Het is alweer een week geleden dat wij zijn teruggekeerd op de laagvlaktes van Europa, maar de Alpen blijven als indrukwekkend landschap nog vers in het geheugen. Op een of andere manier moest ik zo nodig twee bergmarathons in een week plannen, maar het resultaat mocht er wezen. De marathon van Graubünden kwam net een dag te vroeg dus heb ik voor de Mont Blanc Marathon gekozen met een week later de Zermatt Marathon. Gewaagd, want een voorbereiding op het lopen in de bergen was er niet bij of het moet die marathon van La Roche in de Ardennen zijn. Een prachtige marathon maar het leidt niet tot gewenning van de longen aan een andere zuurstofdruk.
Op zaterdag 26 juni zijn we toch met goede hoop naar Genève in Zwitserland gereden waar we gebruik konden maken van een appartementje van een neef van mijn vrouw. De volgende dag om vier uur op om na een uurtje rijden in Chamonix, gelegen in de Franse Alpen terecht te komen. De top van de Mont Blanc lag er indrukwekkend bij in de opkomende zon. Voor de rest nog alles rustig in dit vakantieplaatsje. Ik had wat informatie gekregen van Wim van Amerongen over het parcours en gelijk te horen gekregen dat het bepaald geen peulschil zou worden. Hij heeft gelijk gekregen en voor ik een beschrijving weergeef van mijn eigen ervaringen nog even het volgende. Er zijn drie beklimmingen met 2240 meter omhoog en 1190 meter omlaag. De start is op 1035 meter en de finish op 2070 meter. Zo, dat is dat.
En daar sta je dan op een kerkpleintje, niets vermoedend en dat is maar goed ook. Eigenlijk is het een marathontrail en anderhalve kilometer na de start zijn we al buiten de bebouwing en lopen we op een veldweg die al vrij vlot over gaat in een bospad. Het pad slingert zich op en neer door een naaldbos. De zachte gedeeltes van het pad lopen heerlijk en doen de weerstand van het parcours verminderen. Zo nu en dan komen we door een dorpje met een klein beetje asfalt. Er is weinig publiek op dit tijdstip. Mijn Franse medelopers die elkaar kennen zijn nog steeds nadrukkelijk aanwezig met hun conversatie. Voor de rest heerst er rust. De verzorging onderweg is goed en ik maak er veel gebruik van. Veel lopers lopen trouwens met een camelbag op de rug. Moet ik ook maar eens proberen. We klimmen in etappes naar de Col des Montets op ongeveer 15 kilometer. De ondergrond wisselt zich af: brede paden, smalle
paden, zachte ondergrond, harde ondergrond, stenen, boomwortels. Na de col een afdaling naar het riviertje de Larve in de Val de Chamonix. Een schitterende omgeving met nog ongerepte natuur. Bermen met een bont scala aan planten en bloemen. Velden met wilde Lupines. Je komt ogen te kort. En dan moet er ook nog gelopen worden. De afdaling gaat me goed af. Na 19 kilometer gaat het weer omhoog. Het pad baant zich zigzaggend in een bos omhoog. Als er even gelopen kan worden gebeurt dat ook. De te steile passages gaan op techniek wandelend omhoog, rekening houdend met de bochten. Niet te krap, niet te ruim. Het begint warm te worden. De conversatie bij de Fransen heeft plaats moeten maken voor aktieve innerlijke beschouwing. Dat is begrijpelijk bij deze inspanning. Heerlijk rustig. Ze kunnen trouwens zeer vriendelijk en kameraadschappelijk zijn. De kontakten onderweg zijn aangenaam.
Voorbij de boomgrens waait het wat en de temperatuur is weldadig. We bereiken de top van de Col des Posettes op bijna 2000 meter en dat is op 25 kilometer. Op deze hoogte ligt er nog de nodige sneeuw, maar de paden zijn grotendeels droog. Met een mede loper sta ik tegen een auto van de organisatie de kuiten wat op te rekken. Een vrijwilliger ziet hem al denkbeeldig de diepte in gaan. Ik kan er de humor wel van in zien. We dalen in etappes af. Ik ben te voorzichtig en wordt geheid door de nodige mensen voorbij gelopen. Ik ben altijd bang voor kramp in mijn hamstrings. Beneden in het dal stuiten we op een asfaltweg die het parcours naar de volgende klim moet overbruggen. Het is hier even uitkijken voor het verkeer. We passeren het dorpje Montroc en duiken het bos weer in op een smal steil pad gevold door een korte afdaling en dan gaan we weer klimmen en wat voor een klim! Een prachtig bos, daar niet van.
Vol met wilde Rhododendrons. Het is warm en het pad lastig. Korte stukken, bezaaid met rotsen en boomwortels. Zigzaggend omhoog. Ik ben uit mijn ritme en maak me zorgen. Ik zoek wat verfrissing bij een bergbeek om mij vervolgens weer over de dip heen te zetten. Ik heb geen idee hoe lang ik er vandaag over mag doen. Is ook niet belangrijk. Gewoon doorlopen. Bijna boven, even buiten het bos, zie ik een lang lint met zwoegende lopers voor mij. Als men denkt dat men er dan al is, ja dan heeft men toch wel een probleem. Er zijn dan nog 5 kilometer te gaan met nog 200 meter hoogteverschil. Ga er maar aan staan. Even lijkt het pad redelijk goed te belopen, maar al spoedig wordt er weer flink geharkt. Scherpe stenen, rotsblokken, klauteren omhoog, klauteren omlaag, wandelaars ontwijken. De laatste paar kilometers lijken redelijk, maar met steile passages waar gewandeld moet worden. De finish is in zicht en ik zie mijn vrouw. Hartverwarmend!Gelukkig zijn de laatste 100 meter goed te lopen en ik finish in 6. 43!! Ik geniet van het rusten hier op Planpraz, alwaar de streep is getrokken. De Mont Blanc ligt er prachtig in het zicht bij. Als we enige tijd later met het gondeltje weer afdalen naar Chamonix in het dal moeten de laatsten nog binnen komen en zijn er al 8 uur verstreken. In Chamonix op een terras nog wat bijpraten met Simon Blok. Heerlijk dat glas cola. Een aanrader deze marathon, zeker voor de liefhebbers van het betere afzien. De winnaar had 3. 44 en dat zegt eigenlijk wel genoeg. Een beetje voorbereiding is wel op zijn plaats en dat geldt zeker voor mij zelf!
Ja, en dan die andere, in de Zwitserse Alpen, die moest ik dan ook nog lopen. Doorreizen naar Zwitserland en neerstijken in het bergdorpje Visperterminen, aan het begin van het dal naar Zermatt. Een aantal lange bergwandelingen gemaakt, rond getourd met de auto over een aantal bergpassen en veel mooie natuur gezien. Wie in de gelegenheid komt, moet eens de Aletsch
Gletsjer en het Aletsch Wald gaan bekijken. Waanzinnig mooi!!
Door al deze aktiviteiten wat minder uitgerust voor de marathon, maar dat doet er dan ook niet toe. Men krijgt er zoveel voor terug als u begrijpt wat ik bedoel.
Het is zaterdag 3 juli en de deelnemers aan de Zermatt Marathon verzamelen zich aan de rand van St, Niklaus alwaar de start zal plaatsvinden op 1085 meter hoogte. De stemming is ontspannen, het weer zonnig en helder. Na de start lopen we in het Mattertal richting Zermatt, door dorpjes als Herbriggen, Randa, Täsch, met het riviertje de Vispa als gezelschap, over deels veldwegen en toch nog opmerkelijk veel asfalt. Meer dan in de informatie staat aangegeven. Gevoelsmatig loop ik liever over landwegen al zijn deze soms hard en onregelmatig. Alhoewel er af en toe een stuk gedaald moet worden loopt het parcours toch voornamelijk omhoog. Er is onderweg weinig publiek, maar dat is eigenlijk wel zo prettig.
Zo af en toe staat een loper stil om met een kleine camera een foto te maken. Het gaat er allemaal relaxed aan toe. Heerlijk lopen zo. De verzorging is ook prima dus wat hebben we te klagen. In de buurt van Zermatt komen we op een smal bergpad te lopen boven het spoorlijntje van de Matterhorn Glacier Express. Het vergt enige concentratie, maar verder alles goed.
Bij Zermatt een lastig stukje afdaling naar het dorp en voor dat een mens het in de gaten heeft is hij alweer halverwege zijn tocht. We maken een tour door het dorp en hebben een prachtig uitzicht op de Matterhorn, de solitaire gigant van deze omgeving die ieder mens tot de verbeelding spreekt. We lopen als ik het goed heb op 1604 meter hoogte in dit dorp vol met hotels, chalets en winkels. We zijn het dorp nog niet uit of we krijgen een serieuze beproeving voor de kiezen. Een klim met 600 meter hoogteverschil in 7 kilometer op een redelijk breed pad met een redelijk gelijke ondergrond in een warm naalbos. Dat wordt weer technisch wandelen. Halverwege de klim merk ik dat ik vandaag niet de beste bergbenen heb, maar ik weet nog wel ritme te behouden. Op 32 kilometer bij bergstation Eisfluh een klein stukje redelijk vlak. Ik probeer wat vaart te maken, maar merk dat de kracht langzaam uit de benen weg aan het vloeien is en besluit om de tijd de tijd te laten en rustig verder te lopen met oog voor de weer zeer fraaie omgeving. Bij een verzorgingspost krijg ik een paar bekertjes water aangereikt. Ik stort ze beiden tegelijk over mijn hoofd. In behoorlijk Duits wordt mij gevraagd of ik ook nog iets te drinken wil hebben. Humor hebben ze wel die Zwitsers. Dan worden we weer geacht omhoog te klimmen, buiten het bos nu. Hoi, lekker steil hier. We klimmen tot ongeveer 2400 meter om vervolgens weer scherp te dalen. Ho, ho mijn linker hamstring speelt wat op. Gelukkig is die afdaling niet lang. We lopen nu in het droge verlengde van de Findelgletscher. Bos in, bos uit. Ik heb weer een stuk gelopen. Er is nog hoop. Een aantal fotografen vragen of ik voor hun wat wil lopen voor hun foto en of ik ook nog eens wil lachen. Nou, ze vragen wel veel, maar ik doe mijn best. Ik kom een groep Japanse wandelaars tegen. Goh, wat zijn die mensen enthousiast zeg en dat op deze hoogte. Nog twee kilometer te gaan. Nog wat peptalk van een EHBO-post en het moet lukken. Een steil stuk langs de overdekte Gornergrat Bahn volgt. Ik pols mijn horloge eens. Ik kan hem nog binnen de 6 uur houden. Staat wel aardig. Nog 1 kilometer en als men nou denkt dat ze het je makkelijk maken, vergeet het maar. Ik kan de finish ruiken, maar ze laten me nog even ploeteren. De laatste 200 meter kan ik in een afdaling wat vaart maken en finish bij bergstation Riffelberg op 2582 meter in 5. 57. En wie staat daar, jawel mijn vrouw.
Samenvattend wil ik nog kwijt dat het hier ging om twee goed georganiseerde marathons die nog niet de populariteit van de Jungfrau Marathon hebben en dat heeft ook zijn voordelen. Om met z’n allen in een treintje op de morenenrand van de Eigergletscher omhoog te klauteren geeft enige problemen. Een mooie marathon, maar die vier duizend deelnemers die er tegenwoordig lopen, lijken mij teveel voor een dergelijk parcours. Bij de Mont Blanc Marathon stonden ruim 500 mensen aan de start. Bij de Zermatt Marathon meer dan 600. Bij deze laatste had trouwens de organisatie de finish met 400 meter verlaagd, om veiligheidsredenen zegt men. Dit tot vreugde van de organisatie van de Graubünden Marathon die nou hoger finishen.
De verzorging van beide marathons heb ik als uitstekend ervaren. Er was o. a. water, cola, sportdrank, thee, fruit, suiker, koek, mueslireep te krijgen. En uiteraard ook sponzen, alhoewel deze laatsten er niet zijn om gegeten te worden. In de informatie stond behoorlijk goed aan gegeven wat waar te krijgen viel. Er waren voldoende vrijwilligers om het parcours in de gaten te houden en wat wel heel prettig was, bij de finish van de Zermatt Marathon hadden ze warme douches. Dit was het dan. Probeer ook eens een bergmarathon, al was het alleen maar voor de indrukwekkende natuur. Ik kom jullie nog wel eens ergens lopend tegen.
Groeten van Herman Euverman.