{b}Self Transcendence 6 & 10 day Race 28 april & 2 mei t/m 8 mei, Flushing Meadow, New York{eb}
Na 35 Ultra’s, waaronder enkele regelmatige 24-uurs, voelde ik de tijd aangekomen voor een nieuwe uitdaging. Met Pasen ben ik op het vliegtuig naar New York gestapt eerst voor de innerlijke rust, daarna voor de deelname aan de zesdaagse. In het boek van Jan Knippenberg (De mens als duurloper) hebben we kunnen lezen, dat de zesdaagse al werd gehouden in de 19e eeuw, toevalligerwijs ook in New York. Het betrof een indoorwedstrijd van 6 dagen, waarbij het publiek onder een lekker sigaartje (of iets anders met tabak) een weddenschap op de lopers af kon sluiten; Al in die tijd werd er ruim 1000 km. gelopen. Sinds de jaren 80 organiseert het Sri Chinmoy Marathon Team ieder jaar een zesdaagse en ook andere Multiday Races in NewYork. Een van de eerste deelnemers was Yianis Kouros, die hier verscheidene wereldrecords heeft gelopen, op de 6-daagse heeft hij 639 mijl staan. Van deze discipline, die dus ouder is dan de marathon, wilde ik de geheimen leren kennen en daarom heb ik me ingeschreven voor deze 6 dagen.
{b}De Organisatie{eb}
De organisatie is in handen van het Sri Chinmoy Marathon Team, waar ik zelf ook lid van ben. We proberen dmv yoga en meditatie energie te krijgen voor verschillende activiteiten, waaronder het (ultra)lopen. We zien de loop niet als een wedstrijd, maar als een gelegenheid om de eigen grenzen te doorbreken, vandaar de Self-Transcendence-Race. Een extra voordeel hier is de aanwezigheid van Sri Chinmoy, zijn bezoek kan je net de extra kracht geven, die noodzakelijk is. Verder is geheel volgens onze filosofie alles aanwezig, van water, energiedrank, thee, koffie, chocola, fruit, zoet, zout tot pasta, soep en 3 warme koolhydraatrijke maaltijden per dag. Alsmede een medische staf en vrijwilligers die de lopers op velerlei manieren ondersteunen.
{b}De Opbouw{eb}
De loop vindt plaats in een park zonder extra voorzieningen, daarom zijn zo’n 15 personen 5 dagen voor de start in touw alleen om de loop op te bouwen. Van houten planken en tenten worden een tiental huisjes gemaakt; slaapplaatsen, massage, douche (met warm water), lopers-keuken, helpers-keuken, aanhangwagen voor de rondetellers, overkapping van de zitplek voor de lopers. Dit is een ruimte met tafels en stoelen waar de lopers hun kleding, privévoedsel etc kunnen plaatsen; de ruimte is ook van achteren afgesloten, zodat de wind maar van één kant kan komen, wat dus tocht scheelt. Tevens is er een ruimte voor de eigen tenten en dat geeft de (kamp)ruimte een omvang van zo’n 100 bij 100 meter. Ik heb mijn eigen tent en natuurlijk een slaapmat en warme slaapzak.
De loop gaat uiteraard door het kamp, aan de zijkant. Dag en nacht zijn er ten minste 3 tellers aanwezig die de 52 lopers tellen en aanmoedigen. Verder lopen er mensen rond, die kleine klusjes opknappen zoals reparaties, extra plastic zeil voor over de tenten plaatsen, het leegpompen van een plas water na een regenbui. Dit is een leuk karweitje welke ik aan de start van de 10-day heb uitgevoerd; naast ronde tellen en het opbouwen van één der slaaptenten. In 2000 heb ik zelf ook meegeholpen met de 700, 1000, 1300 mijl vaak rondjes tellen, is ’s nachts een extra leuke activiteit.
{b}De Mijl{eb}
Al vaker is de discussie gevoerd wat beter is: van punt tot punt of steeds dezelfde loep. Ikzelf ben blij dat dit in een loep is, want anders loop je dagen alleen. Ook een voordeel waar ik nog niet aan heb gedacht, is, dat je in een loep een veel sterker energieveld hebt. (Je voelt je veel energieker als je iemand ziet hardlopen; ga maar tijdens de 24 uur van Apeldoorn middenin de loep zitten). Ikzelf heb er nooit moeite mee gehad, dat ik steeds maar weer datzelfde rondje moest lopen, eigenlijk genoot ik van de verschillen iedere ronde.
Onze loep begint in het kamp, daarna een bomenlaantje gevolgd door een rotonde en dan terug via hetzelfde bomenlaantje achter het kamp om, daarna 500 meter een open stuk langs gras, gevolgd door een bocht bij een kinderspeelplaats luisterend naar de naam “Jurassic Park”, en daarna langs een meer terug naar het kamp. De weg is hard en bijna verkeersvrij en alleen het stuk langs het meer hobbelt een (klein) beetje. Als de zon schijnt, is zonnebrandolie noodzakelijk, het kan hier warm zijn. Na regen ontstaan plassen waar je omheen moet lopen, gelukkig zijn de plassen niet zo omvangrijk dat je natte voeten krijgt. Het nadeel is de wind, die vrij sterk is en de autoweg langs het park, dit verschijnsel zie je in bijna ieder park in New York. Het mooiste stuk is langs het meer, waar je kan genieten van de watervogels, de merels met rode plekken onder de vleugels (“Red Winged Black Bird”) en zelfs een rat die af en toe langskwam, of was het toch een bever?
{b}De Multi-Day-Race{eb}
Een multi-day Race is heel iets anders als een 24 uur. Waar je in een 24 uur kan blijven hardlopen, daar moet je hier ook stukken wandelen en slaappauzes inlassen. Uiteraard is eten en drinken noodzakelijk, want je mag geen mineralen verliezen, met name moet de zoutopname in de gaten worden gehouden. Gemiddeld bestaat een dag uit 16 uur lopen, de overige tijd is nodig voor rust, massage, douche, eten etc. Van belang is dat je in deze tijd de benen hooghoudt, zodat het bloed ook eens vanaf de voeten kan terugstromen. Voordat je gaat slapen kan je het beste nog iets eten en een douche nemen, om het lichaam af te koelen. Je kan slapen in de grote tent, maar ik geef de voorkeur voor mijn eigen tent.
Maagklachten en stijve benen komen hier amper voor, wel blaren en shin splints.
{b}Mijn Ervaringen{eb}
De eerste dag, zondag, ging heel gemakkelijk, het gevaar is dat je te snel begint, ondanks het koude en winderige weer. Waar er wind in de rug is, is het zweten en bij tegenwind koel je af; ik besluit te wandelen in het eerste geval en te rennen tegen de wind in, zo blijft het lichaam op een constante temperatuur. Alhoewel de overkant van het meer, ongeveer 2 kilometer afstand, continu in de wolken is, is het hier droog. De gehele avond is er wat neerslag in het bomenlaantje, want wolken blijven in de bomen hangen! Daarentegen is het stuk langs het meer droog; Het klimaat in New York is krankzinnig. In totaal heb ik 55 mijl gelopen, precies volgens plan.
Maandag is het slecht weer, de gehele dag buien, wind en kou, 10 Graden Celsius. Dit veroorzaakt zachte voeten, een perfecte basis voor blaren. Als ik de warme maaltijd heb genuttigd, moet ik even rust nemen, want deze ligt zwaarder op de maag als gedacht. Maar sommige dingen kunnen nooit teveel zijn. Als het ’s avonds donker wordt, ontstaat het eerste moeilijke moment; want nu regent het harder en er ontstaan plassen op de weg, welke moeilijk zichtbaar zijn. Gelukkig is dit de laatste bui en die is altijd steviger. Veel regen gehad, maar gelukkig geen windkracht 10 van de Binnenmaas.
Dinsdag goed weer, vandaag veel gelopen en hard, te hard. Bij de massage blijkt dat de regen van maandag inderdaad blaren heeft opgeleverd. Met second skin en een opengesneden schoen wordt dit verholpen. De opengesneden schoen is een normaal verschijnsel in de multiday. Door het vele lopen zetten de voeten uit en wordt de schoen te klein. Tevens komt er nu lucht binnen en koelt de voet af, hij is toch warm genoeg, ’s Avonds een mooie en grote volle maan boven het meer; het hoogtepunt van de loop.
Op woensdag heb ik last van vooral 1 blaar, precies op de rand van de afgesneden rechterschoen, waar ik de schoen niet kan opensnijden. Ik besluit vandaag langzamer te lopen. Rond het middaguur is het bloedje heet, New York begint weer z’n normale klimaat te krijgen. Ik ga een uurtje slapen in de tent; goed getimed, want nu mis ik een bui. Tevens stel ik vast dat de tent waterdicht is en niet in een plas water ligt. Vrolijk ga ik weer verder en kom ik uit in een groepje (trein) met zo’n 10 lopers; Dit is leuk en makkelijk een uur vol te houden. Het invallen van de duisternis blijkt niet mijn favoriete moment van de dag te zijn, weer speelt die ene blaar op.
Donderdag begint serieus, het gaat niet meer zo soepel. Als ik wil hardlopen, protesteren de benen. Wandelen is niet mijn favoriete bezigheid en gaat nu ook langzamer. Het wordt snel heet. Om de 10 mijl neem ik pauze en doe ik de benen omhoog voor 30 minuten. ’s Middags kan ik weer hardlopen en nu merk ik dat ik flink snel kan lopen, helaas een trager tempo is niet meer mogelijk. Als ik ’s avonds wil lopen voelt het rechterbeen heel warm aan, jawel dat been van die blaar. Ik neem rust en stel vast dat de enkel dikker wordt: Shin splint, de beruchte plaag. Gauw naar de massage, waar het wordt gekoeld met ijs en afgetaped. Even later val ik in slaap. Als ik wakker word lig ik hier alleen, nou ja Tsvetan ligt verderop te slapen; hij slaapt nooit in zijn tent, maar alleen hier, want hier is verwarming. Ik ga toch maar naar mijn tent en slaap verder, ik heb een voorkeur voor de privacy en bovendien is de slaapzak warm genoeg. De afgelopen nachten heb ik 4 uur geslapen en vannacht wordt iets langer geslapen, mag best een keer.
Vrijdagochtend verdwijnt de shin splint gelukkig weer, zodat ik rustig verder kan. Ik besluit om niet meer te rennen en tijdens het wandelen klets ik vrolijk met de anderen; het grootste gedeelte zit er op. Om de 5 mijl rust en benen omhoog. Het is weer bloedheet vandaag, maar gelukkig kan ik de voet koel houden. Om 23.00 uur (5 dagen 11 uur) heb ik 312 mijl oftewel 502 km afgelegd. Die blaar begint te zeuren, de shin splint is terug. Ik kies voor eten, douchen, massage en slapen.
Zaterdagochtend word ik keurig op tijd gewekt, de wake-up-call is altijd luid en duidelijk. Nu bekruipt me het blije gevoel van 500 km te hebben voltooid en dat het mooi is geweest, dus ik bedank de call en ik geef door dat ik niet meer verder loop.
{b}Mijn Medelopers{eb}
Zo’n loop gaat of staat met de andere lopers, laat ik er een aantal noemen: De 10-day-race is gewonnen door Rimas Jakelaitis met 653 mijl; voor zijn doen aan de lage kant, maar hij heeft net een knie-operatie gehad. Verrassend waren de Tsjechen Martin Vladovic, Petr Spacil en Lenca Svecova. Verder Walter Zimmermann, die ook weleens in Nederland loopt; hij loopt 4 dagen goed en laat het dan lopen, aan het eind doet hij enkele snelle rondjes als training voor de 24 uur van Hamburg.
De 6-day-race is gewonnen door de wereldrecordhoudster Dipali Cunningham met 479 mijl. De gehele tijd liep ze in een vast en rustig tempo hard, bovendien loopt ze al 15 jaar zonder sokken. De Fin Ashprihanal Aalto haalde een makkelijke 433 mijl, voor hem is dit een training voor de 3100 mijl. Vaak heb ik gesproken met de Zuid-Afrikaan Brian Collings, een van de weinigen die nog een woordje Nederlands verstaat. Hij loopt rustig een aantal mutidays per jaar. Bovendien zeer regelmatig en zonder problemen; net zoals de Bulgaar Tsvetan Tsekov. De Zwitser Urs Maurer, die net als mij debuteert en ook mijn snelheid heeft. Een aantal maal kwam de free-lance journalist Jim langs, hij liep altijd een stukje mee en hij vroeg ons naar onze ervaringen.
{b}Tot Slot{eb}
Tot slot wil ik nog opmerken, dat ik ondanks de zware laatste dagen een zeer goede herinnering aan de loop heb overgehouden en dat ik nu al weet dat dit voor herhaling vatbaar is. Het verschil is dat ik geen debutant meer ben, dat ik meer rust ga nemen, probeer uit te vinden hoe de blaren ontstaan en ook beter op de omstandigheden hoop te anticiperen. Thuisgekomen is de shin splint weg, alleen moet die blaar nog helen en tevens moet ik nog wat bijslapen. Ik houd 2 weken rust (dwz niet hardlopen) en daarna ga ik trainen voor onze marathon in augustus.
Ik wil iedereen nog bedanken voor de aanmoedigingen en reacties welke ik heb ontvangen. Voor de goede orde wil ik nog vermelden dat Daan Rob deze loop 2 keer heeft gedaan en één keer heeft hij een fantastische 600 km. gelopen.
Peter Zuidema
peterzuidema@madalbal.nl
http://www.srichinmoyraces.org/us