen. Het laatste halfuur was dan ook alleen nog een strijd tussen Dierckx en Dewaele, die had al bijna 5′ achterstand op Epskamp maar nog nauwelijks 2′ op Dierckx die op een kwartier tijd nog eens 1′ terug pakte en op dat ogenblik de snelste man in de wedstrijd was. Met nog iets meer als 10′ te lopen pakte Dierckx de tweede plaats om hem niet meer uit handen te geven.
Bij de dames stond er geen maat op Lisette Devoogt die van bij de start op kop vertrok en haar koppositie niet meer zag bedreigd worden door de Nederlandse Lies van Leeuwen of de Duitse Sabina Parker. Ook in die volgorde legden ze de volledige zes uren af.
Bij de ploegenwedstrijd waren het de ploegen van De Leeuwerikken (St.Pietersleeuw) de twee hoogste plaatsjes vanhet podium betraden, De Gistelse “Juniors” legde beslag op de derde plaats voor de Funrunners van Martin Tyberghien. Voor de ‘Tijdloop rond Gistel’ kwamen maar liefst 160 lopers opdagen, zodat het organisatiecomitée terecht met grote tevredenheid kan terugblikken op haar 6e Zes Uren van Gistel.
De organisatie van deze 6e editie verliep moeizaam. Jan zocht dan ook naar meer hulp bij de organisatie. Anders kon het wel eens gedaan met de de wedstrijd… Gelukkig volgde kort na dit verslag ook hierover een positief bericht van de hand van Jan Vandendriessche:
Ja de kogel is door de kerk…. er komt wel degelijk een zevende editie van De Zes Uren van Gistel ! Momenteel heb ik al twee kandidaten om ons te vervoegen in het bestuur, twee personen die actief willen deelnemen aan de voorbereidingen van de volgende editie. Eentje is de vrouw van een ultraloper (Bertrand Verlinde uit Gistel , dit jaar runner-up en ook al deelnemer in Texel) de andere is zelf ultraloper nl. Boret (40ste in Gistel). Anderzijds kregen we ook al een aanbod van een andere ervaren wedstrijdleider die eventueel met ons zou willen samenwerken. Ikzelf heb al enkele plannen klaar om op 1 mei 2000 meer dan 500 lopers (over de drie wedstrijden gespreid) door Gistel te jagen !
Ad loopt een prachtig persoonlijk record
Ad Voortman is een Nederlands ultraloper die in Gistel een zeer goede wedstrijd liep. Hij stuurde ons zijn persoonlijke indrukken en belevenissen.
Zaterdag 1 mei 1999. Het is zover de zesde editie van de Zes uren van Gistel staan vandaag op het programma. 7.30 uur, de wekker gaat in onze caravan op de IC-camping te Oudenaarde. Ik sta op en begin aan mijn lopersrituelen. Hoewel, ik ga vandaag ook experimenteren, ik ben benieuwd. Het begin is in ieder geval hetzelfde als altijd. Ik ga onder een warme douche en smeer daarna alles wat ook maar kan gaan schrijnen met vaseline in. Dan begint de eerste afwijking. Normaal eet ik dan een drietal beschuitjes met suiker, nu neem ik iets stevigers in de vorm van twee bruine boterhammen met banaan. Ik krijg het redelijk weg met een kop koffie. 9.00 uur vertrek. Na een binnendoorreis van ca. 80 km, waar we liefst anderhalf uur over doen, arriveren we in Gistel. Later horen we dat het maar goed was dat we binnendoor zijn gegaan, want alle snelwegen naar de kust zaten bomvol.
Op weg naar de inschrijving zie ik de eerste bekende, Thomas Mrotzek uit Hattingen-Duitsland. Hij vertelt me dat het dit jaar zijn 13e loop wordt, waarbij hij het marathonpunt wil bereiken. Hij zegt dat hij vandaag weggaat voor 50 km. Uiteindelijk zal hij bij 45 km blijven steken. Ik loop door en schrijf me in de sporthal in bij Katrien, de vrouw van Jan Vandendriessche. Ik ontvang een buik- en rugnummer, een t-shirt en een lot voor de tombola, dat later een paar sokken waarop de Duitse tekst staat: ‘zonder kolen geen as’. Deze sokken zal ik dus nooit dragen. Ik drentel wat rond, want ik ben toch een beetje gespannen. Slechte voorbereiding, hoe ver sta ik, Rotterdam is goed gegaan, evenals het herstel daarna, maar toch. Mijn doelen voor vandaag zijn duidelijk: a. ik wil het marathonpunt halen (bij 10 km per uur is dat 4:13); b. als het dan nog goedgaat, loop ik door tot de 50 (ca. 5 uur); c. gaat het dan nog steeds goed, dan loop ik de uren vol. Daarnaast wil ik experimenteren. Ik wil na ca. 38 km een Red Bull proberen en als ik nog in de race zit na 5 uur wat zoetigheids eten. Ik kom weer terug in de sporthal en zie dat onze Belgische vrienden ook gearriveerd zijn. Meer dan dat zelfs, naast Andre Declercq zijn ook Marc en Alain Vandamme en Rudy Dekraker aanwezig. Belgen van atletiekvereniging Wetteren waarmee ik vorig jaar in estafettevorm de 24 uur van Welden liep. Ik smeer me in met zonnebrandolie. Ik ga kijken waar de douches zijn.
In de kleedruimte ontmoet ik Wim Epskamp. Ik weet dat hij geblesseerd uit de marathon van Apeldoorn is gekomen en vraag hoe het ermee is. Hij zegt dat het nu goed gaat en dat hij vorige week voor het eerst weer 4,5 uur heeft getraind. Vandaag moet het dus wel weer kunnen, zegt hij. Ik vraag naar zijn doelen dit jaar. Hij zegt dat hij samen met Ron Teunisse midden juni van Glasgow naar Fort Williams gaat lopen. Een 160 km-loop dwarsdoor de Schotse mountains. 10 voor 12, nog 1 keer naar de wc. Ik loop naar buiten en krijg een klap van de warmte. Volgens mij en anderen is het tot nu toe de warmste dag van het jaar. De zon straalt je tegemoet. Het enige echte voordeel is, dat je niet hoeft te twijfelen over je kleren; het is dus korte broek, singletje en pet op. 5 voor twaalf het startvak in. 59 lopers uit vier landen (Belgie, Nederland, Duitsland en Frankrijk) staan te wachten op het verlossende startschot. Uiteindelijk finishen er maar 40….
Een opzwepend stuk muziek begint uit de luidsprekers te schallen en op de laatste noot klinkt een daverend startschot. Het veld zet zich in beweging. Ik begin gewoontegetrouw achterin. Ultralopen is niet alleen lopen met je lichaam, maar ook met je hoofd. Een marathon is voor mij kijken hoe het met mijn macht staat, maar tijdens een ultra test ik mijn mentaliteit. Je weet dat je op een bepaald moment kapot gaat, maar dan moet je daar doorheen en niet toegeven aan dat duiveltje in je hoofd dat je rust wilt gunnen. De eerste meters van het 2379.1 meter lange rondje worden ingezet. Het rondje ziet er globaal als volgt uit. Je start voor de sporthal, over een asfaltweg loop je ca. 100 m door en he gaat dan rechtsaf. Je loopt dan over een klinkerweg, maar je kunt meestal wel een stuk pakken van een geasfalteerde parkeerstrook. Op dit stuk zit een verkeersdrempel. Na ca. 400 m ga je weer rechtsaf en krijg je ca 300 m een weg met wat vervelende klinkers, bij de 700 m ga je rechts en krijg je een mooi geasfalteerd stukje, dat licht naar beneden loop naar de kilometer. Je loopt dan nog vlak 200 meter door en dan ga je rechtsaf een lang recht eind van 400 m naar de 1.600 meter. Weer rechtsaf en dan kronkel je door een woonwijk heen, goed asfalt met weer een vluchtheuveltje. Dan weer rechtsaf en het rechte eind op van ca. 150 m naar de eindstreep. (Jan, heb ik het zo een beetje goed beschreven?) Erg mooi is, dat ze iedere honderd meter hebben aangegeven in cijfers met daartussen verfstippen voor iedere 25 m: 1 stip 25 m, 2 stippen 50 m, 3 stippen 75 m.
Direct na de finsh staat de verversingspost waar water, isostar en cola staat. Iets verder staat een teil met sponzen. Ik heb besloten bij iedere ronde te drinken. Een vrouw achter het kraampje zegt waar alles staat. Een man die aan komt lopen zegt dat links de Viagra staat. Ik antwoord, dat ik dan beter nu gelijk kan stoppen en me met andere dingen kan bezig gaan houden. Ik loop door, het eerste rondje gaat in 13’22” terwijl ik er bij 10 km per uur 14’17” over mocht doen. Daarbij, maar dat hoorde ik na afloop, bestond het eerste rondje uit 2.418 m (een stukje voor de finish begonnen) zodat er een officiele 50 km tijd geklokt kon worden bij de finish. Ik loop dus iets te snel, dimmen.
Een 100 meter voor me loopt Andre, met Rudy en Roger Neckebroeck. Roger is ook al zo’n taaie ultraloper die je overal tegenkomt. Een geblokte kleine Belg van inmiddels 61 jaar die in maart zijn honderdste ultramarathon liep tijdens de 6 uren van Stein. Ik zie dat Andre goed loopt qua houding, maar ook erg oneconomisch. Hij praat voortdurend en loopt van links naar rechts. Zo maakt hij onnodige meters en met dat vele praten verspilt hij de nodige energie. Ik besluit een stuk achter hen te blijven. Wim haalt me met een ‘Hoi’ voor de eerste keer in. Hij loopt alleen aan kop en zal die niet meer afstaan.
Jan VDD haalt me op de fiets in en zegt dat Wim zeer tegen zijn natuur aanvallend loopt. Hij verklaart dat Wim versneld heeft uit een groepje om rustig te kunnen drinken bij de drankpost. Wim beaamt dat na afloop. Wim vertelde dat hij helemaal niet van plan was zo snel op kop te komen, maar dat het vanzelf ging. Jan vertelt me ook nog even waar precies het marathonpunt is; op een hoek in de 18e ronde. Maar zover is het nog lang niet. Het onvermijdelijke gebeurt bij ca 55′, of zij zijn lanzamer gaan lopen of ik sneller, want ik loop nog steeds te snel, maar ik haal ze in. Na 10′ merk ik echter dat het tempo te veel wisselt en besluit even naar de kant te gaan voor de eerste plasstop. Ik haal ze echter weer gemakkelijk in. Het tempo blijft wisselen. Vervelend. Rudy zegt achteraf dat het wisseltempo hem de kop heeft gekost. Hij is na ca. 28 km uitgestapt. Ook Roger kan het tempo niet aan en Andre en ik lopen samen verder. We blijven bij elkaar, ondanks dat ik na ca. 2 uur 20″ nog eens afhaak voor een plasstop.
De zon brandt stevig, maar er is ook een verfrissend windje op sommige rechte stukken. Wat wel vervelend is, is dat ik de achterkant van mijn armen en rondom mijn oksels goed ga voelen. Ik heb die blijkbaar te weinig ingesmeerd en na afloop is alles kapot. De eerst dame Lisette Devoogt haalt me voor de eerste keer in. De isostar komt zo langzamerhand mijn neus uit en ik besluit na de 14e ronde ( 3uur 5′) voor het eerst pure cola te drinken. Een halve beker cola en een halve beker water, mmm smaakt goed. Toch bemerk ik een inzinking bij mezelf. Andre gaat ook langzamer lopen. Hij zegt dat zijn hartslagmeter een te hoge waarde aan geeft en dat hij langzamer moet. Ik blijf bij hem, maar ik twijfel. Aan de ene kant beland ik in een dip, maar aan de ander kant wil ik iets harder. In de 16e ronde gaat het nog zwaarder en ik zeg tegen Andre dat ik nu niet stop bij de drankpost maar 300 meter verder waar Annet en Ron met de Red Bull staan. Ik zeg dat ik nu alvast wat harder ga lopen, dan haalt hij me straks wel weer in. Het wordt achteraf mijn langzaamste rondje. Ik heb hem echter niet meer teruggezien. Ik drink een paar slokken Red Bull, in drie ronden drink ik het busje leeg. Zoet is dat spul. Maar het valt goed. Inmiddels zit ik in de 17e ronde en weet dat dan het marathonpunt nadert. 3:56:35, dat is sneller dan Rotterdam en ik heb sterk het gevoel dat ik door de dip heen ben. Toch de Red Bull en de cola met water die ik nu trouw iedere ronde drink? Ik ga door voor de 50.
Inmiddels loop ik weer in op Lisette en loop haar voorbij. Inmiddels is het voor mij moeilijk de afstand meer te berekenen. Want probeer maar eens de tafel van 2379.1 op te zeggen. En dat de 50 km na precies 21 ronden zou liggen, las ik pas achteraf. Stom! Ik probeer wel te rekenen maar het lukt niet. De vermoeidheid in mijn hoofd slaat toe, maar mijn benen gaan nog goed. De 50 gingen achteraf in 4:39:52. Nog 1 uur te gaan en ik heb er 22,5 halve ronden opzitten. Ik denk dat als het zo door gaat ik tussen de 26 en 27 ronden zal eindigen. Ik roep naar Annet en Ron, hoeveel ronden 26 is, maar ze begrijpen me niet. Ik heb dus geen enkel idee over de afstand, maar mijn rondetijden blijven goed. Ieder ronde pak ik ongeveer een minuut op het 10 km schema. Ik durf het experiment met het eten niet aan te gaan. Bang dat het verkeerd valt en het gaat nu veel te goed.
Jan komt naast me fietsen met een videocamera. Hij vraagt me erin te lachen. Ik zeg dat dat me geen moeite kost en ik zeker de 6 uren zal uitlopen. Nog eens rekenen. Voor de marathon naar de 4 uur had ik nog ruim 3′ over dat is zeg maar 500 m. Twee keer 10 km erbij brengt me dan op 42,2 + 0,5 + 10 + 10 = 62,7 km. Dat zou fantastisch zijn. Mijn pr staat op 63 km en 890 m, vorig jaar oktober in Amersfoort gelopen. Maar ik loop nu nog steeds harder dan die 10 km per uur, waar zou ik uitkomen? 24e ronde in 13’14” en ik zit 5:19:32. Nog 41 minuten, met hard doorlopen moet drie ronden net niet of net wel te halen zijn. 25e ronde in 13’19”, mooi vlak dus, 5:32:51. Nog 26 minuten, die twee ronden moeten te halen zijn. Ik steek twee vingers op als ik langs Annet en Ron loop.
Inmiddels moedigen Marc, Alain, Andre en Rudy me langs de kant aan. Allen uitgestapt. Andre als laatste na het marathonpunt. Toch tussen de oren? Andre beaamt het. Toch maar goed dat ik versneld heb. 26e ronde 13’00”. Niet te geloven. ik heb het gevoel dat ik vlieg. 5:45:51. Nog 14′, die ronde gaat dus altijd en ik houd nog iets over, denk ik. Ik snel Lisette weer voorbij, rondje goedgemaakt. Ik steek 1 vinger op. Ik kan zelfs nog versnellen en loop de snelste ronde van allemaal 12’44”. Ik kom over de eindstreep en heb nog 1’25”. Ik drink niet meer en versnel nog eens. Ik loop nog precies 300 m en BOEM!!!. Het eindschot en ik sta stil.
Ik heb geluk want de opmeter staat vlak bij me, neemt de afstand op en ik kan teruglopen. Onderweg kom ik Jan van der Weijde tegen. Hij heeft pech de opmeter stond net iets verder, hij moet wachten. Ik ga even met hem op een bankje zitten en we praten wat over de zwaarte van deze 6 uren door het weer, maar ik voel me heerlijk. Na ca. 5 minuten loop ik terug naar de finish. Hoeveel heb ik nu gelopen? Ik pak wat drinken mee en loop naar Annet en Ron. Ik vraag hoeveel 27 ronden is. Zij kijken het na, en YES, het is 64.275 plus de 0.300 = 64.575. Een PR!!!. Ik ben dolgelukkig. De enige angst is nu nog dat de rondetellers hun werk niet goed hebben gedaan. Weliswaar houd ik mijn eigen telling aan, maar ik heb nu nog steeds de pest in dat ze destijds in Den Haag bij mij twee ronden verkeerd hebben geteld.
Uiteindelijk kreeg ik er 1 terug, maar toch. Oef de benen doen nu wel zeer. Maar leuk in dit wereldje, iedereen feliciteert iedereen. Bij een 6 uurswedstrijd begin je gelijk en eindig je gelijk. Iedereen heeft een warme of koude douche. In dit geval een warme en ik blijf er een hele tijd gelukzalig onder staan. Daarna naar de hal waar ik met mijn Belgische vrienden een groot glas Leffe achterover sla. Oh, wat smaakt dat heerlijk. Muziek, de 82 jarige Belg Robert Lardinois, die weliswaar is uitgestapt, maar toch ruim 41 km liep, probeert dames de dansvloer op te krijgen. Dat lukt hem niet en hij gaat vervolgens alleen de dansvloer op en met veel maatgevoel danst hij in het rond. Het wachten is op de uitslag, afgewisseld met een komiek, met een stralende Wim Epskamp als middelpunt. Ik krijg de uitslag en gelukkig het klopt. Uiteindelijk werd ik 24ste van de 59 gestarte lopers. Maar het belangrijkste is, ik heb zalig gelopen. Om 21.00 uur nemen we afscheid, half elf terug op de camping. Half twaalf naar bed. Ik ga op mijn zij liggen en rol direct weer terug. Armen harstikke verbrand. Positief blijven. Op mijn rug kan ik heel lang bijven denken aan dat heerlijke gevoel, het gevoel dat ik weer van mezelf, van mijn eigen mentaliteit heb gewonnen. Nog even wat cijfertjes: gemiddelde snelheid 10.762 per uur. 5’35” per km 1e 3 uur: 32.193 km 2e 3 uur: 32.382 km (uiterst vlak dus).